bij herhaling af te zetten tegen de overheid. En daarvoor geeft diezelfde overheid nog geld ook aan Heemschut, die daarmee de overheid voortdurend voor de voeten loopt. Zo is Heemschut enerzijds een luis in de pels van de overheid, anderzijds ziet die over heid de Bond Heemschut als een enfant ter rible. Maar, zo zei mr. Hotke, ik heb het altijd een goede zaak gevonden dat Heem schut er is. Ingaande op de rede van dhr. Vonhoff, zei mr. Hotke o.a. van mening te zijn, dat er voor de monumentenzorg zo langzamer hand een grens moet komen aan de financi ële mogelijkheden. Hiermede wilde mr. Hotke echter vooral niet zeggen, dat die grens al is bereikt. Hoegen heeft een tijd achter de rug, waarin veel is gebeurd. De betekenis van de uitdrukking ,een luis in de pels" heeft Hoegen op een hoger plan waar gemaakt. Langzamerhand is Heemschut op allerlei terrein voor velen een gesprekspart ner geworden. Dat veroorzaakte ook een grote groei van Heemschut. Onder Hoegen is Heemschut dan ook belangrijk versterkt. Hoegen heeft duidelijk gemaakt, dat mo numentenzorg niet is een omzien naar het verleden, maar een omzien met het verle den. Mede sprekende namens de staatsse cretaris van CRM zegde de heer Hotke de scheidende voorzitter tenslotte dank voorde prettige samenwerking en de goede ver standhouding. Tien jaren afgesloten Hierna richtte Heemschuts' nieuwe voorzit ter, de heer G. K. J. M. Hamm zich tot dr. Hoegen: „Onze Nederlandse taal bevat merkwaardige uitdrukkingen, althans uit drukkingen waarbij de tegenspraak als het ware is ingebouwd; overigens niet vreemd in de oren klinkend omdat het Nederlandse volkskarakter ook vol tegenstellingen zit". Zo begon de heer Hamm, om te vervolgen: „Ik heb het oog op de uitdrukking „af scheid vieren". Wat valt er normalerwijze te vieren bij een afscheid?; een afscheid dat men betreurt. Maar we vieren dan ook geen Tot slot van de Heemschutdag kwamen de deelnemers bijeen in de Ronde Lutherse Kerk Foto: Heemschut 180

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 14