Veertigduizend
monumenten beschermd
Gevelstenen in Overijssel
In ons land zijn meer dan 40.000 monumen
ten beschermd, verdeeld overeen grote ver
scheidenheid van objecten. De meeste be
schermde monumenten vallen onder de ca
tegorie „gebouwen en woonhuizen": ca.
28.000. Daarop volgen de agrarische ge
bouwen (boerderijen e.d.) met ruim 4800.
Het aantal beschermde kerkgebouwen be
draagt ca. 2200 en het aantal molens iets
boven de duizend. De kleinste groep (137)
vormen de herbergen en hotels.
Deze gegevens zijn ontleend aan het on
langs verschenen jaarverslag van de Rijks
dienst voor de Monumentenzorg over 1975
een keurig uitgevoerd boekwerkje, waarin
een schat van gegevens is opgenomen en dat
meer verdient dan de meeste jaarverslagen,
die nl. gewoonlijk nauwelijks worden inge
keken en voor de goede orde worden opge
borgen.
Het jaarverslag van de Rijksdienst biedt een
rijke bron aan informatie en is zodoende
bijzonder nuttig als naslagwerk.
Natuurlijk heeft M 75 van de Rijksdienst
veel aandacht gevraagd; in feite heeft het
Europese Monumentenjaar zijn stempel ge
drukt op de werkzaamheden van de dienst
en van de ambtenaren veel arbeid gevergd.
Wat M 75 betreft: „Gebleken is, dat de
wens tot behoud van bouwwerken en struc
turen uit vroeger tijden nog sterker bij de
bevolking leeft dan werd vermoed. Ook na
het Monumentenjaar is de belangstelling
gebleven", aldus constateert het jaarver
slag. Dit is trouwens ook de ervaring van de
Bond Heemschut, waarbij we overigens wel
de aantekening willen maken, dat die ver
grote belangstelling jammer genoeg nog
niet voldoende tot uitdrukking komt in le-
denaanwas.
De Rijksdienst maakt in zijn verslag vrij
uitvoerig melding van de problematiek van
de woningwetbouw na 1900, een onder
werp, waaraan ook in ons tijdschrift de no
dige aandacht wordt besteed. De Rijks
dienst schrijft er o.a. ditover: „Verbetering
van deze dikwijls 50 a 60 jaar oude wonin
gen betekent, dat zij nog geruime tijd zullen
kunnen worden gebruikt voor het doel,
waarvoor zij destijds zijn gesticht en daarom
worden behouden. Anderzijds dreigt echter
het gevaar, dat bepaalde complexen, welke
architectuurhistorisch zeer belangrijk zijn,
door uitwendige en inwendige verbouwin
gen zodanig worden gewijzigd, dat de ka
rakteristieke kenmerken geheel of gedeelte
lijk verloren gaan. Omdat de hier bedoelde
woningcomplexen een zeer belangrijk resul-
240
taat zijn van de in de eerste decennia van de
20e eeuw levende idealen op het gebied van
de volkshuisvesting, zijn zij voor de ont
wikkeling van de moderne wooncultuur van
grote betekenis geweest. De Rijksdienst
heeft deze materie reeds globaal verkend.
Hierbij is duidelijk geworden, dat bescher
ming van een aantal representatieve com
plexen vermoedelijk wenselijk is.Het ver
slag vraagt verder (meer) aandacht voor de
bouwkunst tussen 1850 en 1925. Uit die
periode is nog maar een bescheiden aantal
beschermd. Spoed is geboden om verder te
gaan in deze sector, omdat veel is verloren
gegaan of dreigt verloren te gaan. „Stelt
men te lang uit, dan zullen er binnen zeer
afzienbare tijd grote lacunes op stedebouw
kundig en architectuurhistorisch gebied
ontstaan. Omdat deze niet meer kunnen
worden opgevuld, gaat daardoor de histori
sche continuïteit, voor zover deze uit de
gebouwde omgeving herkenbaar is, verlo
ren. Bij onvoldoende aandacht voor het be
lang, dat aan een ononderbroken bescher
mingsproces wordt gehecht, zou men zelfs
kunnen zeggen, dat onze tijd even weinig
respect heeft voorde jongere bouwkunst als
omstreeks 1870 voor de oudere bouwkunst
werd gevonden. Tijdige bezinning is nood
zakelijk" zegt de Rijksdienst, opmerking
waarmee we gaarne instemmen.
Het verslag is niet erg tevreden met de ge
ringe middelen, die het Rijk beschikbaar
stelde in het kader van de werkgelegenheid
ten behoeve van restauraties.
Het jaarverslag bevat nog tal van andere
interessante opmerkingen, maar we moeten
ons verder beperken tot wat cijfermateriaal.
Veel geld nodig
In 1975 kwam voor een bedrag van
333.009.858.- aan subsidieverzoeken
binnen. Blijkens een overzicht van de in de
jaren 1976 en volgende te betalen subsidies
in de kosten van werken, waarvoorde plan
nen in beginsel zijn goedgekeurd, is daar
voor tot en met 1981 73.690.005,-nodig,
verdeeld over 204 objecten.
Ons land telt 26 gemeenten met elk meer
dan 200 beschermde monumenten. Am
sterdam gaat hierbij aan de kop met 6.971;
vervolgens Maastricht 1.448; Leiden 1.084;
Middelburg 1.062 enz. Van de vier grote
steden vinden we behalve Amsterdam al
leen nog Den Haag met 703, een aantal dat
ver uit gaat boven de overige 200-plussers,
waarbij 's-Hertogenbosch sluit met 239.
Voor geïnteresseerden vermelden we, dat
het jaarverslag verkrijgbaar is door over
schrijving 'van 8.- op postgironummer
42.52.20 t.n.v. de Rijksdienst voorde Mo
numentenzorg, onder vermelding van: jaar
verslag 1975.
v. d. W.