Boekennieuws
Kunstreisboek voor Nederland. Van deze
waardevolle gids is de zevende druk ver
schenen. Twaalf jaar geleden verscheen de
vorige druk. Sindsdien is er nogal wat ver
anderd en gerestaureerd, zodat een nieuwe
druk, aangepast en herzien, zeker in een
grote behoefte zal voorzien. Deze 800 bldz.
tellende gids bevat een schat van gegevens
omtrent „historische" gebouwen enz., bij
eengegaard dooreen aantal zeer deskundige
medewerkers. Een aantal plattegronden
vergemakkelijkt de bruikbaarheid in hoge
mate. De Rijksdienst voor de Monumenten
zorg, die het reisboek in opdracht van de
Rijkscommissie voor de momumentenbe-
schrijving samenstelde, verdient een woord
van lof voor het omvangrijke werk, dat
moest worden verricht. Uitg.: P. N. van
Kampen, Amsterdam/Standaard Uitgeve
rij, Antwerpen; 39,50.
Nieuwe Drentse Volksalmanak 1977. Een
jaarlijks terugkerende verzameling opstel
len over (historische) Drentse onderwerpen,
waarvan we in het bijzonder noemen de
bijdrage van dr. J. W. Niemeijer over de
betekenis van Drente voor de vernieuwing
in de landschaps-schilderkunst omstreeks
1800. Uitg.: Van Gorcum en Cie., Assen.
De architectonische ruimte.
Uit het voorwoord: „Gedurende de dertig,
jaren die sedert de oorlog verlopen zijn, is
dooreen groep architecten in schoolverband
over kerkelijke architectuur nagedacht en
een van de eerste herwonnen noties is ge
weest, dat kerkelijke architectuur niets an
ders kan en mag zijn dan architectuur in haar
volmaakste vorm. Alle verdere begrippen
die aan het licht zijn gekomen, hebben
daarom betrekking op het menselijk verblijf
in het algemeen en men vindt ze in dit boek
samengevat". Dit laatste is het werk van
Dom H. van der Laan. Een typisch vakboek
met tekeningen en grafieken. (Uitg. E. J.
Brill, Leiden; 60.-).
Atlas van de bouwkunst. Deel I behandelt
de bouwkunst van Mesopotamië tot Byzan-
tium. In al zijn beknoptheid geeft deze atlas
ruime informatie, die ondersteund wordt
door veel kaarten, schetsen en overzichten,
grotendeels in kleur. Achterin een litera
tuuropgave en een practisch register, dat
naar de veelheid van onderwerpen verwijst.
De atlas is oorspronkelijk in het duits ver
schenen. De vertaling is van drs. Marianne
145
E. de Haas. Uitgave Bosch en Keuning,
Baam; Sesam-pocket; 15,-.
Kasteel Bouvigne. Ter gelegenheid van de
ingebruikneming door het Hoogheemraad
schap West-Brabant is door dr. F. A. Bre-
kelmans, gemeente-archivaris, de nogal
woelige geschiedenis van het kasteel te
boek gesteld. Die geschiedenis gaat waar
schijnlijk terug tot de eerste helft van de 16e
eeuw. Het juiste stichtingsjaar is niet be
kend. Tussen 1614 en 1775 was Bouvigne
het eigendom van de Oranjes. Aan de jong
ste geschiedenis is niet zoveel aandacht ge
schonken. Interessant is het hoofdstuk over
de restauratie-geschiedenis 1975-1977. Het
boekje is rijk geïllustreerd.
Kijk op Nederland.
In deze serie zijn inmiddels nog verschenen
Gelderland en Zeeland. Evenals de eerder
uitgekomen delen bevatten deze provin
cie-boeken weer een schat aan foto's, die
vooral voor „verkenners" van ons land on
getwijfeld vele nieuwe perspectieven ope
nen. (Agon Elsevier.)
De Noordelijke Vechtplassen.
Dit is een publicatie van de Ver. tot behoud
van Natuurmonumenten in Nederland. Het
boek (393 bldz.) handelt over flora en fauna
van dit prachtige natuurgebied. Eerder ver
scheen een dergelijk boek over de Zuidelijke
Vechtplassen. Te bestellen door overma
king van 12,-op postgirorekening 99 33
t.n.v. Natuurmonumenten, 's-Graveland.
Torens. Het hier te bespreken boek is zeker
niet het eerste, dat torens tot onderwerp
heeft. Niettemin menen we, dat de auteurs,
de heren H. Janse (hoofd van de afd. docu
mentatie van de Rijskdienst voor de Monu
mentenzorg) en L. J. Hart, tot een geslaagd
werk zijn gekomen, omdat over de zestig
besproken torens, heel wat belangwek
kends, in historische en architectonische
zin, wordt verteld. Behalve Nederlandse to
rens worden ook enkele Vlaamse torens be
handeld. Boeiend zijn vooral ook de voor
treffelijke foto's (veelal ten voete uit), teke
ningen (van de heer Hart) en afbeeldingen
van schilderijen en prenten. De samenstel
lers hebben zich niet tot oude torens be
perkt, maar beschrijven ook enkele „mo-
Illustratie (Speeltoren van Mon-
nickendamj uit Torens"