Zilvertentoonstelling te Zwolle Restauratie van paleis- museum Het Loo Kerk in 's-Heerenhoek sterk hebben verstoord), maar het rijkskan- torengebouw Transitorium mocht wèl evenals de kolossale ministeriegebouwen in het Spuikwartier. Kortom, we maken ons ernstige zorg over de toekomst van het oude Haagse stadshart. Het milieu is geweld aangedaan. Het ooie vaarsnest is verstoord. v. d. W. Van 24 september t/m 28 november 1976 zal in het Provinciaal Overijssels Museum aan de Melkmarkt te Zwolle een bijzondere zilvertentoonstelling worden gehouden. Deze tentoonstelling „Overijssels stadszil- ver" zal vrijwel alles tonen, wat thans nog aanwezig is van de historische zilveren en verguldzilveren objecten, die eens deel uit maakten van de materiële luister der Over ijsselse steden. Oudtijds was het bij ver schillende steden in „Het Oversticht" de gewoonte, bij het overlijden van een bur gemeester of raadsheer te zijner nagedach tenis een zilveren beker te doen vervaardi gen. Een aantal van deze bijzondere bekers zal op de tentoonstelling uiteraard te zien zijn. Foto: Beker Van Ittersum 1586. Reeds in 1407 kocht de stad Zwolle een hoeveelheid zilver, om voor ieder der sche penen een drinkschaal te doen vervaardi gen. In 1535 werd officiéél besloten, dat, wanneer in de toekomst iemand van de schepenen of de raad „afflivich" werd (zou sterven), een speciale zilveren beker zou worden gemaakt, met daarop het wapen of huismerk van de overledene en diens naam. In Deventer was men reeds enkele jaren daarvóór tot een dergelijk besluit gekomen; Kampen vcdgde in 1539. Maar ook van Diepenheim („borgmanbekers") en Goor zijn dergelijke bekers bekend! De gemeenten deden uiteraard ook zilver aankopen voor zaken, die meer voor nor maal dagelijks gebruik bestemd waren, als b.v. stadsroeden (bodestaven) uit balein en zilver, draagtekens der boden, armbanden met zilveren letters, zegelstempels, doosjes met keurbonen. En dan is er nog de catego rie der geschenken: nu eens bijzonder fraaie bokalen van uitzonderlijke vorm, dan weer zilveren dienbladen of drinkhoorns, uiter aard steeds van inscripties voorzien. Maar de „bekers van burgemeesteren" vormden toch het leeuwendeel van de stadszilver- schatten; in 1636 had Zwolle 79 van deze stukken; begin 1672 nog 64. Merkwaardig is te constateren, hoe de rampjaren 1578 en 1672 telkenmale grote tot zeer grote hiaten in de stedelijke zilver collecties doen ontstaan; men was dan ge dwongen veel zilveren objecten te smelten om er noodgeld van te maken. Ook van deze vierkante „klippingen" zal men op de ten toonstelling een goede indruk kunnen krij gen, in het bijzonder van het noodgeld van Kampen („extremum subsidium" uiter ste hulpmiddel) en Deventer („urgente ne- cessitate" uit dringende noodzaak). Het noodgeld werd later wel als curiositeit bewaard; aan de achterzijde liet men dan een toepasselijk gedichtje graveren. Ook daarvan zullen voorbeelden te zien zijn. Tenslotte waren vele kerkelijke overheden in Zwolle en omgeving zo bereidwillig, een aantal belangrijke zilveren objecten als kandelaars, schalen en bekers in bruikleen af te staanter completering van het geheel Het paleis-museum Het Loo zal volgens de plannen van ir. Van Asbeck worden gerestaureerd, dus tot de staat, die het gebouw aan het einde van de 17e eeuw heeft gehad. Dit heeft minister Van Doorn CRMaan de Tweede Kamer meegedeeld. De door de Kamer aangenomen motie- de Boois, waarin werd uitgesproken, dat het voormalige paleis diende te worden ge restaureerd in de uitwendige vorm die het in de 19e eeuw kreeg, zal dus niet worden uitgevoerd. Met betrekking tot de eveneens aange nomen motie-Veder-Smit (het niet uit voeren van de voorgenomen aanleg van een geometrische tuin achter het paleis zal de minister advies vragen van enkele specifiek deskundigen op het gebied van tuin- en landschapsarchitectuur en van de geschiedenis van de tuinkunst. Na ontvangst van dit advies zal de minister zijn beslissing over de definitieve tuin aanleg nemen. v.d. W. De op de beschermingslijst staande Ned. herv. kerk in 's-Heerenhoek zal, als de in spanning van het gemeentebestuur van Borssele slaagt, worden gerestaureerd en zal dan een nieuwe bestemming krijgen. Het kleine kerkgebouw dateert uit 1672. Tussen 1830 en 1833 werd het grondig ver bouwd en van een dakruiter voorzien. Ook hier kreeg men met een sterk teruglopend bezoek te maken en daarom werd de kerk in 1970 voor alle kerkelijke activiteiten geslo ten. Het werd een meubelopslagplaats. Het gemeentebestuur heeft zich nu ingezet om de 17e-eeuwse kerk te kopen.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 12