Hooglandse Kerkgracht 38; heel klein en vervallen 18e eeuws hofje, gesticht in het restant van het oude St. Pancras Begijnhof. Ons viel ook op, dat sommige Leidse hofjes dezelfde naam dragen als hofjeselders bijv. het Heilige Geesthofje (ook wel Comelis Spronghshofje genaamd) welke eerste be naming we in Den Haag eveneens tegenko men. Onze weg voerde 't eerst naar het Pieter Loridanshofje, gesticht in de 17e eeuw. De tekst van de gevelsteen boven de toegang aan de Oude Varkensmarkt hebben we als „motto" aan dit artikel meegegeven; een louter willekeurige keus, want het had evengoed een andere gevelsteentekst kun nen zijn. Dit hofje is door Studentenhuisvesting ge restaureerd ten behoeve van de huisvesting van studentenechtparen. Nou, die wonen er fijn èn rustig. De binnenhof is vrolijk be plant en tegen de achterzijde ziet men, bij binnenkomst, een soort kloostergang met pilaren. Het is waarschijnlijk de plaats ge weest waar vroeger de was werd gedaan, waarbij het middenterrein als bleekveld werd gebruikt. Nu dient die wasplaats als rijwielbergplaats, aan 't oog onttrokken door bloeiende planten. Langs het de laatste jaren veel besproken Doelenterrein gaande, kwamen we in de Doelensteeg, waarachter het Eva van Hoogeveenshofje ligt. Het moet nodig worden gerestaureerd. Op het ogen blik heeft het een gemengde bevolking; voor de helft ouderen, voor de andere helft jongeren. Maar dat is een tijdelijke situatie. Een klein, maar opvallend detail dit hofje heeft twee toegangen, waarvan de ene niet wordt gebruikt. Dat is overigens niet zo bijzonder, maar wel, dat boven de ene toe gang de naam met één o wordt gespeld en boven de andere ingang met tweeo's. Er ligt een typische bestrating in dit hofje, nl. een van gele en rode steentjes, die ook zijn ge bezigd voorde voorgeveltjes van de huisjes. Er staat hier een forse pomp, gekroond door een lam (uit het wapen van de van Hooge- veens). Jammerdal de „skyline" van dit hofje ernstig ontsierd wordt door een an tenne op elke schoorsteen. In de Kloksteeg tegenover het Pieterskerk hof ligt het Jean Pesijnshofje, een gaaf, 17e eeuws complexje, gesticht door Jean Pesijn en zijne Huisvrouwe Marie de Lannoy. Een bordje aan de voorgevel vertelt dat eertijds hier het huis was waar John Robinson, 203 voorganger van de Pelgrim Fathers, leefde en stierf. De naam doet het al vermoeden, het is een Waals hofje, één van de drie Waalse hofjes in Leiden. De Meermansburg of het Meermanshof 17e eeuw) aan de Oude Vest is, gerekend naar het aantal woninkjes het grootste in Leiden; het telt nl. dertig woningen. Hier zijn o.a. een paar opvallende mooie deuren die toegang tot de hof geven. Het complex is op het ogenblik in restauratie; de helft is al klaar. Er behoort een prachtige regenten kamer bij, waarin een kostbare collectie schilderijen. In het midden van de grote tuin de onontbeerlijke pomp, „bekroond" door een krijgshaftige meerman met schild en een soort kromzwaard. De stichter meende het bij deze nadrukkelijke presentatie niet te moeten laten en liet zijn meerman ook nog eens vereeuwigen in het fronton boven de achtergevel. We hebben de regentenkamer jammer genoeg niet kunnen zien, maar onze begeleiders vertelden ons, dat ook die nodig gerestaureerd dient te worden, doch daar voor ontbreekt het geld. Dat gebrek aan geld, is er ook voor de restauratie van de regentenkamer van de Schachtenhof aan de Middelste gracht. Het hofje zelf is wel ge restaureerd. In de geveltjes zijn verschil lende gevelstenen (o.a. kinderkopjes) in gemetseld, afkomstig uit het museum De Lakenhal. Ook dit hofje dateert uit de 17e eeuw. Het dient bejaarden tot woning. Ons volgende bezoek gold het Sint Anna- hofje aan de Hooigracht, maar met de in gang aan de Middelste' Gracht. Het dateert uit 1492. Het onderscheidt zich van vele andere hofjes door het bezit van een afzon derlijk gebouwd kapelletje. Daarin bevindt zich het enige altaar boven de Moerdijk, dat de beeldenstorm doorstond. Dat was niet zó verwonderlijk; de vandalen hebben het ver borgen kapelletje ongetwijfeld over het hoofd gezien. Overigens komen we in dit

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 22