Zeventiende eeuwse tuin
achter museum-paleis Het Loo
De (demissionaire) minister van CRM, mr.
H. W. van Doorn heeft in een brief aan de
Tweede Kamer geschreven besloten te heb
ben de 17e eeuwse tuin achter het
museum-paleis Het Loo in ere te herstellen.
Dat betekent, dat de landschappelijke tuin
uit het begin van de 19e eeuw - in Engelse
landschapsstijl - zal verdwijnen.
Aan een fel omstreden kwestie lijkt hiermee
een einde te zijn gekomen. Men zal zich
herinneren, dat verschillende deskundigen
zich in deze kwestie tegen de plannen van de
architect ir. J. B. van Asbeck hebben ver
zet. De tegenstand tegen het terugrestaure-
ren van de tuin vond ook ruimschoots weer
klank in de Tweede Kamer. Er is in de
desbetreffende Kamercommissie meerma
len over gediscussieerd en ook in plenaire
125
vergaderingen van de Tweede Kamer is er
uitvoerig over gedebatteerd. Een en ander
mondde uit in een motie van mevr. Veder-
Smit, waarin de regering werd uitgenodigd
af te zien van het verwezenlijken van de
voorgenomen geometrische tuinaanleg en
waarin tevens werd verzocht één of meer
alternatieve voorstellen voor te leggen,
waarin mede de privacy van de leden van
het Koninklijk Huis gewaarborgd zou blij
ven. Gevolg gevende aan deze motie en
mede op advies van mevr. Veder-Smit ver
zocht de minister toen prof. dr. D. Henne-
bo, verbonden aan het Institut fürGrunpla-
nung und Gartenarchitektur van de Techni
sche universiteit te Hannover, prof. dr. ir.
C. L. Temminck Groll, hoogleraar aan de
T.H. in Delft, W. C. J. Boer, tuin- en land-
't KoningsLoo, prent Romeyn de Hooghe
1695.
Foto: Gem. bibliotheek Rotterdam.
schapsarchitect te Capelle a.d. IJssel en J.
O. J. Copijn te Groenekan hun visie op het
vraagstuk van de tuin te geven. De drie
laatsgenoemden stelden een gezamelijk
rapport op.
In ons tijdschrift gaven prof. Temminck
Groll en de heer Boer al hun afwijzende
mening weer. Overigens hadden eerder al
prof. dr. H. Borger te Keulen en R. Pechè-
re, voorzitter van het Internationale Comité
ICOMOS-1FLA voorde historische tuinen,
het Rijksinstituut voor Natuurbeheer te
Leersum en de Vereniging voor Tuin- en
landschapsarchitectuur adviezen uitge
bracht. Al die adviezen zijn uitvoerig in de
Commissie van advies inzake de restauratie
en inrichting van het museum-paleis be
sproken aan de hand van een rapportage van
een sub-commissie (prof. Lunsingh Scheur
leer, ir. Kluyveren ir. Meischke). Het resul
taat van dit beraad mondde uit in het una
nieme advies aan de minister de 17e eeuwse
tuin achter het paleis te herstellen. De com
missie grondde haar advies op het meren
deel van de uitgebrachte rapporten.
De minister heeft zich bij dit advies aange
sloten en daarop zijn beslissing genomen.
Politiek aanvechtbaar
Uit de Tweede Kamer werd vernomen, dat
sommige tegenstanders van de 17e eeuwse
tuin, zoals mevr. Veder-Smit en mevr.
Bloois zich niet gelukkig voelen met de
beslissing van mr. Van Doorn. Niet alleen
betreuren zij het, dat toch is besloten tot de
aanleg van de geometrische tuin, maar ook
omdat de beslissing door een demissionaire
minister is genomen. Men zou het, zo is
gemeld, niet juist achten dat een dergelijke
politieke beslissing is genomen door een
demissionaire bewindsman. Wij willen over
dit laatste argument geen oordeel uitspre
ken, maar wél de opmerking plaatsen, dat
inderdaad van een politieke beslissing kan
worden gesproken, in aanmerking nemen
de, dat de Tweede Kamer (in oude samen
stelling) in meerderheid de motie-Veder-
Smit aanvaardde, waarmee eigenlijk al
werd uitgesproken, dat de Kamer de voor
keur gaf aan het handhaven van de land
schappelijke tuin.
Van de adviezen, waarvan hiervoor sprake
is, hebben wij opéén na geen kennis kunnen