■Mm v. S::ï,4gË:: vesting heerste, is er de oorzaak van, dat de stad nu nog in haar geheel het beeld van een historische vestingplaats geeft. Vestingen gen stad vinden hun oorsprong in het kasteel, dat graaf Herman II van Cuyk liet bouwen, toen zijn slot in Cuyk dooreen vijandelijke inval van graaf Diderik VI van Holland rond 1130 geheel verwoest was. Dit kasteel, waar de heren van Cuyk sinds dien resideerden, heeft bestaan tot 1674, toen het bij een belegering beschadigd en enkele jaren daarna, ter versterking van de vesting, werd afgebroken. Nog in de Vorige eeuw was er aan het gebouw, waar de voor naamste burgers sociëteit hielden, een kleine toren met spits te zien, die afkomstig was van het oude kasteel. Ook de stallen en de voorpoort waren toen nog bewaard. Nu herinnert ons aan de kiem van Grave nog slechts de straatnaam „Kasteeltje" ter plaatse van de vroegere burcht. Rondom de burcht vormde zich in de loop van de twaalfde eeuw een nederzetting, die als snel ommuurd werd. In 1285 liet Jan I, heer van Cuyk, de plaats die inmiddels stad geworden was versterken, omdat hij een dtZBB» aanval van de graaf van Gelder vreesde. Sinds die tijd is de vesting Grave een feit. In de tweede helft van de zeventiende eeuw is zij nog op grootse wijze versterkt door Menno van Coehoorn en bestond toen uit drie hele en twee halve grote bastions, door vier ravelijnen gedekt, alsmede uit vijf bol werken, die door vier halve manen werden, bestreken. De landzijde van de vesting werd door laagliggend weiland omgeven, dat bij dreigend gevaar blank kon worden gezet. De waterzijde, aan de kant van de Maas, werd op de Gelderse oever door een kroon werk met de naam Coehoom beschermd. Het zou nog eeuwen duren, voordat in 1876 de wallen gedeeltelijk gesloopt werden en in 1945 de vesting Grave definitief werd op geheven. Ondanks deze slechting zijn de vorm en het uiterlijk van de vesting nu nog goed herkenbaar. In het noorden liggen de resten van het bas tion Bekaf en in het westen die van het bastion Kasteele als enigszins vormeloze maar nog steile zandmassa's. De andere bastions zijn minder goed te herkennen. Dat met de naam Harte-aas is afgegraven en op zijn plaats is het nieuwe blindeninstituut „De Wijnberg" gebouwd. Het Oranjebas tion is ook verdwenen en veranderd in een woonwijk. Van de stadsmuren zijn nog en kele gedeelten behouden gebleven. Vooral aan de Maaskant, waar ze nog deel uitma ken van de waterkering, zijn ze nog intakt. Daar kan men de sporen van de Maaspoort zien, een van de drie poorten, die de stad rijk was. De brugpoort in het oosten is bij de afbraak van de muren in 1876 geheel ge sloopt, maar de Hampoort, in 1681 door Menno van Coehoom bij de uitbreiding en versterking der vesting gebouwd, is als merkwaardig voorbeeld van vestingbouw kunst bewaard. Hij is uit baksteen met na tuurstenen onderdelen opgetrokken en het is een typisch specimen van Hollandse klassi- cistische barok. Aan de veldzijde vormen boogvormige geblokte en vlakke pilasters de doorgang en terzijde daarvan halfronde nissen. Het geheel wordt afgesloten door een lijstwerk met boven de doorgang een 1. 64

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1978 | | pagina 12