Postelstraat is op het gewelf van de
Vughterstroom een brouwkuip aange
troffen
2. Een tweede stedebouwkundig ele
ment van belang voor de Uilenburg was
de stadspoort (Sintjanspoort). Een aantal
straatnamen zoals Korenstraat, Karren
straat en Lepelstraat herinnert aan de
handelsactiviteiten die plaatsvonden na
bij deze poort. Voor het fraaie laat 15e-
eeuwse Keershuis met zijn overkragende
zijgevel in de Sint Janstraat worden nu de
voorbereidingen getroffen tot restaura
tie.
Nabij deze stadspoort vestigde zich een
aantal stalhouderijen. De restauratie van
de fraaie 18e-eeuwse koetsierswoning
met stallen Molenstraat 4-6, die half op
de Dieze is gebouwd, is gereed. In de
gebouwen van een tweede stalhouderij
was tot voor kort een wasserij gevestigd.
(Molenstraat 3 t/m 15). Dit structureel
storende bedrijf is naar elders verplaatst.
Ter plaatse van de gesloopte gebouwen
zullen woningen en een binnenterrein
worden gecreëerd. Ook in het hierna te
bespreken pand Molenstraat 16-18 was
een stal met koetshuis en koetsierswo
ning gevestigd.
Tot nu toe is iets gezegd over de functie
ontwikkeling van het gebied. De functies 30
zijn voor een deel bepalend geweest voor
de huidige verschijningsvorm van het
gebied.
Meer nog bepaalt echter de Vughter
stroom het stedebouwkundig beeld. De
stroom is een tak van de Binnendieze, een
riviertje dat met allerlei zijtakken door de
stad stroomt. Het water loopt achter de
huizen, evenwijdig aan de straten die
hierdoor een bochtig beloop hebben ge
kregen. De parcellering bestaat uit smalle
diepe kavels die lopen van „straat tot
stroom", zoals in de archiefstukken
wordt omschreven.
De Vughterstroom in de Uilenburg
loopt parallel aan de Postelstraat achter
de huizen. Tot zover is dit een normaal
patroon. In de Postelstraat zijn echter de
percelen veel breder dan elders in de stad,
zodat er langshuizen konden ontstaan. In
de Uilenburg is ook als enige plaats in
Den Bosch een weg ontstaan langs het
water, een soort achterstraat, waaraan in
latere tijd huizen werden gebouwd. Deze
stonden op of aan de Vughterstroom.
Deze panden hebben alle eveneens een
kap evenwijdig aan de straat. Een goed
voorbeeld van het hier geschetste verka
velingspatroon zien we bij het pand Pos
telstraat 66 met op het achtererf over het
water gebouwd het hierna te bespreken
pand Molenstraat 16-18.
Sinds de verplaatsing van de stadsingang
naar de Visstraat in het eind van de vorige
eeuw is de Uilenburg buiten de route
komen te liggen en steeds verder in ver
val geraakt.
Al vanaf het midden van de jaren 60 (Ui
lenburgrapport 1968) is de gemeente be
zig dit waardevolle middeleeuwse stads
kwartier nieuw leven in te blazen. In het
thans vastgestelde bestemmingsplan Ui
lenburg I is uitgegaan van kleinschalige
functies zoals wonen, ambachtelijke be
drijfjes, boetiekjes, cafeetjes en eethuis
jes. Al waren er in het begin van de jaren
70 plannen in overvloed, met de echte
bouwactiviteiten wilde het niet al te best
vlotten, ook al nam de gemeente het ini
tiatief met de restauratie van de kademu
ren van de Vughterstroom.
Vanaf 1975 volgden aanvankelijk
schoorvoetend, thans in sterke mate de
particuliere bouwactiviteiten. Vooral de
horeca en de winkels komen van de