komen. Het vak boven destenen dwars balk in bet front was ten dele dichtgemet seld. Enkele zuilschachten van het por taal zelt waren door houten balken ver vangen. Cuypers heeft de in de 16de eeuw aan de- beelden toegevoegde koppen doen ver wijderen en ze - overigens verdienstelijk - ..in stijl" vernieuwd. Hierbij gaf hij evenwel blijk van het feit, dat de icono grafie niet zijn sterkste zijde was 5). Het eerste beeld rechts van de ingang stelde een figuur voor met een kind op de arm. De originele koppen waren ver dwenen en in de 16de eeuw door nieuwe vervangen. De volksmond noemde deze figuur ,St.-Jozefeen identificering die terecht door Cuypers verworpen werd. Hij restaureerde het beeld 0111 tot een Ma donna met het Christuskind op de arm. Was de restaurateur te rade gegaan bij. HET HERCI'ORTAAL VAN l)E SINT-SEItVAASKEItK FOTO: OSM INTERIEUR VAN DE SINT-SEIt V A ASK ERK GEZIEN VANUIT HET WESTKOOIt FOTO: F. LAFIAYE. MAASTRICHT VOOR ZOVER NIET ANDERS VERMELD. ZIJN DE FOTO'S HIJ DIT ARTIKEL VAN l'ROF. DR.J. J. M. TIMMERS. MAASTRICHT. met het Maastrichtse verwante, portalen te Senlis en te Chartres, dan had hij er kunnen waarnemen dat met deze figuur niet Maria, maar de grijsaard Simeon be doeld is. Ook heeft hij niet begrepen, dat een zuiltje achter Mozes, dat nu elke zin mist, een draakje had moeten dragen als weergave van de Koperen Slang. Zo zijn er nog wel enige misvattingen van min der belang aan te wijzen. Een ander punt is de door Cuypers aan gebrachte polychromie. Portalen als deze plachten inderdaad beschilderd te zijn, maar uiteraard niet met olieverf en dik verguldsel, zoals dat hier nu het geval is. Deze beschildering tast naar onze mening dit monument in zijn wezen aan. Het verwijderen van al deze verflagen lijkt overigens geen simpel karwei! Het zou interessant zijn na te gaan of er sporen der oorspronkelijke polychromie te vinden zijn. Aangezien dit portaal dank zij de- diepe voorhal niet onmiddellijk aan weer en wind is blootgesteld geweest, lijkt de- kans daartoe' niet geheel afwezig. Thans zijn de drie doorgangen vanaf het plein naar deze voorhal afgesloten door robuuste en fijnmazige' ijzeren hekken, die het uitzicht op het portaal in ernstige rnate hinderen. Tot voor een aantal jaren was dit nog veel erger, immers achter deze hekken bevond zich een gordijn van dicht gevlochten kippegaas benevens nog glas, zodat het portaal van buiten af totaal onzichtbaar was. Een afsluiting der toegangen door middel van hekken zal wel noodzakelijk blijven, maar het zou aanbeveling verdienen hiervoor een meer open uitvoering te kiezen. Het zou weinig zin hebben de afgebrande- middentoren in zijn oude vorm te her stellen. Voorgesteld wordt de gespaard gebleven vierkante onderbouw van de- toren, uiteraard zonder dc nog aanwezige aanzet van de spits, te handhaven of eventueel in steen te herbouwen. Dit laat ste' wordt overwogen, aangezien de ar chitectuur van dit bouwdeel zich schikt naar de romaanse vormenspraak van zijn omgeving. Er wordt verder voorgesteld de Schatka mer te verplaatsen naar de huidige sacris tie- e-n de daarboven gelegen Stiftskapel en haar bijruimten. Dit lijkt inderdaad een gunstige oplossing, mede met het oog op de beveiliging. De ruimte-, aansluitend bij de westelijke arm van de kloostergang, die zodoende vrij komt, kan dan worden ingericht als dagkapel. Daartoe zou men de daarbij aansluitende voormalige kos terswoning, die één geheel uitmaakt met dit door Cuypers herbouwde gedeelte, willen slopen en in de daardoor vrijko-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 18