een nog erg vreemd in de oren, men dacht
daarbij (zoal niet aan standbeelden) aan
plechtige, indrukwekkende gebouwen,
waarvan Suriname er nu eenmaal niet zo erg
veel heeft.
Maar dit begrip was inmiddels in landen die
er al langer mee werkten al geëvolueerd van
de zorg voor het individuele, bijzondere ge
bouw tot de zorg voor onze historische ge
bouwde omgeving als geheel, tot een stuk
milieubeleid dus. Minister Morpurgo en
zijn enthousiaste medestanders beseften,
dat wat dat betreft Suriname - en vooral
Paramaribo - wèl veel te bieden heeft.
Ieder wiens vak het is met oude stadscentra
te werken valt het direkt op wat een uitzon
derlijk mooi, karakteristiek en harmonisch
stadsbeeld Paramaribo's oude kern bezit.
Internationaal gezien staat de kwaliteit op
een hoog peil en wanneer men zich zou
beperken tot de tropische steden, dan neemt
Paramaribo al een heel uitzonderlijke plaats
in. De totaliteit van Oranjeplein, Zeelandia-
complex, Grote Combéweg, Palmentuin,
Gravenstraat, Waterkant, mr. dr. J. C. de
Mirandastraat eh wat door die laatste straten
wordt omsloten, vertoonde toen - en ver
toont ook nu nog - een samenhang van
bebouwing en beplanting en een relatie met
de rivier, zoals men die maar zelden op de
wereld aantreft. Paramaribo verdiende wat
dat betreft wat meer bekendheid - mis
schien is de relatieve „onbekendheid" een
gevolg van het feit, dat de echte charme van
dit geheel met foto's eigenlijk niet is te van
gen.
Iets wat waarde heeft, wat onvervangbaar
is, mot worden beheerd, anders verbrokkelt
het, valt het uit elkaar en is het „op" vóór
men zich dat goed realiseert. Aan dat beheer
is sedert die vroege zestiger jaren inderdaad
- en terecht - veel zorg besteed, in het
bijzonder in het bovengenoemde oudste
stadsdeel en eveneens op enkele plaatsen
buiten de stad: zeer veel is er gebeurd op
Nieuw Amsterdam en ook werd de histo-
2 a,b.
Het Kruithuis 1778 op fort Nieuw Amster
dam, nu onderdeel van het openluchtmu
seum aldaar, thans (foto CL.T. G.), en in
1962 vóór de restauratie (fotoJ. Douglas).
33