Het N.Z. Hollands Amsterdam rn m m Dat is nog niet alles. Deze hand pretendeert zo de historie te achterhalen en het verleden te kunnen oproepen. Hier begaan we de zelfde fout die in de 19e eeuw gemaakt werd. De 19e-eeuwer pretendeerde welis waar ook „in stijl" te restaureren, maar door een groot aantal gegevens is zijn res tauratie voor ons nog altijd herkenbaar (ei gentijdse materiaalkeus, gefantaseerde dé taillering enz.). In principe doen wij het zelfde; onze kennis is groter, het gebeurt daarom onopvallender, maar in wezen is er niets veranderd. Zelfs zou men zover kun nen gaan te beweren dat wat wij nu doen, in wezen nóg misleidender is dan wat er in de 19e eeuw gebeurde: door ons streven naar wetenschappelijk en verantwoord restaure ren, creëeren we een stijlzuiverheid die be- driegelijk is. Uitstekende ,,18e eeuwse bouwmeesters" als wij zijn, doen we niets anders dan onszelf verloochenen. Jeannette Schneider. 10Vijzelgracht 1 t/m 5 (1976) A msterdam Foto's voor zover niet anders vermeld: A. de Vries, Amsterdam. Noot van de redactie: Inderdaad kan men over een aan onze tijd aangepaste res tauratie twisten. Maar hoezeer we begrip hebben voor de kritiek van de auteur van dit artikel, aan de andere kant kunnen we heel goed accepteren, dat met enige economi sche) concessies wordt teruggerestaureerd De vraag is trouwens of van concessies in dit geval moet worden gesproken. De bouwgeschiedenis van vele Amsterdamse grachtenhuizen toont aan, dat een aanvan kelijk twee verdiepingen tellend pand later met tenminste één verdieping is verhoogd; let wel, dat gebeurde in de 17e, 18e eeuw! Dergelijke concessies in onze tijd achten we beter dan dat een oude straatwand door moderne" architectuur wordt vervangen. Trouwens niet altijd wordt een verdieping toegevoegd uit rendementsoverwegingen. Het gebeurt ook wel om het ritme van een gevelwand te bewaren; dit laatste evenwel alleen met goedkeuring van Monumenten zorg. Wanneer daarbij dan ook nog wordt bereikt dat zo'n stuk restauratie voor ge- zinsbewoning geschikt wordt gemaakt, wordt daarmee het leefbaar houden van de binnenstad eveneens bevorderd. Tenslotte: N.V. Stadsherstel heeft primair geen winstoogmerk. Aandeelhouders ont vangen slechts 5%, in deze tijd een laag rendement. Zou Stadsherstel bankleningen of dergelijke moeten aangaan, dan zou de rente daarop 8 d 9% bedragen; drie d vier pet. meer dus, hetgeen er op zou neerko men, dat de restauratiekosten en daardoor ook de huurprijzen hoger zouden worden. De stichting tot behoud van het N.Z. Hol lands Koffiehuis aan het open havenfront van Amsterdam heeft sinds onze publicatie in het nov.-december-nummer 1977 niet stilgezeten. De stichting heeft dezer dagen een goed gedocumenteerd rapport met een aantal tekeningen aan B. en W. gezonden. Het plan, dat nu bij het gemeentebestuur ligt is gemaakt door architect W. G. Quist. Aan het rapport is het volgende ontleend: Herbouw van het koffiehuis is mogelijk. Ten opzichte van de oude lokatie vindt een verschuiving plaats van ca. 23 meter naar het zuiden, waardoor het nog binnen de rooilijnen blijft van de door de gemeente geplande nieuwe bebouwing. De nieuwe lokatie zal geen invloed hebben op de situatie van voor 1972. De herbouwkosten worden geraamd op maximaal 2,2 miljoen, ervan uitgaande dat de grond om niet wordt uitgegeven. Voor de financieringen zijn reeds zodanige toezeggingen gedaan, dat de stichting meent dat dit punt geen beletsel voor de herbouw vormt. Op basis van de geraamde herbouwkosten zal lonende exploitatie mogelijk zijn. Hier over heeft de stichting al contact opgeno men meteen aantal horeca-ondememingen. De VVV kan 100 m2 in het Koffiehuis ver krijgen, maar de stichting meent dat er goede gronden zijn voor de VVV een andere oplossing te kiezen. Hierop gaat het rapport in het hoofdstuk, dat o.m. handelt over de reconstructie van het plein voor het Centraal Station, dieper in. Volgens het programma van eisen en rand voorwaarden wordt gesteld, dat in de be-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 24