ff^ÊÊÊ
L
De Amsterdamse
Spuistraat
scheepswerf 't Kromhout aan de Hoogte
Kadijk in Amsterdam is in zoverre al met
succes bekroond, dat deze werf (1867) op
de aanvullende lijst is geplaatst met de outil
lage waarbij de oudste in Nederland nog
bestaande stoomketel, geklonken in 1895.
Weesp kreeg ook een aantal objecten in
deze sektor erbij: een pakhuis uit de eerste
helft van de 19e eeuw aan de Breedstraat 1 a;
het sluiswachtershuis (1888) aan de Kreu-
gerlaan 1de ijzeren ophaalbrug, in 1888
vervaardigd in de eertijds bekende Ijzergie
terij „De Prins van Oranje" in Den Haag,
alsmede de Uitermeersesluis (eind 18e
eeuw). Weesp heeft korte tijd een porcelein-
fabriek gehad. In het gebouw Kromme El
leboogsteeg 4 werd in 1757 zelfs de eerste
Nederlandse Porcelein Fabriek gesticht en
wel door Graaf van Gronsveld Diepen-
broick. Men paste er, naar in een Gids voor
de Nederlandse kunst (dr. H. E. van Gelder)
te lezen valt, de Saksische porseleinuitvin
ding toe. De fabriek in Weesp heeft een
kleine serie figuurtjes gemaakt; overigens
waren het meestal eet-, thee- en koffieser-
viezen, waarvoor men b.v. tot in Turkije
afnemers vond. Nederland heeft in de 18e
eeuw nog meer porceleinfabrieken gehad;
in Loosdrecht M.O.L.-porcelein, een fa
briek die later is voortgezet in Amsterdam
(Amstelporcelein). Het fabrieksgebouw in
Weesp is thans ook beschermd.
Tenslotte is in Weesp eveneens de. hout
zaagmolen ,d'Eendracht(oorspronke)ijk
een korenmolen, 1743) op de lijst gekomen.
v.d.W.
Het bezwaar, dat de zgn. inspraak-proce
dure, hier en daar wel eens tot vertraging
van de uitvoering van plannen leidt, hier
tegenover staat o.i. het feit, dat inspraak-
groepen tot nu toe vaak nuttig zijn gebleken.
De Nederlandse burger pleegt zijn verte
genwoordigers in de openbare lichamen te
kiezen, maar daarmee hield tot een aantal
jaren geleden de „inspraak" van de burgerij
meestal op. De praktijk heeft geleerd, dat
inspraak- of actie-groepen dikwijls gedegen
argumenten aandragen om in overheids-
plannen wijziging te verkrijgen. Dikwijls,
maar niet altijd. Soms komt het voor, dat
een „actie" tot ongewenste ontwikkelingen
aanleiding geeft.
Deze korte opmerkingen wilden we vooraf
laten gaan aan het jaarverslag van de Stich
ting Spuistraat-Nieuwe Stijl (Amsterdam)
over de periode 1976/77. We menen nl. uit
de lezing van dit verslag te mogen opma
ken, dat we hier nu eens met een inspraak-
groep te doen hebben, die op verantwoorde
wijze wil bijdragen aan de bevordering van
de leefbaarheid van de Spuistraat, hetgeen
ook de doelstelling is. Deze belangrijke
verkeersader in de hoofdstad blijkt vele pro
blemen te kennen, zoals geluidsoverlast,
parkeren, leegstand (verkrotting) en een
aantal activiteiten „die de leefbaarheid niet
bevorderen of zelfs bedreigen". Het verslag
voegt hieraan toe, dat er een totaal ontbre
ken van enig gemeentelijk beleid voor de
straat is. Inmiddels blijkt er een redelijk
goed contact met de gemeentelijke overheid
tot stand te zijn gekomen, hetgeen bijv. tot
een betere verlichting heeft geleid, en er
enige beplanting is gekomen. De stichting
heeft zich voorts bezig gehouden met het
verkeerscirulatieplan en daarvoor ook en
kele voorstellen gedaan. Verder zijn voor
stellen tot herindeling van de Spuistraat ge
daan.
Met de Amsterdamse Mij. tot stadsherstel is
gesproken over de vraag in hoeverre deze
NV ook een bijdrage kan leveren aan het
herstel van de leefbaarheid van de Spui
straat. Een aantal monumenten in deze
straat bevindt zich bouwkundig in slechte
toestand. Tenslotte lezen we in het verslag,
dat de jonge stichting zich ook bezig houdt
met de nieuwbouwplannen van de universi
teit.
v.d.W.
161