bij. Hetzelfde geschiedde in 1930 toen
Hendrick de Keyser na bemiddeling van
„Haerlem" het pand Korte Spaame 25
kocht, het pand dat, tesamen met het buur
huis, nr 23, in 1976 gereed kwam na een
ingrijpende restauratie.
Molens
De bemoeiingen van „Haerlem" met de
molens in en om Haarlem verliepen over het
algemeen minder succesvol. De bekendste
Haarlemse molen was De Adriaan, die fraai
aan het Spaame was gelegen en die daar het
stadsbeeld beheerste. In 1925 bemiddelde
„Haerlem" bij de aankoop van deze molen
door de vereniging De Hollandsche Molen.
Dit gelukte, maar op 23 april 1932 brandde
de molen af. Pogingen om gelden bijeen te
brengen voor de herbouw hebben 37 jaar
geduurd, echter zonder succes. In 1938 leek
het erop dat het zou lukken: „Haerlem" had
10.000,- bijeen voor herbouw, de ge
meente Haarlem had ook 10.000,- be
schikbaar, er was een toekomstig huurder
en de raad nam het besluit tot herbouw.
Helaas werd dit door G. S. van Noord-
Holland niet goedgekeurd. In 1952 kwamen
de herbouwplannen opnieuw ter sprake. Er
was toen een molen beschikbaar te Alblas-
serdam die daar moest verdwijnen en de
onderdelen hiervan werden in' 1954 naar
Haarlem vervoerd. In 1962 had Haarlem
f 120.000,- voor herbouw gereserveerd
maar er was toen geen exploitatiemogelijk
heid meer. In 1969 werd besloten definitief
af te zien van de herbouw en de molenon
derdelen werden in 1972 gebruikt voor de
herbouw van de in Uitgeest afgebrande mo
len „De Kat".
De tweede molen waar „Haerlem" zich
voor inzette werd gelukkig wel behouden:
In 1926 bracht „Haerlem" gelden bijeen
waarmee De Hollandsche Molen de be
kende paltrok-houtzaagmolen De Eenhoorn
aan het Zuider Buiten Spaame kon aanko
pen. Deze molen is dankzij dit optreden
behouden en is nog een der weinige voor
beelden van een paltrok-molen in ons land.
Het volgende jaar was het de Liedemolen,
een watermolen ten noord-oosten van Haar
lem die werd bedreigd met sloop. Haer
lem"'s secretaris J. L. Tadema bezocht een
3. De grote zaal, tegenwoordig Tadema
Kamer" genoemd, in het verenigingsge
bouw De Hoofdwacht. Gerestaureerd door
Haarlem" in 1921Foto W. JvanBorse-
len, 1943.
4. De Magdalena Kapel, restant van een
middeleeuws klooster, gesloopt in 1937 om
plaats te maken voor kantoorgebouwen van
N.V. De Spaarnestad. Tekening vanDr. A.
Melchior.
5. Houtmarkt 17, gerestaureerd door A. A.
Kok in 1932 en in 1934 aangekocht door
Hendrick de Keyser.
vergadering van het polderbestuur en rap
porteerde aan mr. P. G. van Tienhoven
o.m. „Ik heb gevochten als een leeuwin
voor haar welp, maar alles tevergeefs'De
molen werd in 1928 afgebroken.
De vierde molen waarvoor „Haerlem" zich
inspande was de Slaper-molen te Spaam-
dam. Ook dit echter tevergeefs, want eind
1938 begon de sloop van deze watermolen.
Meer succes had aanvankelijk de actie voor
een nieuw weidemolentje aan de Liede. In
1953 werd het molentje in gebruik geno
men. In 1969 werd het echter gestolen.
Zeer recent tenslotte zijn de acties voor her
stel van de po|dermolen De Veer, ten
noordoosten van Haarlem. Gehoopt wordt
dat deze molen in het kader van het recrea
tieschap Spaamwoude kan worden hersteld.
209