Mpl If 3 bouwplannen met een andere universitaire functie) en de diverse mensae zijn nü al verkeersaantrekkers, en dat blijft zo, want die 4 tot 6000 man komen er, als het plan doorgaat, bij. Er zullen oude panden vrij komen voor woonbestemming. Voor wie? Voor studen ten? Dan is de verpaupering zéér nabij. Voor die grachtenpanden, ook grote, is ge noeg belangstelling uit de particuliere hoek. Al zijn zeker niet alle panden in rijkseigen dom, de universiteit heeft zeer veel bezit in de binnenstad en daardoor een grote greep en een goede onderhandelingspositie 2). „Hun grondhonger is groot" moest een raadslid constateren. Daarbij komt nog, dat er zeer wel andere mogelijkheden zijn, o.a. het Schuttersveld, bij trein en bussen. De gemeente had voor dit terrein plannen voor een stadskantoor. Dat stadskantoor komt inmiddels ergens anders. Ook het grondgebied, dat overblijft na de bouw van het Academisch Ziekenhuis is uitnemend geschikt. De hier geplande wo ningbouw zou op de Witte Singel een veel aantrekkelijker woonmilieu bieden, dan tussen de hoog- en massabouw van het A.Z.L., terwijl daar universitaire hoog bouw aanvaardbaar is. Ander uitgangspunt De zeer actieve vereniging voor Pieters- en Academiewijk heeft in haar „Hart van de stad" krant van september 1975 een geheel eigen idee uitgewerkt met als uitgangspunt behoud van de bestaande gebouwen, met uitzondering van het houten kantinege bouw. In dit plan wordt de nadruk gelegd op de woonfunctie, die het Doelenterrein kan vervullen. Een aantal wijkbewoners heeft voorts de Minister van CRM verzocht het gehele ter rein op de monumentenlijst te plaatsen, in dachtig artikel 3 onder 1 van de monumen tenwet: „Alle zaken en terreinen, welke van algemeen belang zijn wegens de aan die zaken en terreinen verbonden geschiedkun dige herinneringen" Inmiddels is de vereniging in beroep gegaan bij de Kroon om eventuele plannen t.a.v. het Doelenterrein minstens op te schorten. Ook is Z.K.H. Prins Claus, voordat hij op 2 februari van dit jaar in Leiden kwam om over dit onderwerp geïnformeerd te wor den, door de wijkvereniging van haar visie op de hoogte gesteld. Dit alles is zéér noodzakelijk, omdat er veel druk op Defensie wordt uitgeoefend om het terrein te verlaten. Slotbeschouwing In 1972 had de „werkgroep milieubeheer aan de Rijksuniversiteit" het nog over de aandacht, die moest worden besteed aan de gevolgen van nieuwbouw, niet alleen voor de gebruiker, maar ook voor de stad en de gemeenschap Het klinkt mooi, maar als dit in 1976 zo uitgelegd wordt, dat het universitaire bouwplan de bedreigde (sic) Pieterswijk nieuw leven zal inblazen, (de Academie- wijk met veel monumentenen en hofjes is dan al door die 4 tot 6000 man platgewalsd) dan lijkt het ons beter, dat deze biologen zich bij de grassprietjes houden. Er is nog steeds niets veranderdDe destruc tie viert nog steeds hoogtij, even erg als in de vorige eeuw.Men heeft nog steeds niets geleerd en het is ook nu steeds weer de burger, die in het geweer komt en ook moet komen, wil er nog iets gered worden. Het oude en het monument aanpassen aan de behoefte van het wonen kan zonder af breken. Wat afgebroken wordt is definitief weg. Nog nooit heeft men spijt gehad, dat iets uiteindelijk niet werd gesloopt. We krijgen een beschermd stadsgezicht, dat wel. Maar wat houdt dat inals men gewoon dóór kan gaan met destructieve plannen te maken. Het staat overal bol van de kreet „monument" en „het wonen terug in de binnenstad", maar inspraak is niets meer dan een modetrend, want echt kiezen is er niet bij, tenminste zo lijkt het in Leiden het geval te zijn. 3) We hebben geen monument meer te verlie zen .en dat geldt evenzeer voor het gehele Doelenterrein. M. Bosch-Jans J. J. M. Gerritsen Citaat uit: „Kent u ze nog, de Leie naars?" Zaltbommel 1975 hier stroomt het leven voort en klatert in de stad dat Leiden goed bewaart wat heel haar muur omvat. Verander niet het beeld der PAREL aan de Rijn. Gij burgers, ziet scherp toe wat uw bestuur ders zijn. Steeds moet uw achtbare raad, o Leiden, voor u waken en trouw behartigen het welzijn uwer zeiken." Naschrift Gaarne hebben we de schrijvers van dit artikel de gelegenheid gegeven hun bezwa ren over de stedebouwkundige ontwikke lingen in Leiden in ons tijdschrift te uiten. Plaatsing van hun beschouwing die we ge heel voor rekening van de schrijvers laten, betekent dan ook niet, dat de bond Heem schut het in alle opzichten met de schrijvers eens is.Zoals in het hieraan voorafgaande artikel van onze redactie wordt betoogd, is er in Leiden sprake van een zeer gecompli-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 23