De Grote Kerk van Vollenhove
Ter gelegenheid van het gereedkomen van
de restauratie van de Grote of Sint Nicolaas
Kerk van Vollenhove is een boekje ver
schenen, waarin niet alleen aan de geschie
denis van het oude bouwwerk, maar ook aan
de restauratie zelf uitvoerig aandacht wordt
geschonken. In aanmerking nemende, dat
het herstelwerk ca. zeven jaar heeft ge
vergd, waarmee een bedrag van bijna f3'h
miljoen gemoeid is geweest, komt het ons
de moeite waard voor over deze restauratie
iets te vertellen, waarbij de gegevens aan het
boekje, deels geschreven door de architect
ir. H. J. Meijerink te Zwolle, zijn ontleend.
De grondslagen van deze kerk zijn vermoe
delijk terug te voeren tot het begin van de
12e eeuw. In elk geval bezat het dorp Vol
lenhove, dat snel uitgroeide tot een stadje,
in 1132 al een parochiekerk. Schutspatroon
van het stadje was Sint Nicolaas.
De tegenwoordige Hervormde Kerk weer
spiegelt de voormalige betekenis van Vol
lenhove duidelijk door haar indrukwek
kende afmetingen. Kennelijk heeft men van
het begin af geweten wat voor een gebouw
er moest komenMen zette het op als een
tweebeukige hallenkerk. De koorpartijen
van beide beuken kwamen gereed tegen het
einde van de 14e eeuw. Daarna begon men
met beide schepen en vervolgens werd met
de bouw van de toren begonnen.
Oorspronkelijk was er sprake van een tuf
stenen kerkje, dat volgens het oudheidkun
dig bodemonderzoek een boeiende bouw
geschiedenis heeft gekend. De tegenwoor
dige kerk dateert uit de tweede helft van de
vijftiende eeuw. Onze laat-middeleeuwse
voorouders - de machthebbers, de kerkpre-
laten - besloten tot de bouw van een toch
wel geweldig kerkgebouw, een in twee
beuken opgezette hallenkerk, die in haar
eigen wijdsheid iets draagt van het wijdse,
dat de zee bezat, aldus ir. Meijerink. Veel,
heel veel licht werd er door de vensters naar
binnen geworpen, welke vensters bekroond
werden met flamboyante traceringen. Bak
steen was het belangrijkste bouwmateriaal;
bijzondere elementen werden in zandsteen
uitgevoerd. Het gebouw werd ontworpen
zonderde tegenwoordige toegangsportalen,
zonder de huidige consistorie en zonder de
tegenwoordige tongewelven. Deze werden
echter vrij spoedig toegevoegd waarna, met
uitzondering van de ingreep in het midden
van de vorige eeuw, de kerk feitelijk onaan
getast bleef.
Bij de grote restauratie van deze eeuw werd
152
de kap als eerste aangepakt; kapspanten
werden hersteld, beschot vernieuwd en af
gedekt met „Katzenberger" leien in Rijnse
dekking. Het gewelf werd hersteld en ge
schilderd in de kleuren zoals die op restan
ten van het oude werk werden teruggevon
den. Vollenhoofse schilders mengden de
verven eigenhandig af! Goten werden aan
de buitendakvlakken toegevoegd. Intussen
was het herstel van het metselwerk met
steunberen en van de ramen gestart. De
steunberen zijn afgedekt met kapelbeëindi
gingen, waarvoorbij de detaillering niet kon
worden teruggegrepen naar oorspronkelijke
voorbeelden; alleen de hoofdvorm was be
kend.
Voor slechts een gedeelte van de kerk werd
toegestaan weer zandsteen te gebruiken.
Als vervangend materiaal werd daarom tra
chiet en kemtuf toegepast.
In de zuidgevel werd een entree terugge
vonden, die mag worden toegeschreven aan
een ruimte voorde doodgraver. Thans geeft
zij toegang tot een portaal, waarop een keu
kentje, enige berging en twee toiletten uit
komen, een toevoeging voor een doelmati
ger gebruik van de kerk. Het gebouw is nu
voorzien van een hete luchtverwarming in
de vloer. Deze vloer werd afgedekt met
De Grote Kerk van Vollenhove
Weser zandsteen en oude zerken. De zand
steen verkreeg de oorspronkelijke maat van
de vroeger toegepaste Namense steen.
Muurschildering
In de noord-oosthoek van het hoge koor treft
men een muurschildering aan, voorstel
lende een rood wandkleed met groene af-
biezing. Het is, zegt ir. Meijerink, een
goede veronderstelling dat deze schildering
de achtergrond is geweest van Sint Nico
laas, de beschermheilige van de zeevaar
ders, waaraan deze Grote Kerk, zoals op
gemerkt, gewijd was. Ook achter het orgel
en ter plaatse van de west-deuren zijn restan
ten van muurschilderingen gevonden. Deze
waren echter in dusdanige staat, dat herstel
helaas niet mogelijk was.
Het einde van het hoge koor wordt gesierd
door een achtkantige grafzerk. Hier liggen
de ingewanden van bisschop Van
Diepholt, wiens lichaam in de Utrechtse
Dom is begraven. In het andere koor be
vindt zich nog een mooie grafzerk, die zeer
onorthodox in de muur is ingemetseld. Zij
overleefde de Franse Revolutie en draagt de