De oudste veiling ter
wereld
De oude groenteveiling in Broek op Langedijk, nu beschermd monument.
De oudste groenteveiling ter wereld staat in Broek op Langedijk. Er wordt echter sinds
enkele jaren niet meer geveild. Het interessante veilingcomplex is beschermd monu
ment. Bezoekers kunnen er via de veilingklok groente, fruit en bloemen kopen. In de
lighallen van deze oude doorvaarveiling bevindt zich een unieke tentoonstelling van
tuindersvaartuigen en -werktuigen. Tot en met 20 augustus a.s. kan men er dagelijks
(behalve op zondag en maandag) van 1 tot 5 uur terecht.
Het zaaltje ziet er op het eerste gezicht uit,
alsof het bestemd is voor de bijeenkomsten
van een zeerrechtlijnige, weinig vreugde uit
het aardse puttende religieuze gemeen
schap: donkergrijs geverfde rijen houten
banken staan in ogenschijnlijk hechtdoor-
timmerde slagorde aan weerszijden van het
middenpad. Door de hoge ramen valt koel
licht op de zachtgroene wanden. Maar op de
plaats van de preekstoel bevindt zich een
grote veilingklok. De wijzerplaat is fraai
beschilderd met een gezicht op de veiling in
1912. Het middenpad blijkt deel uit te ma
ken van een vaart. In het roerloze groenige
water ligt een tuindersschuit. En waarje het
orgel zou verwachten, treft men op een ga
lerij de kabine aan van een telefoniste, met
voor de liefhebber van jeugdig antiek bege
renswaardige communicatie-apparatuur.
Dit is het afmijnlokaal van de veiling te
Broek op Langedijk, waar, zoals we ooit
leerden, de kool vandaan kwam. De Broe-
ker veiling is de oudste veiling ter wereld en
een monument, waar in januari 1974 voor
het laatst werd geveild: rode kool 6,50,
witlof 20,- waren toen (per honderd kilo)
enkeje van de minimumprijzen. Met wit
schoolkrijt zijn ze genoteerd op het zwarte
wandbord.
De veilingactiviteiten zijn verplaatst naar
Noord-Scharwoude. Maar de bevolking van
133
Broek op Langedijk wil het unieke veiling
complex niet kwijt, dat als een restant van
het voormalige eilandenrijk Geestmeram-
bacht boven water terzijde van de dijk is
gebouwd.
Er is een stichting opgericht, die aanmerke
lijke vorderingen heeft gemaakt met het res
taureren van het geheel, dat de laatste tien
jaren vóór de laatste veiling niet veel onder
houd had genoten. Het was immers toch een
aflopende zaak, meende men toen. Tegen
woordig zit het monument echter weer vol
leven. In de zomermaanden komen honder
den mensen per dag (vorig jaar gemiddeld
400) de afmijnzaal en de lighallen bezichti
gen en koopman spelen in de rechtschapen
veilingbanken, terwijl stichtingsdirecteurP.
de Boer de grote wijzer laat draaien.
Het Geestmerambacht is een oude polder
die omstreeks het jaar 1100 werd omsloten
door de Westfriese zeedijk. Toen ontstond
het dorpje Broek op Langedijk. Het was een
nat en drassig gebied (de naam „Broek"
duidt op laaggelegen land), maar dat ver
hinderde niet dat de houten huizen en boer
derijen herhaaldelijk afbrandden. De boeren
en vissers die er woonden bouwden de zaak
echter steeds weer braaf en dapper op. In de
zeventiende eeuw sloeg de veepest toe. Alle
dieren moesten afgemaakt worden en van de
ene dag op de andere stonden de veeboeren
voor de vraag, hoe ze nïi in hun levenson
derhoud moesten voorzien. Ze probeerden
iets aan akkerbouw te gaan doen op het door
talrijke greppels doorsneden lage land.
Weliswaar konden ze niet over mest be
schikken Er was immers geen vee meer. Ze
haalden echter bagger uit de greppels en
sloten om hun akkereilandjes op te hogen.
En het bleek dat deze bagger vruchtbaarheid
aan de grond schonk. Daarom bleven ze dus
baggeren. Generatie na generatie. Dat was
puur handwerk. In de periode dat er gebag
gerd werd, vulde de baggeraar dagelijks vier
maal een driekwartspraam en leegde die te
bestemder plaatse. Dat kwam neer op twin
tig ton met de hand verplaatste bagger per
dag.
„En dan waren er lui", vertelt directeur P.
de Boer van de Stichting Broeker Veiling,
van wie we deze historische bijzonderheden
vernemen, „die 's middags om twee uur al
klaar waren met hun taak van twintig ton en
er dan nog een baantje bij hadden".
Ongeveer 17.000 akkertjes telde het
Geestmerambacht. Gemiddeld per tuinder
drie van deze eilandjes, die met grote zorg
werden behandeld.
De met bagger bemeste akkertjes gaven een
gelijkmatige groei aan de gewassen. Dat
was gunstig voor de teelt van bewaarpro-
dukten, zoals kool. Doordat de kool goed
bewaard kon worden, kon je er ook goed
handel meedrijven. Aanvankelijk gingen de
telers zelf met hun produkten naar de stad.
Later belastte de handel zich met die taak.
Met bomschuiten zeilden de handelaars
over het Alkmaardermeer om zich in Broek
op Langedijk te bevoorraden. Een
handelaar-schipper op Leiden bijvoorbeeld
nam de spullen van de teler mee, verkocht
ze en rekende veertien dagen later af, wan
neer hij nieuwe voorraad kwam halen.
Er was een vast punt, de Bakkersbrug in
Broek op Langedijk, waar tuinders en han
delaars elkaar ontmoetten.
Eerste veiling van bloemkool
Daar werd de groente overgeladen. Op 29
juli 1887 was daar een gezelschap schippers
te vinden, dat nog lang niet voldoende had
kunnen inslaan. Het was al enige tijd koud
weer geweest en het aanbod van vooral
bloemkool was erg klein. Toen daagde
tuinder D. Jongerling op met een schuit
bloemkool. Verschillende schippers wilden
Bijgaand artikel is een verkorte weer
gave van een bijdrage van Alfred van
Dijk in Nu, een uitgave van de Stichting
Public relations Land- en tuinbouw. De
redactie van Nu gaf ons desgevraagd
toestemming voor overname van het ar
tikel, waarvoor hier gaarne dank.