werk, de vensters gevat in zandstenen om lijsting en afgedekt door hardstenen ontlas- tingsbogen, door dubbele pilasters van el kander gescheiden, deden zien dat een nieuwe bouwtrant in opkomst was, de re naissance zich voor goed baan had gebroken en de gothieke trekken werden uitgewist, aldus ongeveer de Vink. Na de gruwelijke dood van Van Oldenbamevelt is het o.a. „hotel" geweest voor Franse ambassa deurs, zoals Claude de Mesmes, en in 1697 verleende het huisvesting aan de Oosten rijkse gezant von Strattmann. Eerder was het in gebruik genomen door de Algemene Oost-Indische Maatschappij der Verenigde Nederlanden om als verblijf te dienen van haar bewindhebbers en tot het houden van vergaderingen der halve zeventien. In het begin van de 18e eeuw was Catharina, gra vin douairière von Wartenberg eigenaresse van het pand, dat als gevolg van jarenlange verwaarlozing sterk in verval was geraakt. Het werd gerestaureerd, maar daarbij ging nogal het een en ander van het oorspronke lijke karakter verloren, misschien niet zó verwonderlijk als men weet, dat deze Ca tharina nu niet bepaald uit de allerbeste kringen voortkwam en indertijd een twijfel achtige rol in het Haagse leven èn daarbui ten heeft gespeeld. Om een lang historisch verhaal verder kort te maken, in het midden van de 18e eeuw diende het huis tot woning van de Russische gezant prins Galiski. In 1806 werd het met belendende panden inge richt tot ministerie van Financiën, dat er dus zo'n 175 jaar in heeft gehuisd. In de loop van de 19e eeuw is er nog een stuk naast gebouwd, maar dit deel is nu weer afgebro ken, waardoor de toegang tot de Parkstraat straks breder kan worden. Na al deze historische bijzonderheden over het oude ministerie van financiën, nu nog iets over het „paleisje" in de hoek van de Kneuterdijk, bij de ingang van de Heul- straat. Vóór het tegenwoordige paleis werd gebouwd - 1720-1730 - stonden er andere huizen, die met de bewoners-eigenaars een bewogen leven hebben geleid. Een stuk boeiende Haagse èn Hollandse geschiede nis. Beginnen we met 1716 toen Johan Hendrik graaf van Wassenaer-Obdam twee huizen, resp. in de Heulstraat en in de bocht van de Kneuterdijk in zijn bezit kreeg. Men moet zich daarbij intussen wel even realise ren, dat bij beide huizen naar tegenwoor dige begrippen flinke lappen grond, deels moestuin, bevonden, die natuurlijk in de loop der eeuwen grotendeels bebouwd zijn. Maar dit terzijde. Op de door sloop vrij gekomen grond van zijn nieuw verworven bezit liet Van Wasse naer-Obdam een klein paleis bouwen, dat behoudens wat betrekkelijk geringe veran deringen, nog in zijn oude vorm bewaard is gebleven. Historici schrijven de oorspron kelijke plannen voor de bouw van het kleine paleis toe aan Daniël Marot. Diens tekenin gen zijn echter niet uitgevoerd. Dat neemt niet weg, dat de bouwer van het paleis wel bij Marot te rade is gegaan. De voorgevel vertoont tenminste een bouwwijze in de trant van Marot. We ontlenen deze architec tonische bijzonderheid aan een bijdrage van jhr. mr. D. P. M. Graswinckel in Die Haghe (1937); andere bronnen hebben deze gang van zaken overgenomen of zijn al eerder tot eenzelfde conclusie gekomen. Het merk waardige is echter, dat in het Kunstreisboek van de Rijkscommissie voor de monumen tenbeschrijving Marot wèl als de architect wordt genoemd. Sterker nog, men kan hier lezen: „Het eigenaardig in de hoek gelegen gebouw is aan de voorzijde grotendeels in zandsteen uitgevoerd en zeer kenmerkend voor de bouwtrant van Marot (sic De middenpartij was oorspronkelijk van een rijk versierde bekapping met open verdie ping voorzien. In het gebouw bevindt zich een empire balzaal (door J. de Greef). Johan Hendrik was een kleinzoon van de beroemde admiraal Van Wassenaer-Ob dam, die in 1665 bij Lowestoft met zijn schip in de lucht was gevlogen. Johan Hen- 197

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2023 | 1978 | | pagina 16