DE LEIDSE STERRENWACHT AAN DE
KAISERSTRAAT; DOOR H. CAMP, 1860.
FOTO'S TER BESCHIKKING GESTELD DOOR
AC. HIST. MUSEUM
DE PIETERSKERK, WAARVAN DE
GESCHIEDENIS TERUGGAAT TOT HET
EINDE VAN DE 14E EEUW; THANS
TREFPUNT VOOR BIJZONDERE
UNIVERSITAIRE GEBEURTENISSEN.
FOTO; KLM AEROCARTO; VERZAMELING
ACADEMISCH HIST. MUSEUM LEIDEN.
Ziehier één reden waarom een ogenblik
werd stilgestaan bij het gemopper van
een halve eeuw geleden. Maar we hadden
er nóg een aanleiding toe: de charmante
parallelliteit met het soms al even en
thousiaste gemopper dat men ook heden
ten dage in Leidse kringen kan horen op
gaan als het over de universiteit en be
bouwd Leiden handelt. Men gispt dan
maar al te graag de universitaire „expan
siedrift" en „machtspositie". Een ge
woon mens komt er niet in, zo hoort men
danjammerlijk verzuchten, maar de uni
versiteit wèl; die kan die panden achter
mekaar maar opkopen en restaureren.
Die kan hele terreinen (WSD) claimen
omdat het toch alles een kwestie van twee
handen op één buik met de gemeente is.
„En als wij er niet waren geweest", zo
kan men sommige zeer sterk gedrevenen
ook horen uitroepen, „dan was op dat
WSD-terrein die afzichtelijke, geweldige
toren van 125 m voor de universiteitsbi
bliotheek daar gebouwd". (Men herin
nert zich het door de universiteit mede op
grond van de publieke opinie verworpen
plan dat aanvankelijk ter tafel lag ter leni
ging van de nood aan huisvestingmoge
lijkheden voor bibliotheek en een aantal
andere universitaire instellingen).
Dat zich in soms zeer felle, soms zeer zure
bewoordingen afzetten tegen de Rijksu
niversiteit als huiseigenaar en bouwheer
is mogelijk al evenzeer een soort wetma-
7
tigheid. Het is zuur wanneer men als par
ticulier geïnteresseerd is in een bepaald
huisje aan een Leidse gracht en men ver
neemt bij de bevoegde instanties dat het
al voor universitaire doeleinden was ge
reserveerd. Zeer pijnlijk is het echter ook,
wanneer een pandje aan een gracht door
een particulier wordt aangekocht en ver
volgens voor hemzelf één brok ellende
wordt niet alleen wegens de voor hem
niet op te brengen onderhouds- en repa
ratiekosten, maar ook gezien de langdu
rige procedures die kunnen ontstaan.
Zo'n pand dreigt voor de gemeenschap
verloren te gaan omdat het wegens ach
terstallig onderhoud van binnenuit ver
kankert.