Tien jaren stadsherstel in Deventer
In de geschiedenis zal Deventer mèt Middelburg voorbeeld van stadsherstel in de
tweede helft van de twintigste eeuw worden genoemd. Beide voorbeeldsteden, dat wel.
maar met één groot verschil. Middelburg moest zich herstellen van een bijna onover
komelijke oorlogsramp; Deventer daarentegen moest en moet zich herstellen van
verval door ouderdom. Tien eeuwen gaan een oude stad, die o.a. in haar vroege
bestaan grote betekenis had als handelscentrum, niet zonder kleerscheuren voorbij.
Toegegeven, een beetje vreemde omschrijving voor een stad vol monumenten, die aan
herstel toe was. Maar wie ook maar iets van restauratie, stadsherstel en rehabilitatie
afweet, begrijpt wat we bedoelen.
Tien jaren zijn nu voorbij sinds met het
herstel van het Bergkwartier in Deventer
werd begonnen. Wel een feit om even bij
stil te staan, vooral ook, omdat dit herstel
kon worden aangevat door hechte samen
werking tussen rijks- en gemeentelijke
overheden èn - constateren het met voldoe
ning - particulier initiatief.
Het Bergkwartier was zo omstreeks 1960
rijp voor de sloop. Wie er nu rondwandelt
kan zich er alleen maar in verheugen, dat
men het zóverniet heeft willen laten komen,
dat men oog had voor de rijke historie van
de stad en dat men er alles aan wilde doen
om dit culturele architectonische erfgoed
niet totaal verloren te laten gaan.
De verschijning van een belangrijk boek
werk onder redactie van prof. ir. H.M.
Goudappel, gewijd aan tien jaar stadsherstel
in Deventer was een gerede aanleiding om
een terugblik te werpen op de resultaten van
dit restauratie-proces. Dat gebeurde tijdens
een feestelijke - met muziek omrande -
samenkomst, waarin verschillende figuren,
die nauw bij het herstel van het Bergkwar
tier betrokken zijn, het woord hebben ge
voerd, zoals de heer J.P.L. van der Lende,
voorzitter van de Stichting Wederopbouw
Bergkwartier, prof. ir. H.M. Goudappel,
drs. D.J. Henstra, secretaris-penningmees
ter van de stichting, burgemeester H. Post-
humaen J. Jessurum, hoofddirecteur van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg.
Niet alleen de geldstroom, ook de gedre
venheid bewerkstelligde de resultaten van
het herstel van het Bergkwartier, was een
opvallende opmerking uit het betoog van
prof. Goudappel, die eroverigens terecht op
wees, dat het werk in Devemter met het
Bergkwartier nog niet voltooid is. Andere
stadsdelen, zoals het Noorder Bergkwartier
wachten nog.
Hoe goed en efficiënt het Deventerse stads
herstel is aangevat, bleek uit een medede
ling van drs. Henstra, nl. dat door Stadsher
stel nu voor het eerst 5% dividend op het
82
cumulatief- preferente aandelen kan worden
uitgekeerd.
Burgemeester Pothuma bevestigde de stel
ling van prof. Goudappel door mede te de
len, dat nu inderdaad andere stadsdelen,
zoals Noorder Bergkwartier en het gebied
Asselsestraat-Polstraat aan de beurt zijn om
hersteld te worden.
Rollenspel
Niet alleen voor Deventer, maar feitelijk
voor heel restaurerend, rehabiliterend, ver
nieuwend Nederland was de voordracht van
de heer J. Jessurun, hoofddirecteur van de
Rijksdienst voor de Monumentenzorg, van
betekenis. Vandaar, dat we aan diens be
toog hier wat meer aandacht besteden.
Stadsvernieuwing, stadsherstel, rehabilita
tie, veel namen voor een gecompliceerd ge
beuren, waarvan vrijwel allerwege wordt
geconstateerd, dat men bijna door de bomen
het bos niet meer ziet en juist daardoor het
doel dreigt te missen.
Aldus de hoofddirecteur van de Rijksdienst
voorde Monumentenzorg, de heer J. Jessu
run, die van mening was, dat er wel fouten
zijn gemaakt en bepaalde zaken wellicht
kritiek verdienen, maar die toch tot het oor
deel kwam, dat er in het Deventerse Berg
kwartier sprake is van een goed voorbeeld
van stadsvernieuwing. Een wijk, een buurt,
is tot hernieuwd leven gekomen in een z.i.
aanvaardbare integratie van maatschappe
lijk functioneren in een historische bebou
wing volgens een hedendaags behoeftenpa-
troon. Waarde bureaucratie leemtes liet kon
menselijke improvisatie in door de praktijk
gestalte gegeven samenwerking leiden tot
een aanvaardbaar resultaat. Eigenlijk is hier
sprake van stadsvernieuwing in historische
kemen avant la lettre.
Er zijn weinig gebieden in oude steden,
waar het verval zo vroeg begon als in het
Bergkwartier. Na een laatste korte bloeitijd
in de 17e eeuw ging het in steeds sneller
tempo bergafwaarts. Zo omstreeks 1960
was het Bergkwartier volledig afgetrapt en
toonde het geen aaneenschakeling van mo
numenten of stadsschoon. Men kon de be
koring van oud-Deventer even goed, zo niet
beter, in andere stadsdelen ondergaan.
Het waarom van de belangstelling voor deze
buurt lag misschien wel besloten in het feit,
dat het Bergkwartier toch iets eigens had;
het was ondanks het verval nog een stads
wijk meteen ziel: de Bergkerk. Wellicht lag
hiering het geheim, dat uiteindelijk het ini
tiatief tot herstel werd genomen.