voudig modem gedeelte, waarin een klok-
ketoren opgenomen is. De verbinding van
een modem stuk architectuur met een histo
risch gedeelte - vaak een probleem - is hier
interessant opgelost.
Aan het slopen, het zogenaamde saneren,
kwam een einde. Geholpen door de rijks
wege verstrekte subsidies voor het restaure
ren van historische bouwwerken en de bijval
die de restauratie van het raadhuis geoogst
had, bereidde men bij de gemeente plannen
voor, om een blokje van vijf binnenstads
woningen, die aangekocht waren om ze te
zijner tijd te slopen, in achttiende eeuwse
stijl te herstellen. Deze aanpak sloeg zo bij
de bevolking aan, dat ook particulieren zich
gingen inzetten voor het behoud van hun
eigen oude stad, en verbetering van haar
levenskwaliteit. Dit was nog steeds hoog
nodig en werd de Gravenaren wel heel dui
delijk voor ogen houden, toen in 1965 het
Graafsch Koffijhuis, dat nog uit de zes
tiende eeuw stamde, afbrandde en daarmee
bijna ook de groot middeleeuwse Elisabeth-
kerk, waartegen het aanleunde. Elders in de
stad werd binnen het jaar het patronaatsge
bouw in de as gelegd en door het vertrek uit
Grave van het kollosale blindeninstituut
Henricus in 1966, verloor men in korte tijd,
wat altijd zo hecht met de stad verbonden
leek.
Het was zaak, met alle beschikbare midde
len de stad bewoonbaar te houden en zo
ontstond in 1967 de actie „Hart van de
Stad", die zich ten doel stelde tien panden
met giften uit de bevoking aan te kopen en te
restaureren. Sindsdien leeft er in Grave zo
wel bij de bevolking als bij de gemeente het
duidelijk verlangen de binnenstad in zijn
sinds eeuwen gegroeide vormen te bewa
ren. In Maasstraat, Rogstraat en op de
Markt zijn zo goed als alle huizen al geres
taureerd, deels op partikulier initiatief,
deels door de gemeente. En men vindt er
een ware staalkaart van Hollandse bouw
kunst van de zestiende tot de negentiende
eeuw. De voornaamste huizen bezitten nog
hun hardstenen stoeppalen en elk huis heeft
zijn eigen trottoir. Ook het plaveisel van de
wegen is nog orgineel. (Nog geen twaalf
jaar geleden had elke middenstander het
graag zien verdwijnen vooreen strak asfalt-
dek met betonnen trottoirbanden!)
Op het moment worden er pogingen in het
werk gesteld de binnenstad tot „beschermd
stadsgezicht" te verklaren.
68
Onder de bijna ontelbare oude gevels van
Grave bevinden zich er enkele, die hier
enige aandacht vragen. Om chronologisch
te beginnen, zijn daar eerst drie panden uit
de zestiende eeuw. Het huis Markt 1, dat
thans in restauratie is, is een verbouwde
gevel met vernieuwde vensters in hoge
korfboognissen. De nissen liepen oorspron
kelijk door tot op de grond en hierdoor ont
stonden rijzige muurdammen tussen de
vensters. Achter de vensters van de begane
grond en de eerste verdieping bevond zich
vroeger wel één ruimte waarin dan een
hangkamer aangebracht was. Ook mag men
aannemen dat het huis van een topgevel
voorzien is geweest. De gebosseerde pleis
terlaag (waarin door voegen grote steen
blokken aangeduid zijn) ziet men veel in
Grave en moet, evenals de vensters, rond de
achttiende eeuw zijn aangebracht.
Kennelijk sloot de bouwcultuur van Grave
in de zestiende eeuw meer op de omlig
gende streek aan. De bouwtrant met vens
ters in hoge korfboognissen komt voor in
Doesburg, Nijmegen, Gennep kalkar en
Venlo.
Dezelfde kenmerken vertonen twee andere
huizen in de Gasthuisstraat. Doch bij het ene
zijn de nissen afgeknot en bij het andere, dat
het ankerjaartal 1575 draagt zijn de boog-
trommels van de nissen met een overhoekse
ruitvormige steen gevuld. De panden zijn
onlangs gerestaureerd en hebben een
nieuwe bestemming gekregen. Het groot
ste, dat van 1575, was de vroegere Latijnse
School, daarna Hotel „Het Witte Huis" en
is nu ingericht als Mortuarium. Het huis
daarnaast is door de
gemeente gerestau-
ie
8) Het voormalige hotel
De Eenhoorn;
18e eeuw