Boekennieuws
3. De grote zaal op de eerste verdie
ping. J'oto: Arnold Meine Jansen
4. De noordwand van het trappehuis.
foto: Arnold Meine Jansen
5. Restauratieplan noordgevel
Instituut te Utrecht, het oorspronkelijke
plantenbeeld te laten zien.
Ook de waterwerken zijn te herstellen.
Dank zij de gevonden fundamenten kan de
tuinmuur op zijn oorspronkelijke plaats
worden opgetrokken en aansluiten aan de
bestaande tuinmuren uit de 17e eeuw.
Tot zover een aantal bijzonderheden ont
leend aan het nieuwe restauratieplan,
waarbij we ons hebben veroorloofd een en
kele maal een toelichtende opmerking tus
sen te plaatsen. Overigens hebben we ons
in dit overzicht tot het exterieur beperkt. Op
de herindeling en meubilering van het inte
rieur komen we nog terug.
De strijdvraag, die thans aan de orde is,
betreft voornamelijk de kwestie of de t,uin in
Engelse landschapsstijl vervangen moet
worden door een tuin in Franse stijl (de
oorspronkelijke). Op een 'en ander komen
we eveneens terug.
onder redactie van J. E.van der Wielen
Groninger land
De geograaf Van Welsenes kan vele lezers
bekend zijn door het in 1974 verschenen, in
Heemschut reeds besproken boek „Neder
land zal ons een zorg zijn". In „Groninger
Land" blijkt andermaal hoe uitstekend de
luchtfoto geschikt is voor het inventariseren
van landschappen; voor het opsporen van
waardevolle elementen zowel als het signa
leren van bederf.
In de inleiding wordt het begrip van het
landschap als monument uiteengezet. Dan
worden lijnen, punten en vlakken in het van
bovenaf geziene landschap onderscheiden
en geïnventariseerd. Tegen de honderd
luchtfoto's, voorzien van uitvoerige onder
schriften, vormen het hoofddeel van het
boek. Sommige zijn door kaartjes toege
licht; ook kan de lezer de ontwikkeling vol
gen door opeenvolgende foto's van een
zelfde object.
Algemene trekken komen ruimschoots aan
de orde. Pijnlijke voorbeelden van bruutweg
doorsneden landschappen (autowegen, ka
nalen, spoorwegen), opgeplakte tekentafel
buurten (met suf stratenpatroon), schaal ver
storende torensilo's en betonkolossen, ze
bleven niet tot Groningen beperkt. Overlast
aan lawaai en aan stank worden in de tekst
gesignaleerd.
Interessante lokale objecten worden mede
getoond. Naast de fameuze borgen en het
wierdenlandschap zien we b.v. een op turf
gestookte elektriciteitscentrale, een gasput-
tengroep. Merkwaardig zijn de deels afge
graven terpen; de ontgronding ging zo diep
dat de terpzooi tot beneden het huidige wa
terpeil is uitgespit. Daardoor vinden we
binnen verscheidene wierdedorpen ijsba
nen, 's winters een interessant contrast.
Restauraties van grote landschapselemen
ten zoals 't fort op de Boertange worden ook
in het boek afgebeeld.
Dempingen vormen in deze waterrijke pro
vincieeen groot en karakteristiek probleem!
De stad Groningen, met het saaie Zuider-
diep en de karakterloze Westerhaven, gaf
hierin een slecht voorbeeld. Vooral de
veenkoloniën met hun grotendeels op wa
terwegen gericht vervoersysteem zijn door
het dempen verfomfaaid. Gelukkig schijnt
te elfder ure hierin een kentering te komen.
We kunnen hopen dat Stadskanaal en Pe-
kela volstorting met vuil en zand zullen ont
gaan. Maar heel veel wijken en kanalen zijn
al dicht, en het omzomend geboomte omge
hakt. Gebrek aan waardering van lintbe
bouwing (een esthetisch standpunt dus!)
was hiertoe mede aanleiding. Het is hard
nodig, te dezen een vooroordeel kwijt te
raken.
Groninger Land, uitgegeven door Niemeijer
in Groningen 12,50) is een boek dat ver
scheen als themanummer van het cultureel
maandblad van dezelfde naam. Er kan wor
den gewenst dat zeer velen het lezen en
bekijken. Er moet worden gehoopt, dat Van
Welsenes andere provincies op vergelijk
bare wijze, vanuit de lucht maar allesbe
halve vluchtig, in studie neemt. Boeken als
deze zijn een goedgerichte en voortreffelijke
steun voor de strijd om landschapsbehoud.
G. J. B.
Bounange. foto: archief Chr. van Welsener
v.d.W.
67