den, dat oude steden niet in een kort tijdbe stek gebouwd zijn, dat daarbij verschillende stijlperioden gebezigd zijn. Maar juist daar door hebben die oude steden hun boeiend, wisselend aanzicht gekregen. Gold ten aan zien van de kale vlakte van het Boschstraat- kwartier dat men z'n fantasie moest laten werken, voor het Bassin werden we gecon fronteerd met de harde werkelijkheid: een stuk niet meer goed te maken afbraak tegen de achtergrond van een modem kantoorge bouw. Oud en nieuw vormen hier wel een kwalijk contrast. Via het station waar de laatkomers (slechts weinigen) werden opgehaald, ging de tocht vervolgens via een aantrekkelijke route naar het plateau van Margraten, waarbij al be staande afgravingen in ogenschouw werden genomen, zodat er niet veel verbeelding no dig was om doordrongen te worden van wat er met het plateau van Margraten staat te gebeuren. We passeerden o.a. het gehucht Rooth met prachtige oude boerderijen, dat gedoemd is te verdwijnen we kwamen langs het fraaie Sibbehuis en de fiere Van Tienhovenmolen om vervolgens een korte wandeling door glooiend weiland te maken naar de Volmolen, een watermolen, die voor een groep gespecialiseerde bakkers meel maalt. Hier bleef het niet bij kijken alleen; we konden proeven van werkelijk zalig bruinbrood met koffie. Na deze ver kwikking werd de tocht voortgezet door het bosrijke Geuldal met zijn kastelen, waarbij het duidelijk werd, dat men zich daar terecht met kracht inzet voor het ongerepte behoud In het Maaspaviljoen in Maastricht werd ons gezelschap opgewacht door de burge meester, mr. A. M. I. H. Baeten, die mede aanzat aan de koffietafel, die men zich goed liet smaken. Zo'n gezamenlijke lunch is al tijd een goede gelegenheid om je met men sen, die uit andere delen van het land ko men, te onderhouden en te praten over de problemen van monumentenzorg, recon structie van oude stadskernen e.d. Heemschuts' voorzitter, dr. R. Hoegen heette het gezelschap welkom, sprak z'n Tijdens de rondwandeling door oud-Maas tricht troffen we zowaar ook een hofje aan; in de Grote Looiersstraat het 18e eeuwse St. MartinushofjeDe grote Romeinse letters geven de stichtingsdatum aan: 1715. Het beeld op de voorgrond maakt deel uit van een monument ter herinnering aan de schrijver Fons Olterdissen. vreugde uit over de grote opkomst, dankte hartelijk voor de voortreffelijke organisatie van de excursie, waarin de provinciale commissie van Limburg zo'n groot aandeel had, betreurde het dat de voorzitter drs. J. H. W. M. Hansen wegens ziekte verhinderd was aanwezig te zijn, dankte mr. J. J. M. Ficq en drs. J. Sprenger in het bijzonder voor hun aandeel in de organisatie en verder mevr. P. Hengeveld-Brand, lid van de wnd. directie van Heemschut en haar medewerk sters de dames De Ranitz en Kuiper voor de wijze, waarop zij de stroom van aanmeldin gen voor deze dag hebben verwerkt, en zich in het algemeen op zo voortreffelijke wijze voor de organisatie hebben ingezet. Dr. Hoegen wees op de inspanningen, die de organisaties, in de aanhef genoemd, zich getroosten om het prachtige Zuid-Lim burgse landschap te behouden met acties, die de Bond Heemschut gaarne steunt. Deze laatste opmerking bracht de voorzitter van onze bond op het probleem, dat het steeds moeilijker wordt onze doelstellingen te verwezenlijken. In een gebied als Zuid- Limburg is dit moeilijk; elders is het niet anders. Er zijn veel tegenstrijdige belangen en om die met elkaar in bevredigende over eenstemming te brengen moet enorm veel werk worden verzet. Ofschoon de bond Heemschut de laatste jaren niet onaanzien lijk in ledental is gegroeid, is het dringend noodzakelijk dat er veel meer Nederlanders -jong en oud - zich voor het lidmaatschap aanmelden. Voor het steeds toenemende werk isnl. meer, veel meergeld nodig, ook voor het onverminderd instandhouden van ons tijdschrift. Heemschut heeft duizenden nieuwe leden nodig en daarom deed dr. Hoegen een dringend beroep op de aanwe zigen onze doelstellingen uit te dragen en belangstellenden aan te moedigen tot de bond toe te treden. Mr. Ficq voerde namens de provinciale commissie van Heemschut het woord. Dat werd een Limburgs gemoedelijke en bo venal enthousiaste tafelspeech, waarin hij o.a. aandacht vroeg voorde actie Geuldal. Burgemeester Baeten verklaarde zich ver volgens verheugd, dat Heemschut zijn schreden weereens naar Maastricht had wil len zetten. De laatste maal, dat de bond naar Limburgs hoofdstad kwam, was twintig jaar geleden! Sindsdien is er veel veranderd in Maastricht. Een groot aantal panden is aan de monumentenlijst toegevoegd. Men slaagde er zelfs in drie van de lijst afge voerde monumenten weer op de lijst te krij gen. In dit verband zei de burgemeester overigens, dat monumentenzorg in Maas tricht het gemeentebestuur en de met dit bestuur samenwerkende organisaties vaak wel veel zorgen baart. En toen begon een lange wandeling door de oude stadskern, waarbij het gezelschap in kleine groepen werd verdeeld, elk onder leiding van een deskundige gids, t.w.: de dames Lucassen, Marres en Sohl en de he ren Halders, Hamers, van Hees, van Heyst, Postmes en Sprenger, die terecht door dr. Hoegen aan het slot bijzonder hartelijk wer den bedankt. Zij hebben de wandeling langs wallen, kerken en (andere) monumenten tot een waar genoegen gemaakt. In de crypte van de O. L. Vrouwekerk (oud ste grote romaanse kerk van ons land) heeft aan het einde van deze zo bijzonder ge slaagde dag dr. J. Sprenger een boeiende voordracht gehouden over de geschiedenis van deze basiliek en de kunstschatten, die er zich in bevinden. Aan voorzitter Hoegen de taak om deze Heemschutdag omstreeks half zes te sluiten met nogmaals vele woorden van dank te spreken aan allen die tot het welslagen had den bijgedragen. Dr. Hoegen nam deze ge legenheid te baat om voor 't eerst in het openbaar mede te delen, dat hij het voorne men heeft met het oog op zijn leeftijd, af te treden als voorzitter. Waar ook de volgende jaarlijkse excursie zal worden gehouden, die van 1977 zal in de annalen van onze bond worden geboekt als heel bijzonder, mede dank zij de enthousi aste medewerking van de Limburgers. v.d.W. Foto: Openbare werken, Maastricht. 174

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 17