êT*
Graffito
heemschut
Jaargang 56
no. 1 januari 1979
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe:
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jaar
Alle correspondentie betreffende
de redactie van het tijdschrift:
aan Secretariaat van de Bond
Heemschut
Korenmetershuis
Nieuwezijds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001 ËM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020)22 52 92
Alle correspondentie betreffende
advertenties: aan B.V. 't
Koggeschip
Nieuwe Achtergracht 104
1018 WT Amsterdam
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020)22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individulele leden 40,
mogelijkheid van reductie
voor 65+ en 25- 20,
donateurs niet-indiv. leden/ 55,
losse nummers (incl.
porto) 3,70
Uit de inhoud:
2 Wat gebeurt er met het
Paviljoen Von Wied?
4 „Leiden": beteekent dat de
universiteit?
8 Het Elisabeths Weeshuis te
Culemborg
10 Romeinse vesting Xanten
wordt herbouwd
13 Restaureren in Hattum
14 Een pleidooi voor behoud van
het canisius-college in
Nijmegen
18 Heemschut in actie
21 Monumentenstudiedag
Foto omslag:
Het voormalige Heilige Geest- of
Arme Wees- en Kinderhuis.
Foto: Rijksmuseum van geologie
en mineralogie
Het woord hierboven zal voor sommi
gen een verklaring vragen. Onze ency
clopedie zegt er o.m. het volgende over:
Graffito, ook wel sgraffito is een procédé
ter versiering van paneelvlakken, tym-
pans, platte banden in gevels, bestaande
in het aanbrengen van een bijzondere be
pleistering, waarin in nog weke toestand
met een ijzer ornamenten worden ge
krabd.
In 't kort dus: muurversiering. Vooral na
de Tweede Wereldoorlog werd aan het
begrip muurversiering nog een dimensie
toegevoegd en hebben beeldende kun
stenaars de gelegenheid gekregen muur
schilderingen aan te brengen op muren
van (openbare) gebouwen, die door hun
vaak gesloten massaliteit zonder enige
vorm van versiering een doodse, afwe
rende indruk zouden maken. Sommige
kunstenaars zoeken het daarbij in het ab
stracte, andere in voorstellingen, waarbij
van de fantasie geen ofnauwelijk inspan-
ning wordt gevraagd. De versiering be-
i perkt zich soms tot de „platte banden",
J zoals bij het Shell-gebouw in Den Haag,
waarbij Karei Appel overigens geen graf-
fito-procédé toepaste, maar daaraan
i hoogstens de inspiratie ontleende.
Niet iedereen kan zich in deze opnieuw
opgevatte kunstvorm vinden, maar welk
bezwaar men er ook tegen kan hebben,
men kan hierbij niet aan de oprechtheid
van de kunstenaar twijfelen.
Er manifesteert zich intussen al verschei
dene jaren een andere vorm van muur
versiering waartegen wij meer en meer
bezwaar gaan koesteren. Het is een vorm
van muurversiering, die uit het buiten
land naar hier is komen overwaaien. Of
schoon, er is een oud spreekwoord, dat
zegt: kinderen en dwazen schrijven hun
namen op muren en glazen. En dit ver
schijnsel nu is in de tegenwoordige tijd
bepaald geen versiering. Integendeel. Nu
weten we wel, dat sociologen en anderen
-ogen voor het beoefenen van de muur-
tekstkunst allerlei verklaringen hebben,
maar daarom behoeven we er nog geen
vrede mee te hebben. Het is natuurlijk
erg interessant als we kennis mogen ne
men van de mededeling „Thijs ik hou
van je" of,, De heksen zijn terug". En een
aardige vinden we ook „Klaasje repje"
en het is zeker fijn voor degene voor wie
deze mededeling: „Klaas komt" bestemd
1
is. Minder leuk is: „Wie dit leest kan de
krijgen" en het lijkt nauwelijks inte
ressant te lezen dat „Henk de kapper
metgaat". Verder blijken talloze mu
zikale idolen zo nodig vermeld te
moeten worden. Daarbij ook punk,
waarachter dan meestal nog een swastika
is getekend, een uiting van muurversie
ring, die bij degenen die de Tweede We
reldoorlog hebben meegemaakt bepaald
geen prettige herinneringen oproept.
We hebben hiervoor een kleine selectie
gemaakt uit de talrijke teksten, die we in
de loop van één maand in verschillende
steden noteerden.
Politieke leuzen en dan vooral betrekking
hebbende op buitenlandse toestanden
zijn ook bijzonder in. Vroeger zagen we
nog wel eens politieke leuzen in verkie
zingstijd, maar de overheid heeft daaraan
toen vooreen belangrijk deel paal en perk
gesteld door het aanbrengen van borden.
De uitingsdrift gaat tegenwoordig ech
ter, naar onze mening, alle perken te bui
ten. De vervuiling van Amsterdam op
het hier door ons gesignaleerde terrein
neemt afschuwelijke vormen aan en ver
gelijkingen met Harlem (New York)
dringen zich op. Dit alles zouden we nog
wel bereid zijn te aanvaarden, maar wan
neer meer en meer ook monumenten
worden besmeurd, wordt onze tolerantie'
toch wel iets te veel op de proef gesteld.
Terecht zijn er gemeentelijke welstands
commissies die tegen al te opdringerige
(licht-) reclame in het (beschermde)
stadsgebied waken. De Bond Heemschut
staat daar volkomen achter. We herinne
ren ons in dit verband het indringende
filmpje van Civil Trust over de reclame -
vervuiling in Engelse steden. Welnu,
wanneer er terecht tegen deze vervuiling
wordt opgetreden dan mogen we ons
toch ook afvragen, waarom er niet wordt
gewaakt tegen de uitbarsting van on-es-
thetische vormen van graffito, met name
op onze monumenten. Enerzijds hebben
wij hierbij te maken met een gebrek aan
eerbied voor onze monumenten, ander
zijds met een gebrek aan toezicht. Te
weinig politie zegt men. We vrezen, dat
we het met deze dooddoener zullen moe
ten doen. Helaas o.m. ten koste van onze
monumenten. Het is wèl triest.
v.d.W.