Heemschut
Monumentenbeleid in de
toekomst
Zuidhollands Koffiehuis?
Pag.
122
17e eeuwse tuin achter
museum-paleis Het Loo
Pag.
125
Nationale
Monumentenstudiedag
Pag.
128
Vernieuwde stad geen
steriele stad
Pag-
129
Monumenten: openbaar
kunstbezit
Pag-
130
Positief geluid uit
Amersfoort
Pag.
131
De oudste veiling ter
wereld
Pag.
133
Algemene ledenvergadering
Heemschut
Pag-
135
Jaargang 54
no. 7/8 juli/augustus 1977
Maandelijkse uitgave
van de Bond Heemschut
Opgericht 1911
Beschermvrouwe
H.M. Koningin Juliana
Eindredacteur:
J.E. van der Wielen
Alle correspondentie betreffende de
redactie van het blad, richte men tot
het secretariaat van de Bond Heem
schut:
Korenmetershuis, N.Z. kolk 28,
Postbus 10525 - Postgiro 124326
Amsterdam 1, tel 22 52 92
Alle correspondentie betreffende ad
vertenties: B.V. 't Koggeschip,
Nieuwe Achtergracht 104, Postbus
1198, Amsterdam 4, tel. 22 97 21
HEEMSCHUT verschijnt
10 keer per jaar
Lidmaatschap:
individuele leden f. 40,—
mogenlijkheid van reductie
voor 65+en 25 f. 20,—
donateurs/niet indiv. leden f. 55,—
losse nummers (incl. porto) f. 3,40
Uit de inhoud:
Doodvonnis over Noord-
Foto omslag:
Amersfoort: de Korte Gracht
met het huis de „Tinnenburg".
De Bond Heemschut pleit voor één sterk departement voor alle cultuur-historische en
schoonheidszaken, waarin de belangen van alle woonmonumenten en andere monumenten,
alsmede de natuur- en landschapsbescherming worden behartigd.
Alle deskundigheid zou dan in dat departement geconcentreerd kunnen worden met een
minister aan het hoofd, en die beschikken kan over ruime juridische en financiële middelen,
in staat en bevoegd bij zijn werk het gehele particuliere initiatief te mobiliseren.
Daarbij acht Heemschut het wenselijk een afzonderlijk Staatssecretaris voor Monumenten
zorg en Natuur- en Landschapsbescherming te benoemen.
Ten behoeve van de strijd tegen de vervuiling en ten behoeve van een verantwoord
algemeen milieubeheer zou een sterke coördinatie met het departement van Volksgezond
heid en Milieuhygiëne moeten bestaan.
Verder dringt Heemschut aan op het instellen van interdepartementale commissies, welke
behalve uit leden van het door ons verlangde sterke departement (Cultuur en recreatie) ook
uit vertegenwoordigers van de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening,
Landbouw en Visserij en Volksgezondheid en Milieuhygiëne zouden moeten bestaan,
teneinde optimale gestalte te kunnen geven aan de uitvoering van het beleid van het door ons
bedoelde departement van Cultuur en recreatie.
Als deze voorstellen worden uitgevoerd, maken wij een grotere kans ons land leefbaar te
houdenook voor generaties die na ons komen
Aldus de wensen, die de Bond Heemschut heeft neergelegd in een brief aan de kabinetsfor
mateur.
In deze brief heeft Heemschut zijn grote bezorgdheid kenbaar gemaakt over de ontwikke
lingen in ons land op het gebied van de leefbaarheid.
Heemschut wijst in dit verband op de ontwikkelingen van het stedelijk milieu. Er is hier een
positieve ontwikkeling op gang gekomen, maar de negatieve tendensen zijn eveneens
aanwezig, t.w. een teruggang van de leefbaarheid, en zulks in versnelde mate.
Het mooie Nederlandse landschap is vooreen belangrijk deel gemaakt onder de handen van
de landbouwer. Geaardheid van de grond, overstromingen en allerlei andere invloeden
deden de bossen, de wallen, de hooggelegen boerderijen, de dorpskernen rondom op een
terp gelegen kerk ontstaan. Een historische ontwikkeling waarvoor wij dankbaar moeten
zijn maarasfaltwegen worden uitgerold, masten voorde electriciteitsverbindingen
domineren het landschap, beken worden gekanaliseerd en verbreed; ruilverkaveling zet
diep het mes in het landschap. De gevolgen zijn vaak desastreus.
Ook de industrialisatie vraagt een grote tol: de voorgenomen afgraving van 500 ha Lim
burgs landschap voor het winnen van mergel; het afgraven van 400 ha Brabants landschap
voor het winnen van grind; fabrieksterreinen rondom woongebieden; doorbraken voor af-
en aanvoerwegen ten behoeve van die bedrijvigheid; bouw van eenvormige woonwijken en
torenflats van een steriliteit, die het de bewoner vaak onmogelijk maakt zich daarin met zijn
gezin als individu te ontplooien.
Er is nog meer dat grote zorg baart: de aantasting van de Waddenzee en de Oosterschelde, de
leegstaande kerken, die vervallen,of bestemd worden tot opslagplaatsen of garages. Oude
binnensteden, die niet alleen historisch zijn ontstaan, maar ook historisch zijn meegegroeid
met de levende mens, raken veelal verwaarloosd.
Dit alles is angstaanjagend!
Zo mogen en moeten wij ons afvragen: ,Komt uit het onbehagen over de teruggang van de
leefbaarheid niet een deel voort van de zich alom manifesterende aggressiviteit?"
Overheden, particulier initiatief, maar in de eerste plaats de Rijksoverheid zullen de weg
moeten vinden langs welke wij dienen te gaan om een verdere achteruitgang te voorkomen.
Wat de centrale overheid betreft mag het niet zo zijn, dat om politieke of andere redenen en
op deportementaal niveau versnippering gaat optreden. Alle op het eerdergenoemde gebied
beschikbare deskundigheid - en die is er gelukkig - moet worden geconcentreerd.
Daarom: geen natuur- en landschapsbescherming naar het Ministerie van Landbouw en
visserij (dus ook niet de agrarische monumenten); geen kleine woon-monumenten, alleen
omdat het woningen zijn, naar Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening. Aldus de brief
van de Bond Heemschut aan de kabinetsformateur, waarin de wensen, in de aanvang
opgesomd, het sluitstuk vormen.
120