Een zeldzaam winkelinterieur tweede monumentenwachter zelfstandig op inspectie gegaan om aangemelde mo numentale panden te inspecteren, tegen kostprijs kleine reparaties te verrichten en de eigenaar te rapporteren in welke staat het pand zich bevindt. Een vreugdevoller bericht dus aan het eind van dit wat som ber monumentenverhaal. Toch moet er weer een domper op, want ondanks veel publiciteit en een reclame-actie onder alle gemeenten zijn er nog slechts 140 panden voor de monumentenwacht aangemeld. Opvallend is daarbij hoe weinig gemeen ten en andere overheidsinstellingen heb ben gereageerd. Ik zei het u al: De Noordhollandse over heden zijn bang voor monumenten. Gerard Le Belle Dezer dagen verlaat de bekende sigaren en tabak-firma Hajenius in Amsterdam haar winkel aan het Rokin om het bedrijf elders in de stad voort te zetten. Nu is het geen zeldzaam verschijnsel als er een win kel gesloten of verplaatst wordt. Dat we er in dit geval in Heemschut aandacht aan besteden, heeft dan ook als bijzondere reden het feit, dat het pand aan het Rokin is voorgedragen voor plaatsing op de monumentenlijst, voornamelijk vanwe ge het zeldzame winkelinterieur. Eerst iets over de geschiedenis. In 1926 richtte P. G. C. Hajenius de firma op, die in 1857 werd omgezet in een vennoot schap met H. W. Nijman; diens nazaten zijn nog de huidige eigenaren. Aanvan kelijk was de zaak gevestigd in de War moesstraat, maar in 1869 werd een nieuw en allerwegen geroemd pand (architect H. J. van den Brink) betrokken aan de Dam, hoek Rokin, toen nog Beurssteeg geheten. Dit adres moest echter in 1914 worden verlaten ten behoeve van de nieuwbouw van Peek en Cloppenburg. Na tijdelijke vestiging aan het Spui kon de winkel half november 1915 feestelijk worden heropend in een gloednieuw ge bouw aan het Rokin 92-96, het gebouw waar het in dit artikel over gaat. Het nieuwe pand, dat behalve de winkel ook kantoren huisvest, is ontworpen doorj. G. en A. D. N. van Gendt, zonen van de bekende A. L. van Gendt. Deze architecten, die al eerder voor Nijman hadden gewerkt, behoorden tot de (in stilistisch opzicht) traditionele, conserva tieve stroming in de Nederlandse archi tectuur van het eerste kwart van deze eeuw; die de tegenpool vormde van de meer vernieuwingsgezinde, veelal idea listisch ingestelde architecten, waarvan Berlage de bekendste was. Hoewel ook de traditionele architecten van moderne vindingen gebruik maakten, zeker op technisch gebied, bouwden zij het meest in voor het publiek vertrouwde vormen en zagen zij er niet tegenop daarvoor terug te grijpen tot 17de-en 18de-eeuwse stijlen. Met name het classicisme en de daaraan verwante Lodewijk XVI-stijl bleken het door hun monumentale en verfijnd- sjieke karakter uitstekend te doen voor bankgebouwen, kantoren, dure winkels, hotels, villa's, enz. Voorbeelden: Hirsch en Maison de Bonneterie in Amsterdam 115 en Den Haag (A. Jacot), de Koninklijke Hollandsche Lloyd of wel Blom Van der Aa in Amsterdam (E. Breman), de Bijenkorfin Amsterdam (J. A. van Straa- ten) en vele andere. Tot deze groep behoort ook het gebouw van Hajenius. Ofschoon kleiner, is dit pand van binnen en van buiten nauwe lijks minder duur en exclusief. De voor gevel is geheel in kostbare natuursteen uitgevoerd (Obernkirchener zandsteen en graniet). De opbouw van de gevel: een hoge pui die de begane grond en de eerste verdieping omvat, welke dient als sokkel voor de drie daarboven gelegen en van pilasters voorziene verdiepingen, gaat op klassieke voorbeelden terug. Opmerke lijk is dat de gevel uiteenvalt in twee nog al op zichzelf staande delen: een breed linkerdeel dat symmetrisch van opzet is met de winkelingang in het midden, en een smal rechtergedeelte, ook symme trisch, met de toegang naar de kantoor verdiepingen en voorzien van een driepas als geveltop. Het meest opvallende ele ment in de overigens vrij sobere gevel is de ingangspartij van de winkel, waar zich boven de eigenlijke entree het Neder landse wapen tussen twee leeuwen be vindt, met daaronder de firmanaam en het jaartal 1914, dit alles van zeer grote afmetingen en geheel uit zandsteen ge houwen. Het laat er geen twijfel over bestaan dat de zaak zich hofleverancier mag noemen. Wie door deze entree en de daarachter gelegen tochtvestibule binnentreedt, staat bijna direkt midden in de dwars ge legen, ongeveer rechthoekige winkel ruimte. Vanaf de entree leidt een soort gangpad, dat overgaat in een echte corri dor, naar de achter gelegen kantoorver- trekken en magazijnen, waardoor de ruimte als het ware in twee gelijke helften wordt gedeeld. Opzet en inrichting van de winkel zijn eenvoudig, maar door de kostbare materialen en de minutieuze uit voering maakt het geheel een voorname en rijke indruk. De wanden zijn groten deels met verschillende marmersoorten bekleed. Het decoratieve bronswerk, de betimmeringen, tochtpui en radiatorkas- ten, de plafonds een cassettenplafond in het midden, met dun lijstwerk versierde plafonds boven de twee winkelhelften -

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 75