Moderne architectuur in
Nederland
De voorgevel van Zandhoek 14 was na
melijk uit machinaal gevormde grove
bakstenen opgetrokken, (derhalve niet
uit handgevormde gevelstenen) die te
lood stond. Maar de belendende voorge
vels stonden op vlucht (iets vooroverhel
lend), zodat het leek, dat de voorgevel
van De Gouden Reael achteroverviel. Bij
de restauratie van de voorgevel is De
Gouden Reael (weer) op vlucht gezet en
gemetseld met handgevormde stenen.
De raamindeling is aangepast aan de ge
wenste structuur.
Er is m.a.w. een grotere eenheid in de
straatwand gebracht. De restauratie is
uitgevoerd naar plannen van architect Y.
Kok; aannemer was het aannemingsbe
drijf Dijst te Amsterdam.
Nu de restauratie voltooid is, is Zand
hoek 14 als De Gouden Reael weer een
horecabedrijf.
v.d.W
In 1968 verscheen onder de titel „Archi-
tettura Moderna in Olanda (1900-1940)"
een interessante studie van Giovanni Fa-
nelli, een veel geraadpleegd handboek,
dat echter jammer genoeg niet voor een
ieder, die geïnteresseerd is in de Hol
landse architectuur van de eerste helft van
de 20e eeuw, toegankelijk was. Het is aan
het initiatief van Wessel Reinink te dan
ken, dat er nu een Nederlandse vertaling
is verschenen. Bovendien is het boek wat
bijgewerkt, zodat er meer actuele gege
vens in te vinden zijn.
Fanelli heeft z'n studie indertijd geschre
ven als een soort inventarisatie.
Na een interessante inleiding, schenkt
Fanelli aan een aantal beroemde archi
tecten en stijlgroepen uitvoerig aan
dacht. Achtereenvolgens passeren de re
vue P. J. H. Cuypers, K. P. C. de Bazel
enj. L. M. Lauweriks, H. P. Berlage, de
Amsterdamse School (met Kromhout,
van der Mey, de Klerk, Kramer, Wijde-
veld e.a.)J. F. Staal enW.M. Dudok, De
Stijl en het Functionalisme (met van 't
Ho ff, Rietveld, J.J. P. Oud,J. Wils, C.
van Eesteren, M. Stam, J. Duiker en B.
Bijvoet, L. C. van der Vlugt en J. A.
Brinkman, J. H. van den Broek, W. van
Tijen en J. B. van Loghem e.a. Een af
zonderlijk hoofdstuk is aan de Delftse
school gewijd en aan de situatie na de
Tweede Wereldoorlog wordt eveneens
aandacht geschonken. Aan het werk zijn
uitvoerige, beredeneerde, chronologi
sche bibliografie en biografieën, alsmede
een catalogus van de voornaamste wer
ken van de architecten toegevoegd. Veel
foto's en tekeningen verrijken de tekst.
De Nederlandse uitgave is verzorgd door
Wirn de Wit (Ned. Documentatiecen
trum voor de bouwkunst), die - met an
deren - daaraan ongetwijfeld een flinke
kluif heeft gehad.
Het boek verwelkomen we met des te
meer genoegen, omdat het gaat over een
bouwperiode, waarin veel belangrijk
werk is tot stand gekomen, architectuur,
die gelukkig de laatstejaren meer en meer
de aandacht krijgt van Monumenten
zorg. Het boek van Fanelli zou in dit
opzicht min of meer als een ondersteu
ning van het streven naar bescherming
van deze architectuur-periode kunnen
worden beschouwd.
Voor alle inspanning die men zich voor
deze uitgave heeft getroost, vinden we 48
het daarom jammer, dat we er nogal wat
fouten in aantroffen, waarvan sommige
misschien tot zetfouten zijn terug te.
brengen, maar andere bij de bewerkers
moeten worden gezocht. Fanelli heeft
indertijd, naar hij zelf verklaarde, niet
naar volledigheid gestreefd, maar nu er
een Nederlandse bewerking kwam, had
ir. A. J. van der Steur (architect o.a. van
het museum Boymans in Rotterdam)
wel een afzonderlijke beschrijving ver
diend (hij wordt wèl in de bibliografie
genoemd). En wat de fouten of onnauw
keurigheden betreft, we plaatsen een
vraagteken bij het stuk over De Bazel,
waarin deze op bldz. 234 vermeld wordt
als architect van het station van de Hol-
landsche Electrische Spoorweg Maat
schappij in... Leiden. De juiste naam
was Zuid-HollandscheElectr. Spoorweg
My en die bouwde alleen de lijn Den
Haag-Rotterdam-Hofplein. Bij Berlage
staat op bldz. 238 het ontwerp voor een
kantoor van „De Nederlanden van
1854" vermeld; d.m.z. 1845;J.J. Bran-
des, bldz. 245; H.B.S. Laan van Meer-
dervoort, m.z.: Klaverstraat; J. W. E.
Buys, bldz. 249, woonhuis E. de Boer
de Rijklaan, m.z. van Rijklaan; J. Lim
burg, bldz. 288, Tweede gymnasium
Bilderdijkstraat, m.z. Bilderstraat en
even verder staat Van Lisse en Kan, m.z.
Lissa en Kann. Bij Luthman, bldz. 292
wordt vermeld, dat de bouw van het
nieuwe stadhuis in 1938 startte. De
Haagse gemeenteraad gaf echter pas in
1946 toestemming tot de bouw; de eerste
steen werd op 5 mei 1949 gelegd. Bij D.
Roosenburg, bldz. 307 is sprake van Pen
sion voor rijksambtenaren, m.z. Pensi
oenfonds. Bij P. Zandstra, bldz. 328 is
sprake van restauratie en nieuwbouw
stadhuis, 's-Gravenhage; nauwkeuriger
was geweest wanneer gesproken was van
oude stadhuis; het nieuwe staat immers
op het Burg. de Monchyplein. Enfin, zo
zouden we nog wel even kunnen door
gaan. We hebben ons overigens vrijwel
uitsluitend tot Den Haag beperkt, maar
in de gegevens over andere steden staan
ook onnauwkeurigheden. Jammer voor
een overigens door de Staatsdrukkerij
goed verzorgde en voor belangstellen
den, belangrijke uitgave.
v.d.W.