Heemschut Europees erfgoed Jaargang 52 no. 12-1975 Maandelijkse uitgave van de Bond Heemschut Opgericht 1911 Beschermvrouwe H.M. Koningin Juliana Eindredacteur: J. E. van der Wielen Redacteur: G. Woudsma Vormgeving en lay-out: Henk Heynis Alle correspondentie betreffende de redactie van het blad, richte men tot het secretariaat van de Bond Heemschut: Korenmetershuis, N.Z. Kolk 28, Postbus 10525 - Postgiro 124326 Amsterdam 1, tel. 22 52 92 Alle correspondentie betreffende advertenties: B.V. 't Koggeschip, drukkers- en uitgeversbedrijf, Nwe. Achtergracht 104, Postbus 1198, Amsterdam 4, tel. 22 97 21 In dit nummer: Stadsherstel Woudrichem: eerste fase is voltooid 243 Nu ook stoomgemalen op monumentenlijst 246 Amsterdams Historisch Museum is klaar 252 Heemschut in actie 258 Foto omslag: Langs de Vecht in Maarssen (U), waar de laatste jaren veel geres taureerd is. Een gaaf gejieel. Foto Hulskamp SISO 700.3 - UDC 351.853 Vele steden in Europa en elders in de wereld hebben in de loop der geschiedenis door internationale verdragen, vredesconferen ties en verklaringen een specifieke bekend heid verworven. Voor wat ons eigen land betreft kunnen we denken aan de Unie van Utrecht, aan de Vredesconferenties van Den Haag (eind vorige eeuw en begin van de 20e eeuw). Daaraan kan nu worden toegevoegd Amsterdam, waar eind oktober jl. de decla ratie van Amsterdam als resultaat van het Europese Congres over monumentenzorg is tot stand gekomen. Misschien gaan we te ver als we zeggen, dat deze declaratie we reldgeschiedenis zal maken, zoals b.v. het Verdrag van Rome, maar voor ons wereld deel kan de betekenis van de declaratie van Amsterdam toch niet hoog genoeg worden aangeslagen. Het is een goede zaak, dat duidelijk is uitgesproken, dat het behoud van het bouwkundig erfgoed van Europa gezien moet worden als een zaak van vitaal belang. Het Europese Congres in Amsterdam was goed voorbereid, zowel door de Raad van Europa als door de Nederlandse organisato ren, waartoe verscheidene figuren uit de Bond Heemschut. Hun komt een woord van grote waardering toe voor het vele werk, dat door hen is verzet en dat bekroond is door een zo belangrijke verklaring als aan het einde van het congres unaniem is aanvaard. De declaratie op zich noemden we van grote betekenis voor Europa. Haar draagwijdte zal zich echter, naar mag worden verwacht, of althans gehoopt, over de ganse wereld uitstrekken. Niet alleen het Westen kan bo gen op een rijk bouwkundig erfgoed, ook Azië, Afrika, het Midden-Oosten, Midden- en Zuid-Amerika zijn er rijk mee gezegend, maar juist of beter ook daar, kent men grote zorgen over het in stand houden van monu menten. Hier hebben niet alleen de natio nale regeringen een plicht, maar is de gehele beschaafde wereld verantwoordelijk. Met name zou de UNESCO kunnen voortbou wen op de declaratie van Amsterdam. Wie de moeite heeft willen nemen de letter lijke tekst van de declaratie, zoals die in het novembernummer van ons tijdschrift werd opgenomen, te lezen, zal misschien bij het kennisnemen van sommige passages ge dacht hebben, dat voor wat Nederland be treft, wel eens open deuren zijn inge trapt. Men bedenke dan, dat er ten opzichte van sommige Europese landen blijkbaar be hoefte was bepaalde wensen tot uitdrukking te brengen. Nederland moge op het gebied van de monumentenzorg misschien een goede naam hebben, het is bepaald niet zo, dat ons land daarin voorop loopt. We zijn ons betrekkelijk laat van de waarde van het cultureel erfgoed bewust geworden. De har- tekreet van Victor de Stuers - nu honderd jaar geleden - was waarlijk niet te vroeg. De declaratie stippelt een Europees beleid uit; ze vormt als 't ware het startsein voor verdere actie. M 75 moet niet het einde zijn, maar het begin van een gemeenschappelijke aanpak. De declaratie roept de overheden op spe ciale fondsen ten bate van de oude bouw kunst in het leven te roepen. Deze oproep verheugt ons, omdat we in ons november nummer eenzelfde gedachte opwierpen, een gedachte die we neerschreven vóór we ken nis hadden kunnen nemen van dit onderdeel van de declaratie van Amsterdam. Speciale fondsen én leningen! Naast de inbreng van particulieren. Voor wat het particulier initi atief betreft citeren we met grote instem ming de volgende passage uit de declaratie: „Het is van het grootste belang om alle financiële hulpbronnen aan te boren van particuliere zijde. Er zijn voorbeelden te over van de belangrijke rol, die het particu lier kapitaal heeft gespeeld op het gebied van de verzorging van oude bouwkunst". We achten deze passage van zo groot be lang, omdat juist in ons land al geruime tijd de neiging bestaat minder waarde toe te kennen aan het particulier initiatief én het particulier kapitaal. Over een ander deel van de declaratie ver heugen we ons evenzeer, nl. die waarin de jeugd ten tonele wordt gevoerd: „Het archi tectonisch erfgoed zal slechts behouden blijven indien het zich mag verheugen in de 241

Periodieken van Erfgoed Vereniging Heemschut

Heemschut - Tijdschrift 1924-2022 | 1975 | | pagina 4