1 E iS 2 3 c 1 sprake was van een kistmuur, maar van door en door constructief, gedegen metselwerk. Wellicht had de bouwer in 1593, toen zijn bouwwerk zo zwak bleek dat het instortte zichzelf bezworen „dat gebeurt mij geen tweede keer!" Als een muur, en dat is ook bij de muren van de Brandaris het geval, scheuren vertoont dan is het bij deze dikke muren steeds een vraag welke inwendige scheuren, dus scheuren die men niet aan het oppervlak ziet, bestaan. De scheuren, die tot het op pervlak doorlopen kan men beoordelen, verloop en wijdte geven veelal aan of zij onschuldig zijn of een gevaar kunnen bete kenen voor de stabiliteit. Door middel van inwendige ankers, die volkomen onzicht baar aangebracht kunnen worden, is het mogelijk het euvel te herstellen. De inwen dige scheuren vormen een groter probleem; men kan weliswaar door middel van injectie van, op muur- en steensoort afgestemde mortels (eventueel gecombineerd met in wendige ankers) de mechanische eigen schappen van de muur zodanig verbeteren dat de stabiliteit wederom verzekerd is, maar waar zitten deze scheuren? Radiografisch onderzoek Bepaalde radiosignalen planten zich door een massief materiaal sterker voort dan door een poreus materiaal. Hiervan uitgaande werd door Alja B.V. een systeem ontwik keld om muren radiografisch in kaart te brengen. Het basisprincipe is bijzonder eenvoudig: aan de ene zijde wordt een zend- antenne geplaatst die een gericht signaal binnen een nauwe frequentieband uitzendt, aan de andere zijde de antenne van de pre cies op deze signalen afgestemde ontvan ger, die de signaalsterkte registreert. Om deze techniek in de praktijk te testen, werd met het Loodswezen overlegd om een aantal proeven te nemen op de massieve muren van de Brandaris. Een aantal proefvelden werden uitgezet, figuur 1 geeft de meetpun ten aan van een dergelijk proefveld. In fi guur 2 zijn de gevonden signaalsterkten ta bellarisch aangegeven, waarbij als hoogste waarde gevonden werd een signaalsterkte 42 (punt Ai) en als laagste 4 (punt Ai). Als proef op de som werden twee kembo- ringen gedaan, nl. op de beide uitersten: punt Ai (signaalsterkte 42) punt Ai (signaalsterkte 4). Het resultaat was verrassend. Bij Ai werd geen enkel gebrek waargenomen, de muur bestond uit perfect metselwerk. Bij Ai daar entegen werden twee flinke lengtescheuren (evenwijdig aan het muuroppervlak) gecon stateerd, ieder 1 cm wijd, alsmede een vier- fig. 1 n A B C O E FGH 1 J K iy CC u 1 4 B ~T Q) 01 0 N V1 oor fig. 2 Proefstuk I A B C D E F G H I J K 0 40 38 38 30 25 27 22 25 24 22 19 1 42 40 38 35 33 29 29 30 28 24 22 2 28 28 29 29 31 22 24 2 3 22 21 20 3 19 20 21 22 23 20 19 20 20 20 20 4 11 17 18 18 19 15 15 18 17 16 17 5 7 10 13 14 15 13 12 12 14 12 15 6 5 7 9 10 10 8 8 10 10 10 12 7 4 7 10 10 11 9 10 10 12 12 12 tal dwarsscheuren (loodrecht op het muur oppervlak), wijdte 0,2 cm. Het is de vraag of de geconstateerde scheu ren een gevaar vormen voor de stabiliteit van de Brandaris, mocht dit het geval zijn, dan kunnen bovengenoemde injectie- en verankeringstechnieken dit eventuele ge vaar volledig opheffen. Belangrijk is het echter dat wij nu beschik ken over een betrekkelijk eenvoudige tech niek om zieke plaatsen op te sporen, zonder schade toe te brengen aan waardevolle bouwwerken. Daarenboven stelt deze techniek ons in staat om het effect van muurinjecties te controle ren. Een stokoude toren, een piepjonge tech niek! Dick Klapwijk Nawoord De methode, zoals die hierboven is be schreven, geeft ons aanleiding te veronder stellen, dat we te doen hebben met een veel belovende ontwikkeling. Een volledige in terpretatie van de verkregen uitkomsten is echter nog niet mogelijk. De gegevens, zoals dhr. Klapwijk die vermeldt, duiden wel aan waar in een dergelijke muur een slechte plek aanwezig is. Wat er precies aan de hand is zal daarna dan nog moeten blij ken. Wanneer thans een onderzoek bij een mo nument wordt ingesteld, moet op verschil lende plaatsen worden gehakt om te onder zoeken hoe de toestand is. Bij het onderzoek met radiogolven, dezgn. lange golven, weet men in elk geval de plaats waar gehakt moet worden en zodoende kan onnodige aantas ting van het monument worden vermeden. Er is in hetzelfde vlak al internationaal on derzoek verricht, dat zich evenwel richtte op SONAR-metingen, die niet direct werkbare indicaties geven, hetgeen wel het geval is bij lange radiogolven. Het wil ons voorkomen, dat bij verder onderzoek een methode wordt ontwikkeld, waarbij de uitkomsten nog nauwkeuriger zullen kunnen worden geïn terpreteerd. Red. Heemschut. 31

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1977 | | pagina 19