tam
iwi
-MxS
en een halve ton, nodig alleen al voor ach
terstallig onderhoud. Was het voor
B. W. nog een vraag of het maatschappe
lijk nut van instandhouding van de 42 meter
hoge toren opwoog tegen de kosten, voorde
raad was het een uitgesproken zaak dat
zulks niet het geval was. Heerenveen staat
nu voor de tragische opdracht een monu
ment, niet in het minst in gevoels-opzicht,
af te breken.
Het blijft intussen een intrigerende vraag
waarom de plaatselijke gemeenschap niet in
verzet is gekomen tegen de afbraak. Was er
de inwoners organiseerde, is het gebleven.
Ofschoon niet helemaal een representatieve
graadmeter, meende een ruime meerderheid
onder de bevolking (ruim 62 procent) dat
het karakter van Heerenveen schade zou
lijden als de toren tegen de vlakte ging. Ook
op provinciaal niveau leefden deze gedach
ten.
Men heeft het gemeentebestuur niet kunnen
vermurwen. De harde, financiële realiteit
bleek een te hoge horde voor de immateriële
argumenten om het monument voor de bin
nenstad veilig te stellen. Volgens Heem-
verklaarde monument evenmin kunnen red
den.
De watertoren verloor zijn oorspronkelijke
functie, toen de IWGL in 1973 op een ander
distributiesysteem overging. Het werd al
gauw duidelijk dat in de volgende discussie
het vinden van een nieuwe bestemming niee
een beslissende functie zou gaan vervullen
in de plannen om de toren te behouden. Er
zijn van particuliere zijde weliswaar enkele
plannen ontwikkeld, maar die bleken onuit
voerbaar. Inderdaad zijn de gebruiksmoge
lijkheden uiterst beperkt. De inwendige
een te groot geloof in de verwachting dat de
raad toch niet zo'n scrupuleus besluit zou
aandurven? Of had het te maken met de aard
van de meeste Friezen, die niet gauw met
hun gevoelens te koop lopen? Juist immers
de gevoelsfunctie bleek de autochtone be
volking overwegend aan te spreken.
Van schoonheidsbeleving was bijna in het
geheel geen sprake. De meesten vonden het
maar in „ünsjoch (lelijk) ding". Bij een
initiatief van de PPR, die een enquête onder
schut, die zich al in een vroeg stadium voor
het behoud inzette,,een zeer eigen element
in het ruimtelijke beeld van de plaats". De
verdwijning van de toren heeft ook buiten
Heerenveen pijn gedaan. Zo heeft de jonge
stichting „Moderne architectuur in Fries
land" te elfder ure nog bij het gemeentebe
stuur aan de bel getrokken. Zij heeft de raad
gewezen op het ondubbelzinnige belang dat
het bouwwerk voor de modeme architec
tuurgeschiedenis heeft, maar het vogelvrij
De Kruiskerk uit 1637 bestaat niet meer
Foto: Stichting Oudheidkamer Heerenveen
maat van de toren is slechts zes bij zes me
ter.
De onderhoudstoestand met name van de
buitenmuren is buitengewoon slecht. Toch
wel overtuigend van de karakteristieke
waarde voor het stadsbeeld van Heerenveen
hebben B. W. geprobeerd financieel
55