Monumentenzorg in 1977 Engelse zomercursus 55 Jaarverslagen, vooral van overheidsin stanties, plegen lang na afloop van het verslagjaar van de pers te komen. Dat is in vele gevallen jammer, omdat de actu aliteit van de besproken materie verloren gaat. Die vertraging heeft vaak ook tot gevolg dat degeen die zo'n verlaat verslag toegezonden krijgt, het ongelezen ter zijde legt, als zijnde verouderde kost. Ook dat is jammer, want menig jaarver slag is de moeite waard om kennis van te nemen. Zoals dat van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Niet dat er hemel bestormende opmerkingen in worden gemaakt, maar het is goed van tijd tot tijd de inventaris van de monumentenzorg op te maken. Griezelig is, dat als men het verslag over 1977 vergelijkt met dat van het afgelopen jaar, er betrekkelijk weinig verschil in de stand van zaken valt te constateren. Geldgebrek blijft een grote afremmende rol spelen. Met als gevolg stijgende kos ten als eenmaal tot herstel kan worden overgegaan. Het beruchte „stuwmeer" wordt in het verslag van 1977 niet in geld uitgedrukt, maar in objecten. Er lagen in dat jaar meer dan 3000 subsidieverzoe ken, waarop geen positief antwoord kon worden gegeven. Men kan rustig aan nemen, dat de 500 miljoen waarvan in voorgaande jaren sprake was, thans aanmerkelijk zal zijn overschreden. Hoe groot de achterstand in feite is, kan men aflezen uit de volgende passage in het verslag: „In Nederland dateert 9% van alle woonhuizen van vóór 1900. Van deze bijna 400.000 panden zijn er minder dan 30.000 als monument beschermd. Hiervan liggen er 20.000 in de be schermde en nog te beschermen stads- en dorpsgezichten, te zanten met ca. 25.000 niet-beschermde woonhuizen met een waarde als monument. Deze 45.000 woonhuizen vertegenwoordigen ruim één procent van de woningvoorraad, te zanten een volume dat aanzienlijk kleiner is dan de jaarlijkse woningproduktie. Volgens recente inventarisaties zijn er in ons land ca. 325 stedelijke en niet-stede- lijke nederzettingen of delen daarvan, welke in aanmerking komen om te wor den beschermd als stads- of dorpsge zicht. Daarvan waren er in 1977 bijna 150 situaties beschermd". „Buiten de woonhuissector komen er nog ruim 10.000 beschermde monumen- ONDERZOEK NAAR DE TOESTAND WAARIN GEBRANDSCHILDERD GLAS ZICH BEVINDT. UIT HET JAARVERSLAG VAN DE RIJKSDIENST V.D. MONUMENTENZORG: GEBRANDSCHILDERD GLAS IN DE NED. HERV. KERK IN DE RIJP ten voor. Vermeerdert men dit aantal met de nog te beschermen objecten uit de 19e een 20e eeuw, dan komt ook dit to taal niet hoger uit dan 2 pet. van de voor andere dan woondoeleinden bestemde gebouwen in ons land. De hier bedoelde objecten en structuren zijn echter repre sentatief voor een historische ontwikke ling die vele eeuwen heeft geduurd". Het verslag vervolgt: /Dit bestand is on derhevig aan de al dan niet beheersbare krachten en invloeden, die in de heden daagse maatschappij werkzaam zijn. Vooral na 1945 zijn deze sterk op de voorgrond getreden, hetgeen op talloze plaatsen tot verlies van historische ken merken én tot ingrijpende structurele verstoringen heeft geleid. Dat deze ont wikkeling voortgaat en waarschijnlijk binnen afzienbare tijd tot verdwijning van een groot deel van de gesignaleerde waarden zal leiden, beseft men thans in brede kring. Toch heeft dit er tot dusver niet toe geleid, dat voor het ombuigen daarvan voldoende overheidsgelden be schikbaar worden gesteld. De samenle ving vraagt, meer dan ooit tevoren, om bescherming en instandhouding van monumenten en historische situaties". Aldus de Rijksdienst voor de Monumen tenzorg in zijn ook nu weer technisch en illustratief uitstekend verzorgde jaarver slag over 1977. Nog één interessante mededeling uit dat verslag: „Begonnen is met het verzame len van gegevens omtrent de toestand, waarin het gebrandschilderd glas in ons land verkeert. Deze geeft namelijk aan leiding tot bezorgdheid". v.d.W. Het Institute of Advanced Architectural Studies van de Universiteit te York (Eng.) organiseert van 9 juli tot 21 juli a.s. een zomercursus met als onderwerp: Elizabethan Houses and 18th Century Churches. De historische stad York is een rijke ver zameling van bijna twee eeuwen Engelse architectuur. Muziek, toneel en tuinaan leg zullen bij de voordrachten worden betrokken. Er staan bezoeken aan Yorkshire, Humberside en Derbyside op het programma. Er zal o.m. gelegenheid zijn tot museumbezoek. Een goede beheersing van de Engelse taal is noodzakelijk om deze zomercursus bij te wonen. Het aantal deelnemers is tot 40 beperkt en spoedige aanmelding is daarom gewenst. Aanmeldingen dienen vóór 1 juni a.s. te geschieden aan voren genoemd instituut: King's Manor, York Y01 2EP; tel. 0904 - 2 49 19. De deel- nemerskosten bedragen 480.00, volle dige (hotel)verzorging, voordrachten en excursies inbegrepen. Bij de aanmelding dient de volledige deelnemersprijs te worden opgezonden. Bij eventuele af zegging, hetgeen alleen tot 1 juni moge lijk is, wordt een bedrag van 80,00 ge retourneerd. Bij de aanmelding tevens leeftijd, opleiding, beroep en kennis van historie, architectuur en geschiedenis opgeven. Op de aanmeldingsbrief ver melden: Ref. 78.21. De deelnemers wor den ondergebracht in studentenkamers. De reiskosten naar en van York zijn niet in het cursusbedrag inbegrepen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 18