Henk Bakkeren bij deze foto: ,,Dit is mijn leukste gevel. Normaal is dat je zo'n topge vel laag voor laag in je atelier opbouwt, maar bij het herstel van dit pand (Heren gracht - Leidsegracht te Amsterdam) was zoveel haast dat ik de aannemer per dag één laag leverde. Ik heb dit werk dan ook pas in z'n geheel gezien, toen het kant en klaar op het huis stond. Maar er is mèèr saillants, en dat is het verhaal dat er achter zit. Er waren eens twee broers die op dit punt in Amster dam naast elkaar een pandje neerzetten. Aan weerszijden van de top lieten zij zich vereeuwigen met hun vrouwen. Als uitdruk king van eeuwige trouw liet de ene broer een touw maken tussen zijn hand en die van z'n vrouw. Dat is déze gevel. Maar wat ont breekt? Het louw. Dat komt, omdat die vrouw de hort opging en de man daarover zo kwaad werd dat hij het gebeeldhouwde touw liet weghalen. Na een brand in dit pand was er van deze topgevel vrijwel niets meer over, maar foto' s waren erwel. Endat verhaal over die man en vrouw? Dat is nu een oud-Amsterdams verhaal dat ik al lang kende jongen. En ik vond dat hakken prachtig. Het was (en is) mijn grote liefde. Daarmee stond voor mij ook al heel vroeg vast dat ik beeld houwer wilde worden". Praktijk Zo leerde Bakkeren bij zijn leermeester Vedder, de pure vakman, het (beeld)hou- wen min of meer spelenderwijs. En daar groeide eigen werk uit voort, vooral ook in de restauratie-sector. Bakkeren: „Mijn eer ste grote klus was het maken van koorkapi telen voor de Laurenskerk in Rotterdam, bij de herbouw van deze kerk. Veel werk heb ik ook gehad bij de restauratie van de Hoog landse Kerk in Leiden, Huis ten Bosch in Den Haag, het Paleis op De Dam, het Cen traal Station in Amsterdam en, natuurlijk, bij het herstel van huizen op de Amster damse grachten - de oude liefde. In de prak tijk valt het vaak lang niet mee om van een oud stuk beeldhouwwerk weer een gaaf ge heel te maken. Zeker niet, als het gaat om topgevels van huizen. Als de beeldhouwer komt, is de top er vrijwel altijd af. Vanwege de restauratie moet dat ook, om overal bij te kunnen komen. Je treft dan alleen brokstuk ken aan, en het is echt niet zo datje die even in elkaar past. Integendeel. De top is vaak sterk aangetast en veel ontbreekt er. Het komt ook voor dat er helemaal geen top meer is, en in dat geval moetje het doen met passende stukken van een andere top die je op een werf tracht te achterhalen. In stijl probeer je er dan weer een geheel van te maken, maar natuurlijk moet je dan wel „iets" weten van hèt ornament in het alge meen en van dè Amsterdamse gevel in het bijzonder". Historie Daaruit spreekt al dat de beeldhouwer veel weet moet hebben van de historie, of van wat het door Amsterdam zwervende jon getje Henk Bakkeren zich al afvroeg: Wat zit er achter? Hijzelf: ,Ik kan me niet voor stellen dat ik een werk zou aanpakken zon der me in de historie te verdiepen. Als je je van de geschiedenis zou losmaken, dan zou je een fantasieloze werkautomaat worden. Nee, het eerste wat je doet, dat is van de geschiedenis bij elkaar vissen wat er nog maar te vinden is: over het pand of gebouw, z'n bewoners, het gebruik en noem maar op. Vaak vind je nog wel een oude gravure 158

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 22