een door storm doormidden geslagen schip, een hulk, met zeil, later met hout gedicht, en moest dat, wat het kostbaarste deel was, een jaar bijna onmiddellijk worden bloot gesteld aan de invloeden van het Neder landse klimaat. In de tijd dat het nieuwe toneelhuis (tegen welks hoogte een actiegroep zich nog ver zette) moest worden onderkelderd en om hoog getrokken, werd onder de schouwburg een nieuwe fundering op Waalpalen aange legd. Merkwaardig was het, hierbij te ervaren, hoe nu precies zo'n gebouw waarvan aller lei delen al in 1705 zijn neergezet, waarvan de poerenfundering in 1865 aanzienlijk ver zwaard werd en de belastingen werden ver hoogd, zich gedragen heeft: wij konden nergens een scheurtje vinden (dit in tegen stelling tot het pand K O, Oude Vest, dat van onder tot boven gescheurd bleek te zijn). Op de mouterijvloer, die bestond uit plavuizen, die wij nog onberoerd terugvon den, stonden die gemetselde poeren. Haal den wij een tegel los, dan bleek het zand eronder te glinsteren van het water: alles dreef in en op dat zand. Schaap wist zijn 232 De voorgevel voor de restauratie (1967). Foto: Rijksdienst v.d. Monumentenzorg. De nieuwe schouwburggevel. pendelconstructie van achthoekige gegoten ijzeren kolommen zó te plaatsen dat in geen der onderdelen van dit vaak met wel 950 mensen gevulde theater ook maar één scheurtje optrad. De wanden waren van hout, de balkons (bij nader inzien?) extra gesteund door 17 stalen buizen, maar alles was puntgaaf. Bij de thans voltooide restauratie moest de bezoekersbelasting van de balkons anders worden berekend, zodat de twee onderste rijen gietijzeren kolommen vervangen moesten worden door stalen buiskolommen met daaromheen een achthoekig omgezette staalplaat. Deze rusten op hun beurt weer op zwarè betonfunderingen op 13 m lange palen. En dat, terwijl er vroeger 950 man zaten (en vooral stonden) en nu maar ruim 500 De constructie van de balkons, die in hout waren uitgevoerd, werd vervangen door pa ren U-balken over elke kolom, waarover- heen de balkons opnieuw in hout werden opgetrokken. De buitenwand bleef hout, met aan twee zijden een brandvrije laag pleisterwerk op gaas: daartussen bevinden zich dan de trekstangen, die de grote om hoog gerichte trekkrachten van de over de kolommen heen naar voren overstekende balken moeten overbrengen naar een tweede betonnen funderingsringbalk. Door dit systeem, ontworpen door Schaap, te per fectioneren, konden alle hinderlijke 17 hulp-kolommen worden weggenomen. Unieke constructie Schaap begon iets, dat, vergeleken met de in Engeland en Duitsland toegepaste zaal constructies, vrij uniek was. Zijn systeem maakte het mogelijk, kolommen aan de voorzijde van de balkons - de normale op lossing, (zie schouwburg Amsterdam, Scala Milaan, theater München bijv.) te vermijden, waardoor de balkons lijken te zweven in de ruimte en men goed zicht op het toneel heeft. De schilderingen op het plafond en de bal konranden werden gerestaureerd, hetgeen één jaar duurde-en toen na de mooie zomer van 1975 het toneelhuis dichtging, konden wij zeggen, dat het gehele oude gebouw op een natuurlijke wijze had kunnen drogen; nooit behoefden wij met warme lucht te werken, hetgeen tot catastrofes had kunnen leiden. Het heel langzaam vochtig worden van de schilderingen en daarna nog langza mer weer drogen had het gewenste gevolg: geen scheurvorming tot nu toe. Bij de afwerking van de zaal domineerden deze aspecten. Oorspronkelijk lag de orkestbak tussen de baignoires, dus ver de zaal in; een losse dansvloer kon over de parterre worden ge legd. Bij een verbouwing, naar ik vermoed in 1908, is deze bak verkleind, zodat de zaal twee extra uitgangen kreeg (vroeger waren er maar twee en nu zijn er zes, welk aantal de brandweer-autoriteiten niet wilden ver minderen). Bij herstel van het proscenium moesten wij deze uitgangen handhaven en konden wij niet verder dan de voorrand van de toneellijst gaan: in dit gebied maakten wij een orkestlift, weidse naam voor een be weegbaar voortoneeltje in een gebouw, dat echt te klein is voor grote opera's en waarin een piano, een enkel instrument, steeds het beste zullen klinken. In elk geval is er geen optimale flexibiliteit - want een echt voortoneel, tussen de toe schouwers, zat er in Leiden niet in: de to neellijst is ternauwernood 8 m breed Enfin, voor echt theater en ronde gaan we dan wel naar de „kapel" van K O, één trap hoger ernaast.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 12