van jaar tot jaar voort, sommige jaren
wat minder snel omdat er minder geld
voor was uitgetrokken, dan weer wat
sneller... Het restauratiewerk werd ge
leid door prof. ir. C. Wegener Sleeswijk,
naderhand bijgestaan door architect D.
Verheus.
Bij het begin van de restauratie heeft de
Nederlands Hervormde gemeente het
gebouw overgedragen aan de Stichting
„De Oude Kerk" te Amsterdam. Deze
stichting heeft voor de restauratie een be
drag van 882.000 gulden weten bijeen te
brengen, 3,4 pet van het totaal van de
restauratiekosten, die van circa 300.000
gulden per jaar in 1955 opliepen tot
2.700.000 in 1978. De provincie
Noord-Holland handhaafde in al die ja
ren een subsidiepercentage van 10, de
subsidie van de gemeente Amsterdam
wisselde van 22Vi tot 26V2 pet, de subsi
die van het Rijk bedroeg zes jaar lang
57V2 pet, zeven jaar 60 pet en elfjaar 62V2
pet.
Op een korte periode na zijn er tijdens al
de restauratiejaren hervormde kerkdien
sten in de Oude Kerk gehouden. Ook de
traditie van de orgelconcerten is al weer
een aantal jaren hersteld.
De stichting stelt het kerkgebouw ter be
schikking voor culturele doeleinden. Het
oorspronkelijke plan om de kerkruimte
met warme lucht te verwarmen is opge
geven om mogelijke schade aan de beide
orgels te voorkomen. Er zijn verplaats
bare elektrische voetstoven aangevuld
met warmtestralers.
Voor de kunstverlichting zijn zeventien
nieuwe kronen gemaakt, weinig opval
lend en' zeer eenvoudig van uitvoering.
Ze zijn voorzien van een ring van
zichtbare gloeilampen die, om verblin
ding te voorkomen, op lage spanning
branden. Een van de 19e-eeuwse kronen
uit het schip, gemaakt voor gas en ver-
NOODHERSTELLINGEN IN HET
MIDDENSCHIP (1952). HET GROTE ORGEL IS
MET ZEILEN AFGEDEKT.
FOTO: JAN H. PEETERSE
KOOR EN KOOROMGANG: HET
KOORSCHOT IS TIJDELIJK WEGGENOMEN
(1971).
FOTO: RESTAURATIEBUREAU
bouwd voor elektriciteit, zal in de Sebas-
tiaanskapel worden opgehangen.
Vermelding verdient nog het feit dat de
vloer van de kerk, die in de loop van de
eeuwen steeds hoger was komen .te lig
gen, verlaagd is en wel zoveel dat voor
het koorhek weer twee treden zichtbaar
zijn. Sommige zerken zijn weer op hun
oude plaats teruggekomen. Veel moeite
voor de juiste plaats van de zerken heeft
zich de archivaresse van de Oude Kerk,
mej. B. M. Bijtelaar, gegeven die ook
zeer veel heeft gepubliceerd over de ge
schiedenis van de Oude Kerk. Zij heeft
helaas de voltooiing van de restauratie
niet mogen beleven. In oktober vorig
jaar is zij overleden.
Doordat een aantal zerken uit de Eilands-
kerk en de Nieuwe Kerk ter beschikking
kwam is het mogelijk gebleken het au
thentieke karakter van de kerkvloer in
stand te houden.