Boerderijenbehoud vraagt de aandacht
$SÊ%
Op landelijk niveau, zo mogelijk ondergebracht bij een nieuwe boerderijenbehoudor-
ganisatie, zou een boerderijbouwbureau moeten worden opgericht van waaruit voor
lichting en nieuwe ontwikkelingen worden gestimuleerd. Dit dient in nauw overleg
met de landbouw te worden gerealiseerd.
Voor een betere aanpak van het boerderijenbehoud is ook een grotere inspanning van
het particulier initiatief vereist. Deze zou tot zijn recht kunnen komen door de
oprichting van een specifieke organisatie voor boerderijenbehoud met als taken:
belangenbehartiging,
beheer (behoud door aankoop) en
documentatie.
De concrete mogelijkheden voor de oprichting van een dergelijke organisatiej
zouden op korte termijn onderzocht moeten worden.
Dit zijn enkele aanbevelingen in het rap
port Boerderijenbehoud, dat als onderti
tel meekreeg: ,,De zorg voor onze waar
devolle landelijke bouwkunst".
Het rapport is samengesteld door een
werkgroep, welke werd ingesteld door
de Stichting Nationale Contactcommis
sie Monumentenbescherming NGM. In
deze werkgroep, die onder voorzitter
schap stond van dr. ir. R. van der Waal,
waren vertegenwoordigd: de NCM, de
Bond Heemschut, de Ver. tot behoud
van natuurmonumenten, het Kon. Ge
nootschap voor landbouwwetenschap,
de ANWB, het ministerie van
Landbouw en Visserij, de Ned. Bond van
Plattelandsvrouwen, de drie centrale
landbouworganisaties, de K.N.O.B.,
prof. dr. A. W. Reinink, hoogleraar ar
chitectuurgeschiedenis, de Stichting His
torisch Boerderij Onderzoek, het Inst.
Mechanisatie Arbeid en Gebouwen, de
Ned. Ver. voor landelijk eigendom en
het Ned. Instituut voor Ruimtelijke Or
dening en Volkshuisvesting.
Voor de Bond Heemschut had de heer J.
J. Schilstra, lid van het algemeen bestuur,
zitting in de werkgroep. Voorts waren er
vanwege de Rijksdienst voor de Monu
mentenzorg enige waarnemers aan de
werkgroep toegevoegd.
Het streven naar behoud van waardevol
le boerderijen, waardevol uit een oog
punt van historie, architectuur en de
plaats in het landschap, is voor de Bond
Heemschut niet nieuw. Het is ook niet
zo, dat de boerderij in het algemeen in het
kader van de monumentenzorg geen aan
dacht heeft. In tegendeel, vooral de laat
ste jaren zijn vele boerderijen op de lijst
van beschermde monumenten geplaatst.
Daarvan is, voor zover de plaatsruimte
zulks toeliet, steeds melding gemaakt in
de rubriek Op de lijst in ons tijdschrift.
Het aantal landbouwbedrijven bedroeg
in 1930 234.000 (het hoogste aantal ooit
geteld). In 1977 waren er nog maar