Zeven ideeën leven in Groningen Sedert het in werking treden van de Monumentenwet in 1961 zijn nu bijna 17 jaar verlopen. Van een echt monumentenbeleid kon in het begin niet worden gesproken, noch landelijk, noch provinciaal. Het duurde bijna tien jaar voordat bestuurders, technici en burgerij zich ervan bewust werden wat de Monumentenwet kon betekenen, en dat niet alleen in negatieve zin. In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn er naast herstel van kerken ten ge volge van oorlogsschade (o.a. Termun- ten, Woldendorp, Heveskes, Niekerk) incidenteel kerken torens en molens her steld. Boerderijen, woonhuizen, pakhui zen en technische monumenten (sluizen, stoomgemalen, watertorons e.d.) vielen nog geheel buiten de aandacht. Maar ook in de jaren 1960 tot 1971 zijn er slechts 26 kerken en/of torens hersteld en 23 molens. De weinige woonhuizen die gerestaureerd werden kregen vrijwel alle een winkel- of kantoorbestemming. In 1962 werd met de omvangrijkste en belangrijkste restauratie begonnen, n.1. de Martinikerk in de stad Groningen, een werk dat 13 jaar zou vergen. In hetzelfdejaar verscheen een principieel artikel over de uitgangspunten onder de titel „Wat is restaureren", dat echter vrijwel alleen in vakkringen circuleerde. En.in 1963 werd bij de opening van de tentoonstelling „Levend Erfdeel" te Groningen een pleidooi voor een actief en inspirerend monumentenbeleid ge voerd, zonder merkbaar resultaat; artikel en rede door P. L. de Vrieze. In 1965 werd in het culturele maandblad Groningen opnieuw aangedrongen bij gemeenten en provincie het „monu ment" veel meer in te schakelen in het huidige cultuurpatroon, d.w.z. een zin volle bestemming te zoeken voor onze bouwkundige erfstukken. Het was aan dovemansoren gezegd: de gemeenteraad van Groningen kocht in 1966 een historisch interessant en esthe tisch fraai hoekpand aan de Poelestraat no. 14 voor/ 135.000,-(beschermd mo nument) met de bedoeling het om ver keerstechnische redenen met de grond gelijk te maken. Gelukkig is het zover niet gekomen! In hetzelfde jaar begint de beruchte kwestie over de afbraak van de grote Harmoniezaal (1500 zitplaatsen) uit 1891 Nog steeds heerste toen de mentaliteit van alles-nioet-nieuw en aangepast aan het „moderne levensbesef', wat dat dan ook moge zijn. Een actiegroep uit de burgerij wierp zich op als verdediger van deze eens unieke concertzaal met haar voortreffelijke akoestiek. Uit deze actie ontwikkelde zich via een vrij ingewikkeld mechanisme een stro ming in de politiek, die bij de verkiezin gen van 1970 het behoud en herstel van de binnenstad tot hoofdpunt van haar programma maakte. Helaas, de Harmo nie is verloren gegaan maar de binnen stad is gered! Toch veranderde er in het midden van de jaren zestig iets in het denken over de stad. In 1966 werden er in Groningen externe deskundigen aangetrokken om adviezen over verkeer en stedebouw te geven. Dit resulteerde in een nogal tame lijk rigide verkeersplan, dat de stad nog maals op vele saillante punten dreigde te vernietigen. Opnieuw kwam de actiegroep in het ge weer, deze keer met meer succes. Het binnenstadsplan van de Gemeentelijke

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 30