Heemschut in actie Verplaatste molen „De 1200 Roe" zou weer kunnen functioneren Geen echt molenbehoud Biotoop Nieuw verplaatsingsplan Het verplaatsen van molens is historisch gezien een normaal verschijnsel. Door het groeien van steden bjj voorbeeld wer den ze soms herhaaldelijk verplaatst om voldoende windvang te behouden. Het was dan ook niet zo'n gek plan om de bovenkruier ,,De 1200 Roe" aan de Haarlemmerweg te Amsterdam naar het tuinbouwgebied Sloten te verplaatsen. Daar had deze 17e-eeuwse-molen land schappelijk weer tot zijn recht kunnen komen, evenals dit nu het geval is met zijn voormalige buur ,,De 1100 Roe" die naar het Sportpark Ookmeer verhuisde. Nu staat hij door de omringende nieuwbouw met zijn rug tegen de (flat)-muur en aan de andere kant ligt de snelweg Amsterdam- Haarlem aan zijn voeten. De verplaatsing naar Sloten ging echter niet door: de ge meenteraad besloot driejaar geleden de mo len op zijn oorspronkeüjke plaats te restau reren. Deze beslissing had twee oorzaken: het grote verschil in kosten en de door de bewoners uit de omgeving krachtig ge steunde actie van het Wijkcentrum voor be houd van „hun" molen. Vanzelfsprekend willen de bewoners in deze nieuwbouwwijk dit historische ele ment niet verliezen en restauratie is toch wel te verkiezen boven definitieve afbraak. Maar wij kunnen het niet eens zijn met B en W van Amsterdam, die in de „restauratie voordracht" aan de gemeenteraad stelden dat de molen „een unieke en ook bij toeris ten bekende rol in het moderne stadsbeeld vervult". En ook niet met de opmerking, dat het plezierig is dat bij de aanleg van de nieuwe stedelijke wijk rekening was gehou den met reeds bestaande elementen en dat daarom de molen nu een bepaald karakter aan de buurt geeft. De wijze waarop „De 1200 Roe" door de nieuwbouw verdrukt is getuigt van gebrek aan gevoel voor dit reeds bestaande element en is stedebouwkundig een grote misser. Aan het raadsbesluit in 1973 ging dan ook een uitvoerig debat voor af, waarbij veelvuldig werd gesteld dat de stedebouwkundige waarde van de molen op de plek aan de Haarlemmerweg gering is en dat het betreurd moet worden, dat deze door gebrek aan windvang nooit meer zal kunnen functioneren. Eveneens in 1973 vierde de Vereniging De Hollandsche Molen haar 50-jarig bestaan en daarom stond in dat jaar de molen, ons nationale monument bij uitstek, en het mo lenbehoud sterk in de belangstelling. Daarbij kreeg ook het molenmilieu, de „molenbiotoop" (levensplaats), de „ruim te" die een molen nodig heeft, veel aan dacht. Een molen hooft naar alle kanten tegen de lucht af te steken en is vanzelfspre kend op zijn mooist als de met zeilen be spannen wieken rondwentelen. Maar terwijl de molens zelf in het algemeen behouden blijven, zien we ze steeds meer ingebouwd raken door nieuwbouw of ontluisterd wor den door de nabijheid van hoge gebouwen. Thans wordt de bescherming en de verbete ring van de biotoop dan ook even belangrijk geacht als het behoud van de molen zelf. E. Smit zegt in het Heemschutnummer van juni 1973 „juist molens (zijn) wat betreft hun biotoop de meest kwetsbare en veelei sende monumenten De in 1899 afgebrande ,,De Guit" aan de Nauernase Vaart ,,De 1200 Roe"in een ontheemde" si tuatie aan de Haarlemmerweg te Amster dam De werkgroep „De nieuwe Guit" heeft weer een plan ontwikkeld om „De 1200 Roe" te verplaatsen en wel naar een plaats, grenzend aan het natuurgebied „De Reef" in Westzaan, een plaats waar de molen zo wel landschappelijk als als maalwerktuig optimaal zou kunnen functioneren. Name lijk op de nog aanwezige funderingen van de in 1899 door blikseminslag afgebrande wa termolen „De Guit", die aan het eind van 183

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 27