van zeven woningen aan de Kuinder- straat. De Historische Kring Losser heeft via een inventarisatie van historische gebouwen, grensstenen en markestenen bereikt dat de minister van CRM het merendeel van de voorgestelde objecten aan de monu mentenlijst heeft toegevoegd. In Hengelo is een actieve historische ver eniging Old Hengel, die zich o.a. ingezet heeft voor het behoud van de N.H.-kerk aan de Deldensestraat, het Wolter ten Ca- tehuis en enkele vroeg-20e-eeuwse pan den. De Vrienden van het Bussemakershuis te Borne hebben zich naast de eigenlijke taak (beheer en exploitatie van het Bus semakershuis) ook ingezet voor het be houd van de karakteristiek van Oud- Borneen hetz.g. Spanjaardcomplex, een leegstaande textielfabriek. Zwolle en Dalfsen hebben een actieve vereniging Vrienden van de Stads-, res pectievelijk Dorpskern. Zwolle boven dien een milieuraad die met een actie „Zwolle groenstad" doende is. Landelijk bekend (terecht) is de N.V. Bergkwartier Maatschappij tot Stadsher stel te Deventer, opgericht in 1967 met het doel het Bergkwartier te verheffen tot een leefbaar bestanddeel van de stad, met behoud van zijn historische en esthetische waarden. In de afgelopen 11 jaar is het doel grotendeels bereikt, het stadsdeel is vaneen verkrotte, verlaten wijk gegroeid tot een goed gerestaureerde en aan eigen tijdse wooneisen beantwoordende woonwijk. Eén der initiatiefnemers was de Stichting Oud-Deventer, nog steeds actief, zich zelfs hervormd hebbend tot een vereniging Oud-Deventer. In Denekamp heeft het gemeentebestuur een Stichting Cultureel Belang Dene kamp opgericht waarin, na aankoop, een complex bestaande uit twee woonhui zen, een winkel, een wagenhuis en een hammenstokerij werd ingebracht. Het geheel werd gerestaureerd, voor het pu bliek opengesteld en functioneert nu in de sociaal-culturele sector. Tot slot van dit, wellicht op een kralen ketting gelijkend, overzicht één aanteke ning en drie wensen: De toenemende belangstelling voor de historische omgeving is verheugend. Het is moeilijk zich te herinneren hoe vijf tot tien jaar terug, monumentenzorgers be schouwd werden als conservatieve hob byisten, met door spinnewebben en pad destoelen overwoekerde hersenspinsels. In korte tijd is het getij gekeerd. In tè korte tijd; wij worden nu overspoeld door een nostalgie-golf. Het begrip dat wij nu ontmoeten is zeer oppervlakkig, weinig gefundeerd en zou zich wel eens tegen ons kunnen keren. Het uit zich in duizenden „zes-ruiters", in voor de 19-eeuwse ramen geplakte 16e-eeuwse roeden en in aangepaste „historische" nieuwbouw. Maar laten wij ook de hand in eigen boe zem steken: wat is de kwaliteit van de restauratie? Ook beïnvloed door de nos talgie? Bouwen wij nieuwe oude archi tectuur? Authentieke elementen ver voor het subsidiëren van restauraties en rehabilitaties van de beeldbepalende pan den (géén beschermde monumenten); wens 2 Gemeenten zouden een aan koopbeleid moeten voeren dat gericht is op het behoud van architectonisch of ste debouwkundig belangrijke objecten en het verbeteren of slopen van architecto nisch of structureel storende bebouwing; wens 3 - De oprichting van b. v. Hendrik de Landman, een stichting die historische gebouwen aankoopt die met het gebruik van de grond te doen hadden (boerde rijen, visserswoningen e.d.). D. Reeskamp dwijnen, vaak zelfs zonder gedocumen teerd te zijn. Welke restauratie-visies hebben wij? Wisselen die bij de vervan ging van rijksambtenaren? Wordt er lan delijk getoetst? Wordt er voldoende ge documenteerd? Waar zijn we met z'n al len nu eigenlijk mee bezig? Veel vragen. HET antwoord bestaat niet, maar vanuit verschillende antwoorden moeten wij toch bewuster en kritischer voortgaan. Het gaat niet alleen om de monumenten; ook de niet beschermde, de beeldbepa lende en de „affectieve" gebouwen bepa len de kwaliteit van de gebouwde, histo rische omgeving, daarom: wens 1— Gemeenten zouden op hun be groting bedragen moeten reserveren DE FOTO'S BIJ HET ARTIKEL OVER OVERIJSSEL ZIJN, VOOR ZOVER NIET ANDERS VERMELD, AFKOMSTIG VAN HET OVERSTICHT.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 45