geschilderd door Jansen van Ceulen, waar
van lang is aangenomen dat het Willem III
(de Koning-Stadhouder) als jongen voor
stelt. Tegenwoordig wordt dit betwijfeld,
hoewel het niet vaststaat wie het dan wel
zou zijn. Hier hangt ook een klein portret
van Louise de Coligny en van Philips Wil
lem, de oudste zoon van Willem de Zwijger.
Portretten (schilderijen) ziet men ook in de
grote eetzaal, maar daar kan men zijn hart
vooral ophalen aan bijzonder mooi Saksisch
porseleinDaar staat ook een spinet uit 1766
van de Londense Jac. Kirckman en een
vermoedelijk begin 19e-eeuwse koperen
borden warmer. Tegen een der wanden een
zeer opvallend ingebouwd buffet.
Dr. Cuypers als restaurateur
Het bijzondere van deze eetkamer - men
kan eerder van een eetzaal spreken - is, dat
deze indertijd gerestaureerd is door de oude
dr. Cuypers!
Van de eerder besproken grote zaal komt
men in de zgn. gobelinkamer, waar de mu
ren overigens niet met gobelins maar met
wandtapijten zijn behangen. Het is Vlaams
werk uit ca. 1730 en ze stellen de vierjaar
getijden voor.
Een intiem vertrek vormt de bibliotheek,
met meubels uit verschillende perioden, tot
uit het Jugendstiltijdperk toe. De biblio
theek kan aanspraak maken op de eerste
uitgave van La Fontaine. Hier staat voorts
een 18e-eeuwse schrijftafel waaraan in 1918
keizer Wilhelm II zijn akte van afstand te
kende! Zoals men weet heeft de ex-keizer
enige tijd op kasteel Amerongen vertoefd.
Aanvankelijk zou hij er slechts enkele dagen
verblijven, maar uiteindelijk zou het kasteel
hem meer dan een jaar onderkomen ver
schaffen. Daarna vestigde de ex-keizer zich
in Huize Doom.
In kasteel Amerongen zijn verschillende
voorwerpen, die aan het verblijf van Wil
helm II herinneren.
In de bibliotheek hangt o.a. een pastel
portret van de vijfde graaf van Athlone,
begonnen door Belle van Zuylen en afge
maakt door Liotard. Belle van Zuylen was
een nicht van de vijfde gravin van Athlone.
Van de bekende Nederlandse hangt ook een
pastel-portret in de bibliotheek.
Op de eerste verdieping bevindt zich een
machtige ruimte, die de galerij wordt ge
noemd. Ook hier is dr. Cuypers als restaura
teur opgetreden. Over het resultaat van
diens werk hier en in de eetzaal is iedereen
overigens niet zó gelukkig. Er is aan de
oorspronkelijke stijlen wel enig geweld
aangedaan, menen hedendaagse deskundi
gen. Maar goed, dit terzijde. De muren van
de galerij zijn in vakken verdeeld door
groenmarmeren pilasters, die onder Cuy
pers in de plaats zijn gekomen van vroegere,
die waarschijnlijk van zandsteen zijn ge
weest. In deze galerij hangen de levensgrote
portretten van alle heren en vrouwen van
Amerongen. Hier bevindt zich ook een or
gel. Verder ziet men er portretten van alle
graven en gravinnen van Athlone met het
opvallende, maar niet zo fraaie portret van
graaf Godard van Aldenburg in het costuum
van de Duitse Orde.
Op de galerij komen verschillende kamers
uit, o.a. de „koningskamer", waarin de
koning-stadhouder Willem III placht te sla
pen in een hemelbed, waarvan de gordijnen
geborduurd heten te zijn door de dochters
van de eerste graaf van Athlone. In een
andere kamer staat ook een hemelbed (17e
eeuw) en daar hangt het portret van Marga-
retha Tumor (de bouw vrouwe van het kas
teel), als weduwe, een oude, maar nog zeer
intelligent kijkende vrouw.
Hebben we ons tot nu beperkt tot het
„woongedeelte", een bezoek aan de kel
ders met prachtige gewelven, is eveneens
zeer de moeite waard.
Kunstzin
We geloven met deze sobere beschrijving
een indruk te hebben gegeven van de schat
ten, die zich in kasteel Amerongen bevin
den, schatten die door achtereenvolgende
geslachten met veel liefde en vaak met
kunstzin zijn bijeengebracht. En deze om
vangrijke museum-verzameling bevindt
zich in een monumentaal bouwwerk, sober
van stijl, maar door de ruimtewerking van
hal, galerijen en zalen, inderdaad uniek.
Op dit kostelijk bezit, dat nu bedreigd
wordt, zijn, naar het ons voorkomt van toe
passing de woorden, die ter introductie van
ons eigen tijdschrift Heemschut in 1924
werden geschreven doorL. Knappert: „Wij
weten zeer wel - al doet het bitter leed - dat
er nog veel verdwijnen zal, dat de voorge
slachten ons schonken en in schoonheid
nimmer te evenaren zal zijnDoch beter dan
mokkend zich terugtrekken is te pogen iets
van de bekoring van het oude in de nieuwe
dingen leggen".
v. d. W.
147