5iH
heemschut
Belangstelling
vcon khquo van sieoeiike en iandschwpsioke
Jaargang 55
nr. 5 mei 1978
Maandblad van de
Bond Heemschut
Opgericht in 1911
Beschermvrouwe
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
HEEMSCHUT verschijnt 10 keer
per jaar
Alle correspondentie betreffende de
redactie van het tijdschrift:
aan Secretariaat van de Bond Heem
schut
Korenmetershuis
Nieuwezjjds Kolk 28
1012 PV Amsterdam
Postbus 10525
1001EM Amsterdam
Postgiro 124326
Tel. (020)22 52 92
Alle correspondentie betreffende ad
vertenties: aan B.V. 't Koggeschip
Nieuwe Achtergracht 104
1018 WT Amsterdam
Postbus 1198
1000 BD Amsterdam
Tel. (020-)22 97 21
BOND HEEMSCHUT
Lidmaatschap per jaar:
individuele leden 40,
mogelijkheid van reductie
voor 65+ en 25- 20,
donateurs niet-indiv. leden ƒ55,
losse nummers (incl. porto) 3,70
Uit de inhoud
82 Tien jaren stadsherstel in
Deventer
84 Tilburg: zorgenkind in het
zuiden
93 Heemschutdag 9 september
94 Filosofie en theorie van het
restaureren
96 Nieuweschans 350 jaar
98 Plateau van Margraten
99 Natuurbeschermingswerk
kampen
100 Heemschut in actie
Foto omslag:
Het zgn. „Zandpad" in jubilerend
Nieuweschans
Het mag dan waar zijn, dat er nog veel zorg
over Monumentenzorg bestaat, niet te ont
kennen valt, dat er veel over wordt gepraat.
Met een tikkeltje overdrijving kunnen we
wel zeggen, dat onze agenda in de laatste
twee maanden bol heeft gestaan van bijeen
komsten, vergaderingen, manifestaties e.d.
die op de een of andere manier met monu
mentenzorg te maken hadden. Goed be
schouwd moeten we daarover verheugd
zijn. Immers, er kan niet genoeg belangstel
ling voor het behoud van het architectoni
sche erfgoed worden getoond. Hét is daarbij
uitermate plezierig te kunnen constateren,
dat jongeren in die belangstelling niet achter
blijven. Opvallend groot van die kant was
bijv. het aantal jongeren op de Monumen
tenstudiedag in Utrecht. Niet minder be
langstelling hebben de jongeren aan de dag
gelegd voor de manifestaties tegen de steeds
meer reëel wordende bedreiging van het pla
teau van Margraten. De Limburgers ver
woorden hun zorg over de voorgenomen
ontgraving van het plateau misschien wat
emotioneel, maar hun bewogenheid met het
lot van dit prachtige stuk landschapsschoon
is niet alleen oprecht maar ook terecht. En
het moet de Limburgers, die nog wel eens
klagen over „die lui daar boven de Moer
dijk", goed doen te weten, dat men in het
gehele land oog heeft voor de gevaren, die
het landschap in het zuiden van Limburg
bedreigen. Van het zuiden naar het oosten
des lands: Deventer. Daar heeft men een
bescheiden feestje gebouwd om tien jaar
herstel van het Bergkwartier te vieren.
Daarvoor was inderdaad reden. Al zijn er
fouten gemaakt en kan er kritiek op be
paalde zaken zijn, hier is een goed voor
beeld van stadsvernieuwing, verklaarde de
heer J. Jessurun, hoofddirecteur van de
Rijksdienst voor Monumentenzorg, in de
koekstad. Een opmerking waarmee we op
deze plaats gaarne instemmen.
Met instemming beluisterden we de heer
Jessurun ook, toen hij de belangrijke rol
schetste, die het particulier initiatief in het
Bergkwartier heeft gespeeld en in Deventer
nog speelt waar het restauratie betreft. In
tussen liet hij ook een waarschuwing horen:
in Deventer was er bij het herstel van het
Bergkwartier geen sprake van een monopo
lie-positie. Voor de heer Jessurun reden om
in dat verband op te merken, dat het streven
naar het mat zetten van de al dan niet ver
meende tegenstander vaak een patstelling
oplevert, die het spel dood legt.
We hopen dat deze waarschuwing niet aan
dovemansoren is gezegd.
Staatssecretaris Wallis de Vries heeft in de
afgelopen weken eveneens een waarschu
wing laten horen, zij 't niet onder die titel.
Op de Monumentenstudiedag in Utrecht he
rinnerde hij aan het „stuwmeer" van 500
miljoen gulden (een bedrag waarvan al ver
scheidene jaren niets afgaat, maar eerder
wel bijkomt, mogen we tussen haakjes wel
even constateren). Nou, dat noemde de
staatssecretaris een probleem, dat zeker niet
dooréén financiële injectie is „weg te wer
ken". De realiteit gebood hem dit te zeg
gen, ook al omdat daarvoor de beschikbaar
heid van goed geschoolde restauratievak
lieden ontbreekt. Hij voegde er aan toe te
streven naar,een duidelijk en goed gestruc
tureerd restauratieproces, dat de continuïteit
verzekert en reële grenzen stelt aan ver
wachtingspatronen
Zo'n instelling getuigt o.i. inderdaad van
realiteitszin. Op vele plaatsen in ons land,
waar men worstelt met stadsherstel (men
denke bijv. aan de Amsterdamse Jordaan)
en met de financiering van de restauratie
van waardevolle monumenten zal men
voorlopig om die realiteit niet heen kunnen.
Na zoveel sombere geluiden heeft men in
april toch ook nog wat beters kunnen beluis
teren. Zoals in Vianen, waar aannemer
Woudenberg, die zoveel restauraties in zijn
werkportefeuille heeft, het zeer toe te jui
chen initiatief nam voor de oprichting van
een opleidingsschool voor vaklieden ten
behoeve van restauraties. Men zal hierover
nog nader in ons tijdschrift kunnen lezen.
En tenslotte: de KNOB en de Vereniging
van Nederlandse kunsthistorici hebben er
goed aan gedaan eens een studie-bijeen
komst te wijden aan de problematiek van de
architectuurrestauratie. Daarvoor was een
keur van deskundige inleiders uitgenodigd,
die, zoals men in dit nummer kan lezen, een
groot aantal facetten van het restauratiebe-
leid uit hun eigen visie hebben belicht. Dat
daarbij de meningen wel eens botsten, liet
zich gemakkelijk verstaan. Dat is ook hele
maal niet erg. Het feit, dat men er eens
terdege zijn gedachten over heeft willen la
ten gaan, is al belangrijk, vooral ook, omdat
in het licht van de restauratie-historie de
opvattingen over de vraag hoe het nu eigen
lijk moet, nog altijd uiteenlopen. De restau
ratie van het paleismuseum is daarvan een
recent, maar bovenal boeiend voorbeeld.
v.d. W.
81