Afscheid en ontwikkeling
Stadsherstel Den Haag
Een organisatie die leeft en groeit is voort
durend in beweging, hetgeen betekent dat
steeds nieuwe activiteiten worden gestart,
andere activiteiten aflopen en dat aanpas
sing daaraan zowel van werkwijze als van
staf voortdurend aandacht moet hebben.
Toen het Bestuur van de Bond besloot
geleidelijk naar een meer professionele
staf over te gaan, was daarbij het uiteinde
lijke doel te komen tot een éénhoofdige
leiding op het bureau. Deze ontwikkeling
diende voorzichtig en niet overhaast te
worden gerealiseerd, maar toch steeds te
worden nagestreefd. Een eerste stap was
het benoemen van een part-time directeur
naast de gedelegeerde van het bestuur, die
de leiding heeft van de „gevallen-
afdeling". Met de gedelegeerde werd
overeengekomen dat hij op zijn 65ste jaar
zijn functie zou neerleggen; eerst hierna
zou het bestuur zich beraden over een vol
gende stap. Tegelijkertijd werd besloten
diens opvolger als hoofd van de afdeling
gevallen te gaan zoeken en op te leiden,
een man die in full-time dienst zou komen
en zou werken onder de verantwoordelijk
heid van de directeur. Hiertoe werd de
heer drs. J. P. J. van der Haagen een jaar
op proef aangesteld, welke proeftijd is ge
volgd dooreen definitieve aanstelling.
Op de eerste december 1976 legde de heer
Molhuysen zijn tijdelijke functie neer,
nadat het organisatiebureau Ydo een rap
port had uitgebracht, waarin de bovenge
schetste ontwikkeling werd onderschre
ven. Wij zijn de heer Molhuysen veel dank
verschuldigd voorde wijze waarop hij zijn
taak in deze heeft vervuld.
Uw bestuur besloot tot de aanstelling van
een full-time directeur over te gaan en
omdat zulks niet op één januari 1977 geëf
fectueerd kon zijn, werd de taak van de
directeur als overgang in handen gelegd
van een triumviraat, bestaande uit de heer
De Zwaan, voorzitter (gevallen), mevr.
Hengeveld (algemene zaken en assistente
gevallen) en de heer Sonnenberg (admi
nistratie), als waarnemend directie.
Aan het einde van het jaar 1976 bleken
echter de jaarcijfers zodanig tegen te val
len, dat het Algemeen Bestuur besloot de
nieuwe directeur op zijn vroegst aan te
stellen per 1 juli 1977, hetgeen betekende
dat het triumviraat langer in functie zou
blijven, waar een ieder mede accoord
ging-
20
Inmiddels deed zich een ander probleem
voor. De heer De Zwaan is reeds jaren
overbelast geweest. Naast zijn gewone
werk waren er zeer veel bijkomende be
zigheden, zoals b.v. het compleet maken
van ons korps van technische adviseurs,
van de Provinciale Commissies en van
onze groep correspondenten, welke in
aantal de 200 is gepasseerd. Een omvang
rijke taak, die met grote zorg diende te
worden verricht. De heer De Zwaan is
daar geheel in geslaagd, maar ten koste
van zijn vrije tijd, grote inspanning èn ge
zondheid. Mede op grond van medisch
advies heeft de heer De Zwaan nu besloten
Heemschut per ultimo februari te verlaten
Een verlies waaraan wij natuurlijk getracht
Den Haag heeft eindelijk een NV Stadsher
stel. Daarmee is de derde stad des lands
bepaald niet vlug geweest. Talrijke plaat
sen, veel kleiner dan Den Haag, hebben al
verscheidene jaren zo'n instituut. Het zijn
wat kritische woorden, die we hier uitspre
ken, maar die gelden zeker niet de initiatief
nemers van het Haagse Stadsherstel. Als het
aan hen had gelegen, zou er al zo'n acht jaar
geleden een N.V. Stadsherstel Den Haag
zijn geweest. Maar het (politieke?) klimaat
bleek niet gunstig. Destemeer waardering
kan men voor de bestuurders van Stadsher
stel Den Haag hebben, dat zij hebben door
gezet. Of er tegenwerking is geweest? Och,
laten we deze vraag nu maar buiten be
schouwing laten en ons verheugen in het
feit, dat de NV er nu is en bij haar presenta
tie al aanstonds met een paar daden voor de
dag is gekomen.
Twee aankopen
In de eerste plaats is een zestal panden aan
de Oude Molstraat aangekocht; in de tweede
plaats het zgn. Marishuis aan het Noord
einde met het daarbij gelegen hofje, dat be
kend staat als het hofje van Severijn.
hebben te ontkomen, maar wat niet mocht
gelukken.
Het gevolg hiervan is dat het Triumviraat,
hopelijk slechts voor een paar maanden,
incompleet zal zijn. Het Algemeen Be
stuur deed een beroep op ondergetekende,
naast zijn Voorzitterschap, de opengeval
len plaats tijdelijk te vervullen, hetgeen hij
accepteerde. De bezetting van het bureau
zal dus medio 1977 opnieuw een wijziging
kunnen ondergaan.
Wij hopen en vertrouwen dat deze ont
wikkeling en tijdelijke opzet, gebaseerd
op de volle inzet van onze functionarissen,
het Heemschut mogelijk zullen maken,
zijn omvangrijke taak te blijven vervullen.
De Voorzitter.
Waarom ogenschijnlijk niet zo fraaie pan
den aan de Oude Molstraat gekocht? Deze
vraag is gemakkelijk te beantwoorden. De
Oude Molstraat behoort, buiten het grafelijk
complex tot de oudste delen van Die Haghe.
Dr. P.J. van Breemen schreef er uitvoerig
over in het jaarboek 1938 van die „Die
Haghe" naar aanleiding van een oorkonde
uit 1370! Van jonger datum en meerbekend
is het Oude Mannenhuis in de Oude Mol
straat, gelegen tegenover de recente aan
koop van de zes panden door Stadsherstel.
Dat Oude Mannenhuis is goed bewaard ge
bleven. Het was in 1773 een stichting van
weldadigheid, opgericht uit de sedert jaren
opgelopen erfenis van de heer Van Beyeren
Schagen.
Men dient de Oude Molstraat echter niet op
zichzelf te zien. Deze betrekkelijk smalle
straat maakt, zoals al opgemerkt, deel uit
van een oud stuk Den Haag, één van de vier
zijden van het complex Prinsestraat, Juf
frouw Idastraat, Oude Molstraat, Nobel-
straat. Stadsherstel gaat haar zes panden,
waaronder een oude distilleerderij restaure
ren, resp. renoveren. Daarmee hoopt men