I
Abcoude
Bathem
Lochem
Breda
verder op gewezen, dat slechts door middel
van een ruim subsidiebeleid de oorspronke
lijke bewoners deel kunnen hebben aan het
herstel van de Jordaan.
Tenslotte heeft Heemschut de commissie
verzocht er bij de bewindslieden op aan te
dringen op de kortst mogelijke termijn en
met hoge prioriteit maatregelen te treffen
om in elk geval een verder verval van het
gemeentelijk eigendom in de Jordaan te stui
ten en de onmiddellijke rehabilitatie of res
tauratie van ruim 800 woningen, die de ge
meente in de Jordaan bezit te stimuleren en
te doen realiseren.
Een afschrift van deze brief is gezonden aan
de ministers van CRM en VRO, aan de
staatssecretaris van CRM, Ged. Staten van
Noord-Holland en B. en W. van Amster
dam.
In de Stationsstraat worden bestratings
werkzaamheden verricht, die onze bond
aanleiding hebben gegeven zich tot B. en
W. te wenden. In onze brief wordt als me
ning gegeven, dat bij het reviseren van de
bestrating van genoemde straat het uit
gangspunt zou moeten zijn zoveel mogelijk
het landelijk karakter van de dorpskern te
bewaren. Beperking van de breedte van het
tegelpad langs de Gein, zoals nu geprojec
teerd, is daartoe volgens Heemschut, een
vereiste, om zodoende het groen langs het
water zo goed mogelijk intact te laten; een
en ander om het fraaie dorpsgezicht ter
plaatse te behouden.
In verband met het voornemen van B. en W.
om vergunning te verlenen voor de bouw
van een woning boven een bestaand le
vensmiddelenpakhuis aan de Schoolstraat,
heeft Heemschut zich tot het dag. bestuur
van deze gemeente gewend om er op te
wijzen, dat de stedebouwkundige in het
voorontwerp bestemmingsplan voor de kom
van Bathmen rond de kerk en toren bij elk
bestaand bouwwerk de goothoogte heeft
aangegeven. Zeer terecht, aldus onze bond,
is rond de kerk en toren een uitzondering
gemaakt om bouwen boven de bestaande
hoogte tegen te gaan om zicht op kerk en
toren niet te belemmeren. Ofschoon juri-
disch-technisch bij de voorgenomen bouw
wel de toegestane goothoogte in acht wordt
genomen, vraagt Heemschut zich af bf bij
de in het onderhavige geval gevolgde pro
cedure niet een precedent wordt geschapen,
waardoor op den duur kerk en toren geheel
ingebouwd zouden kunnen worden. De
bond heeft er bij B. en W. op aangedrongen
eerst nog advies in te winnen bij de Rijks
dienst v.d. Monumentenzorg.
Enige tijd geleden heeft Heemschut be
zwaar gemaakt tegen een ontwerp partiële
(zie Lochem) Een hoekje van de Grote
Markt te Lochem met in het midden het
gemeentehuis. Rechts daarvan de panden
Grote Markt 3, 4 en 5, nu leegstaand, die
plaats zouden moeten maken voor het
nieuwe stadskantoor van wellicht drie ver
diepingen. Het fraaie I7e eeuwse gemeen
tehuis (via een onderdoorgang verbonden
met het nieuwe stadskantoor?verzinkt dan
in het niet tussen de Grote Kerk met toren en
het nieuwe stadskantoor.
Foto: Gerrit de Boer, Lochem
herziening bestemmingsplan Vesting Lo
chem, beogende de mogelijke uitbreiding
van het raadhuis op de Grote Markt. De
voorgenomen grootschalige bebouwing
zou, volgens Heemschut ter plaatse een
structuurverstorend element vormen, dat
afbreuk zou doen aan de waarde van het
stadsgezicht; kortom een ontsiering van het
stadsschoon. Helaas heeft de gemeenteraad
het ontwerp bestemmingsplan vastgesteld
zonder acht te slaan op onze bezwaren, re
den waarom Heemschut zich nu tot Ged.
Staten van Gelderland heeft gewend met het
verzoek goedkeuring aan het raadsbesluit te
onthouden.
Naar aanleiding van het ter visie liggende
structuurplan Binnenstad heeft Heemschut
zich tot de gemeenteraad gewend om de
aandacht te vestigen op een drietal aangele
genheden, t.w. het Huis van Bracht, het
beschermd stadsgezicht en de molen bij het
Van Coothplein. Het voorgenomen plan tot
bebouwing van het open terrein (parkeer
plaats) aan de Kraanstraat zal de historisch
en architectonischwaardevolle westgevel
van het Huis van Brecht geheel aan het
gezicht onttrekken. Het stadsbeeld zou ter
plaatse met vrij uitzicht op het zgn. Span
jaardsgaten het Huis van Brecht-eventueel
101