3* eveneens omgrachte - voormalige kasteel, ten noordoosten van de oude stad. In het sil houet van de stad, zo gaat de toelichting verder, zijn achtereenvolgens van noord naar zuid te herkennen: het stadshuis, de to ren en het schip van de Grote of Sint Barba- rakerk, de neo-gotische Rooms-katholieke Kerk met het er achter liggende voormalige klooster en de Lanxmeer- of Binnenpoort. Deze gebouwen liggen alle in de oude stad. De molenromp ten westen van de Binnen poort speelt eveneens een rol in het silhouet. Vanaf de spoorbaan, de rivier en de dijk, maar vooral ook uit het open terrein ten oos ten van de stad, de Veulenkampen, levert het stadssilhouet, omzoomd door hoge bo men en boomgaarden, een waardevol beeld op. Zo'n kwalificatie klinkt wat dor in de amb telijke taal. Wie echter oor heeft voor het bekoorlijke silhouet van zo'n oud stadje aan de rivier met uitgestrekte uiterwaarden, laat het niet bij een oordeel als „waardevol", maar denkt onwillekeurig aan het beeld, dat 16e en 17e eeuwse schilders op zo vele doe ken hebben opgeroepen of waarvan de dich ter Laurens van der Waals repte: k weet het wel, ik heb nog veel verzwegen van 't liefs en moois, dat in het stadje was, bevreemde groetjes die ik heb gekregen en zongespeel in oud en paarsig glas, 't stadhuis, dat er zo statig stond, en het geluk, dat men er vond. Zó poëtisch doet het tegenwooridge Culem- borg niet meer aan. Het rustieke is groten deels verloren gegaan, van bezonken rust is geen sprake meer of het moest zijn op een stillen zondagochtend. En een droomstadje, vol monumenten, is Culemborig tegen woordig evenmin. Ook hier heeft de auto de plaats ingenomen van de ratelende karren met daarvoor gespannen forse paarden. Je kunt - wil je echt de pracht van menig nog bewaard gebleven monument goed in het opnemen - beter de auto verlaten en je een wandeling getroosten. Zeldzaam We zijn nu wel een beetje afgedwaald. Ke ren we dus terug naar de redenen, waarom Culemborg een beschermd stadsgebied kreeg. En we lezen dan: „Omdat Culem borg in de 17e en 18e eeuw geen nieuwe vestingwerken zijn aangelegd, is de ruimte lijke relatie tussen de stad en het aanslui- 131 tende landschap in hoofdopzet nog 16e- eeuws, hetgeen vrij zeldzaam is voor een stad van een dergelijke grootte. De Markt en de Varken smarkt zijn verreweg de belangrijkste stedelijke ruimten. De his torische bebouwing is geconcentreerd langs de oude Voorstraat (nu Tollenstraat), de Havendijk, langs de enige doorgaande oost-west verbinding in de stad: Slotstraat - Kattenstraat - Goilberdingerstraat en de straten evenwijdig aan de Markt: de Ridder straat en de Achterstraat-Heerenstraat, en de verbinding hiervan: de Everwijnstraat. Aan het einde van de 19e eeuw is aan de oostkant een riante bebouwing ontstaan langs het Voorburgen de noordelijke Dreef. Na de Tweede Wereldoorlog zijn andere uitbreidingen gevolgd. In het westelijk deel van de Havendijk is de historische bebou wing door recente sanering verdwenen. Zo staat het in de toelichting op het besluit tot bescherming van het stadsgebied. Het is een zachtere uitdrukking voor kaalslag, sloop. Met name de sloop van het oude Mannen- en vrouwenhuis in het Haven kwartier (ca. 1974) is bijzonder triest. Van sanering spreekt men in de officiële taal ook als men het heeft over het verdwijnen in de

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 24