'Tl
i
een waardige ligging mogelijk maken en
dan voor goede architectuur", zo sti
puleerde hij. En er is op zeker moment
ook in die richting gehandeld - los overi
gens van dit advies men denke aan de
terreinen bij Oegstgeest aan de Wasse-
naarseweg, maar dit beleid heeft op zijn
beurt toch ook weer wijziging onder
gaan. Althans in die zin dat het niet meer
als alleen-zaligmakend wordt be
schouwd. Er is immers in het laatste de
cennium dan toch maar weer een visie tot
ontwikkeling gekomen die, minder dan
van grote, zomaar ergens gereserveerde
terreinen ten behoeve van enorme, pres
tigieuze universitaire gebouwcomplexen
uitgaand, juist meer de accenten legt bij
integraties in het oud-stedelijk weefsel èn
in het algemeen-sociaal gebeuren. Het
Witte Singel-Doelenproject (WSD)
wordt in dit verband qua lokatie duidelijk
als een gelukkiger gegeven gezien dan het
laboratorium-complex daar aan de Was-
senaarseweg, met al zijn ruimte, maar
tevens zijn isolement. Het WSD-project
geeft de universiteit de mogelijkheid tot
vervlechtingen, juist ook met die atmos
feer die wordt mede-bepaald met name
door die „meest burgerhuisjes van 1700
tot nu"!
De opvatting van eerstgenoemde criticus
met betrekking tot de betekenis van de
universiteit voor (gebouwd) Leiden had
natuurlijk wel een zekere consistentie: er
is onafwijsbaar sprake geweest van een
opportunistisch beleid (als men dan in
zo'n geval van „beleid" mag spreken).
En er zal, van Den Haag uit wel grote
zuinigheid zijn betracht (als men hier
even het woord krenterigheid niet wil
gebruiken). Maar het ziet er naar uit dat
bedoelde opvatting te zeer op rationele
grondslagen stoelde en te weinig een
soort „historische wetmatigheid" liet
meespreken. (En daarmee dus in feite on
rechtvaardig mag worden genoemd).
Welke „wetmatigheid"? Eenvoudig de
ze, dat de (of het) student van het prilste
universitaire begin af aan er naar heeft
gestreefd zijn bed en boekenkast zo dicht
mogelijk bij het Academiegebouw en de
bibliotheek aan het Rapenburg te instal
leren. Het ligt voor de hand dat uit dit
streven naar concentratie rond het Aca
demiegebouw een soort continu-oppor-
tunisme voortvloeide: waar de universi-
teit in de directe nabijheid vrijkomende
ruimte rook, diende zij zich als hogelijk
geïnteresseerde aan. Voor huisvesting
voor studenten, maar met name ook
voor het vestigen van universitaire insti
tuties. Wie Brasilia bouwt, kan meteen
een volledig geoutilleerd universiteits
kwartier uit de tekentafel toveren. Wie
echter in een oud-Hollands stadje dat dus
volgens de oude Blaauw eigenlijk geen
centrum heeft - op een zeer gevarieerd
terrein wetenschap moet gaan beoefenen
omdat er wegens grote dapperheid en
verdienstelijkheid een universiteit cadeau
is gegeven, die moet de straat op. Op
zoek naar vrijkomende kamers, gebou
wen, hofjescomplexen en dergelijke.
6
HET VOORMALIGE HEILIGE GEEST- OF
ARME WEES- EN KINDERHUIS, WAARVAN
HET OUDSTE DEEL UIT 1607 DATEERT. DE
VLEUGEL MET TRAPGEVEL (LINKS VAN
MUUR MET POORT) IS STERK
GERESTAUREERD. THANS RIJKSMUSEUM
VAN GEOLOGIE EN MINERALOGIE;
HOOGLANDSE KERKGRACHT 17.
FOTO: RIJKSMUSEUM VAN GEOLOGIE EN
MINERALOGIE