weest, dat men door het driftige sanerings- beleid, het onbelemmerd toelaten van het autoverkeer, het steeds meer bevorderen van schaalvergroting in onze van oorsprong middeleeuwse en renaissance-steden, er voer hoe de oude stad steeds meer aan ka rakter verloor, geschonden werd, haar ge zicht verloor, haar herkenbaarheid kwijt raakte. Dit heeft te maken met het allermen- selijkste aller menselijke gevoelens van zich-ergens-thuis-voelen, van zich- geborgen-weten, van te-weten-waar-je- bent. Om je ergens thuis te voelen moetje greep op je omgeving hebben en dat kan alleen maar als je aangrijpingspunten hebt in de vorm van herkenbare dingen, die vast en onveranderlijk zijn, die bovendien aange naam zijn om te zien en in hun samenstelling voldoende afwisseling in vorm, kleur en materiaal vertonen om boeiend te blijven. Tenslotte is bij het verzadigd raken van de nieuwbouw-woningmarkt het gevoel voor de specifieke kenmerken van oudere bin nenstadswoningen (t.e.m. die uit het begin der 20e eeuw) ontstaan. Niet alleen in het buitenaanzicht en in de ligging t.o.v. el kaar, maar ook in stedebouwkundig opzicht (vorm van straten, pleinen, grachten enz.). Daarbij ontdekte men het volstrekt unieke van de voor een enkele familie gebouwde, oude woning, met haar steeds weer verschil lende ruimtevormen, ruimtelijke overschot ten in de vorm van gangen, kasten, kelders, zolders en dergelijke. Om zich thuis te voe len wil de mens een echt huis hebben, dat zich onderscheidt van de uniformiteit, die de bouwmarkt de laatste 20 jaar heeft aan geboden. Geen snobisme Zoals mensen steeds weer uniek zijn, altijd individueel zeer verschillend, zo wil een mens daaraan uitdrukking geven in en aan zijn huis. Ondanks de warenhuizencultuur, de t.v., de radio en de dagbladreclame, die ons een alles-gelijk-makend-consumen- tenpatroon tracht op te dringen, is het toch mogelijk, dank zij de ruime keuzemogelijk heden, het verschil van aanleg en smaak en het te besteden inkomen, een geheel eigen stempel op een huisinrichting te drukken. Het enige waar 90% van de bevolking geen invloed kan uitoefenen is op de langzamer hand verafschuwde uniformiteit der mo derne architectuur, als men dat woord nog op onze woonoorden of onze onderkomens mag toepassen. En dat begint vele mensen zodanig te verdrieten, dat men gaat uitzien naar individuele huizen met een eigen ge zicht, met een voor onze moderne techni sche gestroomlijnde wereld,, unieke inde ling en ruimteontwikkeling, met verrassin gen en met geheimen. Het is beslist niet alleen maar een soort Panden aan het Kattenhage no. 4-16, aan gekocht door Stadsherstel van de Voogdij van hel Aafje Wilsoorgasthuis uit de 17e eeuw. Restauratie zal in dit jaar beginnen. Foto: D. v. d. Veen, Groningen Restauratievoorstei voorgevel Aafje Wils oorgasthuis aan het Kattenhage 4-16. Architectuur: P. L. de Vrieze. Foto: C. F. D. der R.U. snobisme of een ongezonde nostalgie, zoals moderne technici (waaronder helaas vele architecten en stedebouwers) ons willen doen geloven, die de mensen oog doen krij gen voor onze oude woningvoorraad of mooier gezegd: voor ons cultureel erfdeel. Het heeft te maken met onze diepste be staansgrond als mens, die staat in de stroom der geschiedenis, die deelneemt aan een zich evaluerende cultuur en die deel uit maakt van een in ontwikkeling zijnde sa menleving. Hij kan zich niet buiten het so ciale leven stellen zonder zichzelf tekort te doen. Hij is er niet op ingesteld als individu of als gezin in een woonlaatje te worden opgeborgen, zonder deel te kunnen hebben aan straat- en buurtleven, dat zich in de nieuwbouwwijken zo moeizaam of hele maal niet ontwikkelt. Hij wil bewust of on bewust deel hebben aan de geschiedenis, omdat hij een verleden heeft en denkt over een toekomst. Herontdekking Een geschiedenis zoals die o.a. is neerge legd in een stadspatroon van straten, plei nen, grachten en in de architectuur der be bouwing, rijk gevarieerd in tijd van ont staan, in vorm, kleuren afmeting. Zo heeft zich dan voor onze verwonderde ogen een nieuw gezicht op de oude Europese cultuur steden ontwikkeld, dat voor velen een her ontdekking van een oud en bijna afgeschre ven bezit betekent. Zowel cultureel, esthe tisch als economisch blijkt het oude wonin genbestand nog wel degelijk een grote waarde te bezitten, een waarde die zich be halve in geld vooral ook uitdrukt in affec tieve en emotionele gevoelens. Waar mensen samenwonen hebben zij met elkaar te maken en daarin is tevens hun ruimtelijke omgeving betrokken. Het is ons langzamerhand wel duidelijk geworden dat sociale en ruimtelijke omgeving sterk op elkaar betrokken zijn. Het is dat stuk van de wereld dat de mensen als hun domein, als hun tehuis voelen en waarvoor ze zich ver antwoordelijk weten, nl. om zich te be schermen tegen ernstige inbreuken van bin-

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1976 | | pagina 9