Nu ook stoom
gemalen op
monumenten
lijst
!i
Nadat reeds eerder een aantal spoorwegsta
tions en rooms-katholieke kerkgebouwen in
bescherming werden genomen, zijn thans
enige stoomgemalen op de aanvullende
ontwerplijst gezet. Dit vanwege hun waarde
uit een oogpunt van technische archeologie.
Het zijn de stoomgemalen in Medemblik,
Nijkerk, Putten, Velsen (ten dele), Gene-
muiden, Lemmer, Waalwijk, Hank en Win
schoten.
Het gebruik maken van een stoomgemaal
om de waterstand in een polder op peil te
houden, dateert uit de achttiende eeuw.
Reeds in 1787 werd in de polder Blijdorp bij
Rotterdam een dergelijk gemaal gebouwd.
Het was een nieuwigheid van de hoogste
orde en zelfs prins Willem V kwam naar het
wonder kijken. De boeren echter zagen er
weinig in. Voor hen gold nog de oude ver
trouwde windmolen en zo kon het gebeuren
dat het Blijdorpgemaal in 1791 weer werd
afgebroken!
De eerste polder, die met gebruik van
stoomkracht werd drooggemalen, was die
van Nootdorp in 1844—1845. Daarop
volgde in 1852 de Haarlemmermeer.
Nadien werden steeds meer stoomgemalen
in gebruik genomen. In 1894 waren er in
Nederland ruim 490 in werking. In 1911
waren het er 514, die te zamen 730 ketels
stookten. Van deze gemalen stonden er 71
in Groningen, 19 in Friesland, 6 in Drenthe,
11 in Overijssel, 33 in Gelderland, 37 in
Utrecht, 105 in Noord-Holland, 184 in
Zuid-Holland, 8 in Zeeland, 40 in Noord-
Brabant. Limburg bezat geen stoomgema
len.
De stoomgemalen uit het tijdvak 1850 tot
1920 - in het laatstgenoemde jaar waren er
ongeveer 700 gemalen in gebruik - vormen
de schakel tussen windkrachtbemaling door
middel van molens en diesel-elektrische
bemaling.
Medemblik
Het inwendige van de nu beschermde
stoomgemalen bestaat in hoofdzaak uit
schepraderen, stoommachines en pompen.
246 Onderdelen met een respectabele ouder-
«V
Nijkerk
dom, zoals nog te vinden in het gemaal ,,De
Vier Noorder Koggen" te Medemblik, dat
in 1869 werd gebouwd ter vervanging van
een aantal poldermolens. In 1907 werd er
een deel bijgebouwd. Het gemaal bezit vier
centrifugaalpompen, in 1897 geplaatst ter
vervanging van de oorspronkelijke schepra
deren en vijzels. De pompen werden ver
vaardigd door de Engelse firma W. H. Allen
Son Co te Belford. Nu worden zij aange
dreven door twee uit 1940 stammende elek
tromotoren. Het nieuwe deel van het gemaal
bevat een stoommachine van Backer en
Rueb uit 1924. Deze stoommachine - ze is
nog steeds intact - werd in 1970 vervangen
door de minder romantische dieselmotor.
Verder staan er nog een grote centrifugaal-
pomp uit 1907 merk Louis Smulders en
twee ketels, in 1926 gemaakt door de Ma
chinefabriek Breda'Bij dit gemaal beho
ren tevens een dienstwoning, een
smederij-bankwerkerij en een sluizencom-
plex anno 1893.
Nijkerk
In Nijkerk werd het „Nijkerkergemaal" in
bescherming genomen. Dit gemaal - ge
bouwd in de jaren 1882-1883 - bezit twee
niet-overdekte schepraderen, die de polder
Arkemheen droog houden. Het gemaal
heeft een ééncilinderstoommachine van
Backeren Rueb in 1882. De overbrenging
naar de schepraderen geschiedt door een
samengesteld ijzeren vliegwiel en samen
gestelde gietijzeren tandwielen met houten
tanden. In het ketelhuis staat een stoomketel
met twee vuurgangen, in 1908 gebouwd
doorStork. De machinistenwoning, die iets
verderop staat, is ondergebracht in het acht
kantige bakstenen onderstuk van de voor
malige poldermolen „Hertog Reynout" die
het jaartal 1860 draagt. Verder behoren bij
het gemaal een houten kolenloods en slui
zen.