dracht aan de Académie d'Architecture om een ontwerp voor het jachtslot te laten ma ken. Gevraagd werd een plan te maken voor een „corps de logis sur caves voütées com- posé d'un vestibule, d'un escalier et deux apartements et leur dépendences". Waar schijnlijk is, dat de Hollandse architect Ja- cob Roman, die met de leiding van de bouw werd belast, een niet onaanzienlijk aandeel in de architectuur heeft gehad. Gebouw en tuin werden qua stijl als één geheel opgezet. Via de vestibule en een korte gang en via een glazen terrasdeur met verguld lofwerk, kwam men in de „salie de dehors", die in deze architectuurperiode wordt gezien als de meest representatieve ontvangstruimte. Deze „buitenzaal" was opgeluisterd met beelden en waterwerken en gestoffeerd met acht decoratieve parterres. Het geheel werd aan drie zijden omsloten door hoge wandel- terrassen en aan de vierde zijde door een eikenlaan. Op het resterende terrein werd een geo metrisch park aangelegd, waarin men aller lei in die tijd geliefde en nuttige bestandde len kon vinden, zoals een sterrebos, een doolhof, een grote vijver, bedriegertjes, moestuinen, zitnissen, een oranjerietuin, een volière, enz. Het oorspronkelijke huis bestond uit een vrijwel vierkant corps de logis (hoofdge bouw), dat door kwartronde colonnades was verbonden met twee L-vormige vleu gels. De westelijke vleugel bevatte de stal len, de oostelijke de keuken- en personeels- vertrekken en een oranjerie. In 1692 en volgende jaren werden het huis en de tuin uitgebreid en verfraaid. De co lonnades werden vervangen door pavil joens, waarin werden ondergebracht de nieuwe appartementen voor de koning stadhouder en de koningin, een nieuwe eet zaal, een kapel en vertrekken voor leden van het hof. Dit gebouw nu vormt de kern van 1. 't Konings Loo, prent Romeyn de Hooghe 1695. foto: Gem.bibliotheek Rotterdam 2Maquette van het restauratieplanfo to: Arnold Meine Jansen het paleis, zoals we dat nu kennen. Evenals bij de bouw in 1686 staat niet vast in hoeverre Jacob Roman de ontwerper van de uitbreiding en de verfraaiingen is geweest. De inrichting van het huis en de tuinaanleg moeten voor een groot deel het werk ge weest zijn van Daniël Marot, de Franse ar chitect, die o.m. voor enige belangrijke ge bouwen (nu monumenten) in Den Haag te boek staat. Bij de aanleg van de tuin zullen waarschijnlijk ook de adviezen zijn opge volgd van Hans Willem Bentinck, vriend, raadsman en ambassadeur van Willem III, maar eveneens een groot kenner van de Franse tuinkunst. Op de hoofdverdieping zijn drie op hout geschilderde plafonds zichtbaar gebleven. Het grootste is een plafond met koof in de grote zaal, volgens overlevering geschil derd door de Rotterdamse schilder Adriaan van der Werff. De twee andere bevinden zich in de vroegere slaapkamers van Willem en Mary. Op de begane grond zijn onlangs twee geschilderde plafonds van eenvoudi ger aard blootgelegd. Al deze plafonds ver tonen duidelijk overeenkomst met de ont werpen van Daniël Marot. In de grote zaal zijn geschilderde doeken van J. Glauber en G. de Laraisse, die de verering van Flora uitbeelden. De tuin Tijdens het leven van Willem V en zijn vrouw Wilhelmina van Pruisen zijn in de tuin nogal wat veranderingen aangebracht. De benedentuin bleef in formele stijl ge handhaafd, maar de boventuin werd geheel in de dan in de mode komende landschaps stijl aangelegd naar een ontwerp van P. W. Schonck. De paviljoens van de volière kre gen naar de mode die toen in zwang was een Chinees aanzien. Het park werd verrijkt met rustieke bouwwerken, zoals de Willems- en Luisa-tempel. Lodewijk Napoleon heeft Het Loo ingrij pend veranderd. Het paleis werd gepleisterd en voorzien van een geschilderde natuur steen-imitatie, de schuifvensters werden vervangen door empire-vensters, op de plaats van de oranjerie werd een theaterzaal gebouwd en tuin en park werden veranderd in een landschapspark. Van de oude aanleg was niet veel meer over. Koning Willem I liet blijken het te betreuren dat de oude aan leg was verdwenen. Hij liet dan ook wijzi gingen aanbrengen. Zo werden de zes vis vijvers vergraven tot twee grote vijvers, waarvan de ene met een waterval overliep in de andere.

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 11