Everswijngoed muren, blijft intact, zodat bezoekers een indruk kunnen krijgen hoe een romeinse stad er uitzag en hoe de bevolking er leefde. Maar in opdracht van het land schapsgenootschap Rijnland, in samen werking met het Rijnlandse museum te Bonn, wordt een deel van de vroegere stad gereconstrueerd en weer opge bouwd. Xanten was natuurlijk een om muurde stad met dikke wallen, en vele vestingtorens. Voor de stadsmuur in het noord-oosten lag de Rijnhaven. De ka den van deze haven waren gebouwd van zware eikenstammen en eikehouten planken. De stad was in opzet een vier kant met twee hoofdstraten (Kardo maximus en Decumanus maximus), die het oppervlak in vier rechthoeken ver deelden. Deze vier kwartieren werden door zijstraten ontsloten. In het centrum van de stad lagen de openbare gebouwen, zoals die voor het stadsbestuur, de hoofd tempel en het stedelijk badhuis. In het westelijk stadsdeel bevonden zich de hui zen van de welgestelden. In het oostelijk deel woonden de ambachtslieden, even als in het havengebied. De straten waren naar zuidelijke bouwtrant door galerijen omzoomd. In het uiterste zuiden bevond zich het amphitheater, dat al in 1935 werd blootgelegd. In vergelijking met andere romeinse amphitheaters was dat in Xan ten van een gemiddelde grootte. Het bood plaats aan ongeveer 12.000 bezoe kers. Met de bouw van het theater is waarschijnlijk kort na de stichting van de stad, ca. honderdjaarn. Chr., begonnen. In het midden van de arena bevond zich een toneel, dat men kon laten zakken of omhoog heffen. De zuilen, waarvan de resten nog zichtbaar zijn, zijn, volgens archeologen, door grote bogen met el kaar verbonden geweest. Gemeten naar de buitenste zuilengalerij besloeg het bouwwerk een oppervlakte van 99 bij 87,5 m. Tot de restauratie, resp. wederopbouw behoort o.m. het romeinse stadhuis, dat als archeologisch museum zal worden ingericht. Het is overigens ook de bedoe ling het oude stratenpatroon te restaure ren. Herbouwd zijn bereids een stuk ves tingmuur, een poort, terwijl een ro meinse hijskraan is nagebouwd. Ook een aantal woningen van ambachtslieden zal worden herbouwd. v.d.W. Zelfs het behoud van een oude boerderij blijkt soms heel wat voeten in de aarde te hebben, zoals te leren valt uit de weder waardigheden van de boerderij Evers wijngoed. De boerderij, zoals we die thans kennen dateert uit 1805, maar die is opvolgster van een 17e eeuwse hoeve, die vanouds behoorde tot de bezittingen van het landgoed Quadenoord in Renkum. Enige jaren geleden had Staatsbosbeheer het plan de boerderij te slopen, maar een aantal enthousiaste, meestjonge mensen, vonden dit - terecht - een aanslag op ons architectonisch erfgoed. Zij hebben er hard voor moeten boksen om de sloop te verhinderen, maar een zekere ontluiste ring hebben ze toch niet kunnen tegen gaan. Plavuizen, betegelde schouwen en koperen kranen werden gestolen. Om verdere vernieling te voorkomen werd de boerderij door dejonge mensen „leef baar" gemaakt, intussen plannen uitwer kend om niet alleen de sloop te verhinde ren, maar ook een restauratie tot stand te brengen. Uiteindelijk heeft Staatsbosbe heer de boerderij aan een inmiddels opge richte stichting „Everswijngoed" voor 650.000 overgedragen, een fors bedrag waarvan de stichting 150.000 zelf moet fourneren, hetgeen voor de voorzitter, ir. R. E. van Dorps en zijn medebestuur ders geen eenvoudige opgave is. Er zal geld op tafel moeten komen, hetzij als gift, hetzij als laagrentende lening. Voor wie daaraan wil meewerken, het adres van stichting Everswijngoed is: Benne- komseweg 160, 6871 KJ Renkum, toe gezegd een restauratiesubsidie te zullen verlenen. Het plan is KJ Renkum. Het Rijk heeft inmiddels, evenals de gemeente Ren kum, de boerderij een zgn. leerboerderij te maken, deze gedeeltelijk voor bewo ning te bestemmen en er omeen bakke rij en een kaasmakerij in te vestigen. Voor de verwezenlijking van haar plan nen heeft de stichting de hulp ingeroepen van onze bond Heemschut. DE BEGIN 19E EEUWSE BOERDERIJ EVERSWIJNGOED IN RENKUM, WAARVAN EEN NIEUWE STICHTING DE RESTAURATIE EN HET BEHEER OP ZICH HEEFT GENOMEN. STAATSBOSBEHEER HAD SLOOPPLANNEN.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1979 | | pagina 19