Brouwersgracht-Binnen Oranjestraat:
woonhuisvanir. Wellen;eigendomHendrick
de Keyser.
Ier: Om de eerste stormvloed te keren, moet
je alle kanten bespelen. Is er een eigenaar
die een luifel wil hebben? Dan moet je
overwegen dat het belangrijk is als een huis
maar in positieve zin vooruitgaat. Als je
voldoende echte kiezen hebt kun je er een
valse kies wel bij hebben. En wat een condi-
tio sine que non zou moeten zijn: Als je een
huis afbreekt, moet je er een mooier voor
terugbouwen.
Als een gunstig teken ziet de heer Weller dat
er weer architecten zijn die zich geven voor
de invuloefening in de porseleinkast" en die
met veel zorg en ambitie bouwen. Overi
gens als je dat in de kleine bocht van de
Herengracht bij de Leidsegracht wilt doen,
moet je wel van het kaliber van Jacob van
Campen zijn.
Ir. Weller hoopt dat er een tijd komt dat er
zoveel respect is voor het mooie oude huis
dat men het bureau monumentenzorg kan
afschaffen. Het moet zo worden dat men
weet: kom niet aan mooie huizen, laat die
maar staan: er zijn lelijke genoeg
Hij gooit nog een schep kolen in de platte-
buiskachel. De klep klapt weer dicht. Er
valt wat schraal voorjaarslicht in het voor
huis van 1650-dertien voeten breed-op de
mensen van 1978. Even nog een mijmering
over de tradities van het bouwvak die verlo
ren zijn gegaan, tradities waaraan we zoveel
mooie oude huizen danken, tradities die ook
van het eenvoudige huis een gaaf werkstuk
maakten. En tot slot citeert hij uit de Brabbe
lingen van Roemer Visscher een geestige
,bouw-brabbeling":
Claes timmerde een huys nae Amster-
damsch gemack
Op een erf omtrent van derthien voeten
breet,
Een voorhuys, een coocken, een schoor-
stien, een back,
Daeraen een camer beschoten en becleet,
Costelijckghenoeg, als de manier wel weet,
En omdat hij die van doorloop zou bevrijen,
Schoot hij daer een diorgangh af ter sijen,
Dan siet hoe rein comt toch alle dingh ter
snee,
Claes maeckte een gangh en hij heeft er
twee.
J. Th. Balk
109