Levende
stenen
Heemschut-gedachte verwezenlijkt kan
worden. Geen loze kreten, geen hobby
achtige activiteiten, (een verwijt, dat men
soms wel eens - ten onrechte overigens -
hoort) maar daden van een groep enthou
siaste particulieren. Zal de gemeenteraad
van Zaanstad er ontvankelijk voor zijn? La
ten we het hopen.
v.d. W
mts
|po*-e l<
Vervolg van pag. 219 Het Huis met de Zalm
pas na de dood van de vader geboren was,
naar het huis op de Stromarkt hoek Gouwe-
naarssteeg. In 1723 werden Claas en Jan bij
onderdompeling gedoopt, vermoedelijk te
Rijnsburg, waar daarvoor een groot bassin
was."
We slaan nu een stuk van de familie-kroniek
over om terecht te komen bij Jan Salm, die
in 1746 het huis kocht, dat hij tot dan in huur
had bewoond. Hij betaalde er in totaal
4600,- voor.
Met de nieuwe eigenaar begon een nieuwe
periode voor het huis op de Stromarkt. Jan
Salm verbouwde de gevel, blijkens het jaar
tal boven in de kroonlijst Anno 1752,
waarbij het schip „dat in de gevel stond"
plaats moest maken voor de zalm, die hij in
eikehout liet beeldhouwen.
Het huis had tot 1917 een fraai gesmeed
stoephekje. In het midden vertoonde het
gestyleerde schakels van een ketting een
daaronder een hart met een pijl doorboord,
beide symbolen van het huwelijk, omgeven
door rococo-versieringen met monogram.
3 de Zalm prijkt weer
van Stromarkt 17
boven de deurpartij
Met de dood van Jan Salm in 1762 had het
huis geen Salm meer tot eigenaar, maar de
vereniging Familie Salm bleek er toch zo
aan gehecht, dat zij Stadsherstel aanbood de
houten zalm weer in de voorgevel aan te
brengen en ook het hek in de historische stijl
weer aan te brengen. Het vervaardigen van
zalm, snijraam (het bo'venlicht van het
deurkalf) en hekwerk werd opgedragen aan
het restauratie-atelier Uilenburg, dat onder
leiding staat van Hans 't Mannetje.
Architect voor de restauratie van het Huis
met de zalm was de heer De Klerk.
Aan de Stromarkt staat thans een rijtje geres
taureerde panden, waarvan nu nog de
nieuwheid afstraalt, maar die, zoals nr. 17,
een boeiende geschiedenis hebben gehad.
Weer een stukje oud-Amsterdam, eens ver
pauperd, nu in volle glorie hersteld.
v. d. W.
Gaarne vestigen we de aandacht op de
schriftelijke cursus Levende stenen, uit
gaande van de stichting ter bevordering van
de kennis van de Nederlandse bouwkunst,
postbus 736, Leiden.
Voor deze schriftelijke cursus hebben al bij
kans 2000 belangstellenden ingeschreven.
In een folder, tevens affiche, schrijft prof.
dr. C. A. van Swigchem. dat de groeiende
belangstelling voor onze monumenten, hui
zen, stads- en dorpsgezichten en het land
schap. de behoefte aan meer kennis heeft
doen ontstaan.
Het lesprogramma is vrij omvangrijk. Inlei
dende lessen handelen o.m. over bouw
kunst en samenleving, het monument in zijn
omgeving en milieubewaking. In een vol
gend deel worden technieken behandeld;
vervolgens de bouwstijlen van de verschil
lende tijdvakken. In totaal gaat het om 24
lessen, die gevolgd worden dooreen tweede
deel. eveneens uit 24 lessen bestaande.
Daarbij komen o.m. aan de orde: nederzet-
tingsvormen, straat en straatmeubilair, de
ontwikkeling van het woonhuis, boerde
rijtypen, hofjes en gasthuizen, torens, ro-
maanse kerkbouw, kloosters, abdijen en
commanderijen, gotische kerkbouw, syna
gogen. raadhuizen, oude pakhuizen, Doe
len engildehuizen. waaggebouwen, konink
lijke paleizen, verdedigingswerken, bui
tenplaatsen, molens. Men ziet: een heel
gamma van „monumcnten"-aspecten.
Voor deelneming aan de cursus is geen spe
ciale vooropleiding vereist. Enige algemene
ontwikkeling en vooral belangstelling zijn
voor het slagen van de studie gewenst. De
normale cursusduur bedraagt 16 maanden.
De cursist ontvangt dan drie lessen per
maand. Voor cursisten worden enige excur
sies georganiseerd.
Het lesgeld bedraagt 120,- plus 10,-
inschrijfgeld.
De cursus wordt gesubsidieerd door het Mi
nisterie van CRM. Nadere inlichtingen bij
bovengenoemde stichting.
221