Heemschut in actie Huis te Maarssen Rijkswegen in Overijssel „Hoornwijk" te Rijswijk De plek, waar de fundering van ,De Guit' nog aanwezig is en ,,De 1200 Roe" weer zou kunnen functioneren het Watermolenpad bij de Weelsloot stond en uitwaterde op de Nauemase Vaart. Een recent voorbeeld van een dergelijke nuttige verplaatsing van een Oudhollandse wind watermolen vinden we in het recreatiege bied „Het Twiske" te Oostzaan- Landsmeer. Deze bemaalt de polder (zowel met wind-, als met een elektrische hulp kracht) en is de dienstwoning van de molen aar-machini st ,De 1200 Roe'is precies hetzelfde type als de voormalige „Guit", oorspronkelijk een achtkantige houten binnenkruierschep- radmolen en in de tweede helft van de vorige eeuw omgebouw tot vijzelmolen. Beide molens zijn bovendien rond 1630 ge bouwd: deze verplaatsing zou dus zowel technisch als historisch verantwoord zijn. Het verplaatsingsplan is door de deskundige werkgroep tot in details bestudeerd, zoals de wijze van verplaatsen, de mogelijke ca paciteit en de financiële consequenties. „De 1200 Roe" blijkt bij herbouw verhou dingsgewijs een grote capaciteit te kunnen verkrijgen en zou in de noodzakelijke uit breiding van de bemalingscapaciteit van de polder Westzaan een belangrijke rol kunnen vervullen. Het nieuw te bouwen elektrisch gemaal aan het Noordzeekanaal zou dan kleiner kunnen worden dan nu gepland is en dus goedkoper. Deze besparing zou de her bouw ten goede kunnen komen. Mede, daar nog niet met de restauratie van „De 1200 Roe" is begonnen, achten wij het gewenst, dat het plan van de werkgroep zorgvuldig door de verschillende instanties wordt beoordeeld. Hoewel wij de gevoelswaarde die de molen voor de buurtbewoners heeft allerminst wil len bagatelliseren, verkiezen wij verplaat sing naar een zinvolle plek boven restauratie in een „ontheemde" situatie. Dit betekent immers het tot leven brengen van een uniek en fraai, maar nu dood, exemplaar van ons nationale monument. Wij steunen daarom het verzoek van de werkgroep aan het Am sterdamse gemeentebestuur om hun plan een reële kans te geven. Voorts hebben heb ben wij verzoeken tot medewerking hieraan gericht aan de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg en het Provinciale Bestuur. Heemschut heeft B en W van Maarssen op nieuw geattendeerd op de zeer slechte staat waarin het huis „Endelhoven", tussen de buitenplaatsen „Goudestein" en „Vecht oever", verkeert. Al sinds 1963 is de ge meente eigenaresse van dit monument. De Bond wijst er het college van B en W op dat de gemeente wettelijk verplicht is om haar monumenten voldoende te onderhouden - dit, zowel uit cultureel oogpunt als om fi nanciële redenen. Wat „Endelhoven" be treft is het hoogste tijd om, direct, maatrege len te treffen om het verval een halt toe te roepen. Zowel de Raad van de Waterstaat als Staatsbosbeheer hebben van Heemschut een brief gekregen over de vaststelling van de tracés voor de rijkswegen 35 en 15 in Over ijssel. Over deze vaststelling is al heel wat te doen geweest. Er is nu weer een nieuwe en derde variant in procedure, en op één punt heeft Heemschut het daar moeilijk mee. De bezorgdheid geldt de aansluiting vanuit Bome op de rijksweg 35 en, in combinatie hiermee, de afslag naar Bome. Deze zijn gepland in het buurtschap Buren. Heem schut ziet daarin een ernstige aantasting van dit buurtschap en van het dal van de Azeler Beek en vraagt om verschuiving van het tracé om op die manier het kwetsbare gebied te sparen. Het landhuis „Hoomwijk" in Rijswijk (ZH) - monument - verkeert in een zo slechte staat dat er op korte termijn iets moet gebeu ren, wil voorkomen worden dat het karakte ristieke pand aan verkrotting ten onder gaat. In die termen heeft Heemschut B en W van Rijswijk geschreven, met als toevoeging: „Wij doen daarom een dringend beroep op u om alle mogelijke maatregelen te nemen zodat een dergelijke gang van zaken verme den kan worden". Het lijkt de Bond 't beste dat Rijswijk zelf het landhuis koopt, hetgeen met het oog op het zoeken van een nieuwe bestemming ook belangrijk is. Ir 184

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 28